Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fladderende vlinders (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van Fladderende vlinders
Afbeelding van Fladderende vlindersToon afbeelding van titelpagina van Fladderende vlinders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

ebook (8.74 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Léon Abry

Piet Verhaert

Edgard Farazijn



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fladderende vlinders

(1885)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 142]
[p. 142]


illustratie

Het riet

 
Diep in 't lomm'rig bosch, waar van tronk op tronken
 
blijde groenvink huppelt en blauwe merel,
 
trof ik, 's avonds u, op het goed gekende,
 
't lieflike plekje.
 
 
 
Zomer vlood snel heen. In de heesters blonken
 
gele blaân; zelfs bloosde reeds, hier en ginds, éen
 
rood als goud. Roodglanzende stralen schoot de
 
zon door de takken.
 
 
 
Vóor ons, wijd uitspreidend zijn slapend water,
 
groen bekroosd, lag dampend het meer. Daar brak ik
 
op zijn' rand twee gelende halmen riet, en
 
sneed ze tot fluitjes.
 
 
 
Ieder riet doorboorde ik met vijf gelijke
 
gaatjes, stak - doelmatig besneên, een houtje in
 
elk, en - toen droef 't vogelenlied verstomde,
 
sprak ik: ‘o Liefste,
 
 
[pagina 143]
[p. 143]
 
voelt ge uw hert van liefde te vol, o stort het
 
in een lied. Steeds zaligt de Min; bezongen
 
is zij tienmaal zoeter. Het lied is lief'lik,
 
lief'liker wordt het
 
 
 
zoo het minnaars prikkelt tot koozend kussen.’
 
- Blij toen hieft gij aan. Op de lippen paste ik
 
't riet, en teer melodische tonen zweefden
 
lokkend door 't loover.
 
 
 
- Boven scheen lang sterre bij ster reeds, toen wij
 
zingend steeds daar zaten. Allengskens sliept gij
 
neurend in; trouw loken mijn' vuur'ge lippen
 
kussend u de oogen.
 
 
 
's Anderdaags, toen weder ter plaatse ik toefde,
 
- platgetreên lag 't gras, en de vogels zongen -
 
in de boomschors sneed ik een' zoeten naam, tot
 
eeuwig herdenken!


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken