Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fladderende vlinders (1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van Fladderende vlinders
Afbeelding van Fladderende vlindersToon afbeelding van titelpagina van Fladderende vlinders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

ebook (8.74 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Léon Abry

Piet Verhaert

Edgard Farazijn



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fladderende vlinders

(1885)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 144]
[p. 144]


illustratie

Afzijn der geliefde

 
Vaak, als der scheiding vlijmende tand mij het herte ten bloede
 
rijt, en het echo alleen hoort naar uw' naam, dien ik slaak,
 
lokt mij, bij vallenden avond, als eertijds 't licht op uw' kamer,
 
't lampken der Moeder getrouw over den dorpel der woon. -
 
 
 
Breiend of lezend, vertoeft in haar' lederen zetel, de waerde
 
vrouw, die van 't zalig geheim, niemand versproken op aerd,
 
doch, dat met banden van goud en van rozen ons levens te zaam snoert,
 
nimmer nog lichtte het floers... - 't Eigene plaatsken, waar gij
 
trouw op mij wachttet, bezet ik op beurt; in genoeg'liken kout meldt
 
moeder mij, hoe gij ginds vaart: ‘Lente,’ verzekert zij, ‘vlecht
[pagina 145]
[p. 145]
 
eer om de wouden geen kransen, dan zij op mijn' boezem weer uitrust.’
 
 
 
Luisterend denk ik: ‘Ook hier vlijt zij wel even dan 't hoofd!’ -
 
 
 
Nauweliks waag ik een woord. Mij wordt het, als was het uw' stem, die
 
klinkt in der moeder gesprek. Zalige waan: haar gelaat,
 
rimpels vertoont het niet langer... De haren? Zij zijn niet van zilver...
 
't Mondje is weer rozig; het bloed leent weer den wangen hunn' blos...
 
 
 
- Zonder een' traan in het oog verlaat ik haar zelden. Dan vraagt zij
 
dikwijls: ‘Deert er u iets? Zijt gij ook lijdend?’ Ik smeek
 
luid om verschooning: haar' handen, ik druk ze met gloeiende handpalm.
 
 
 
God! Op haar welkend gelaat zoende ik de dochter, zoo 't mocht!


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken