Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Idyllen en andere gedichten (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Idyllen en andere gedichten
Afbeelding van Idyllen en andere gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Idyllen en andere gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

ebook (3.59 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Idyllen en andere gedichten

(1884)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Inhoud en aanteekeningen

[pagina 201]
[p. 201]


illustratie

Inhoud en aanteekeningen

een brief uit bergen   bl. 7
  1) Poverjantje, elders pover, poverken. Zoo luidt, geheel Zuid-Nederland door, de volksnaam van den roodbaard of rouge-gorge.
Verscheidene spreekwijzen herinneren aan dezen vogel. Bij de Bo zijn opgegeven: er uit zien gelijk een pover in den sneeuw, - arm gelijk een pover op den sneeuw. - In Brabant en Antwerpen zegt men: het poverken zingt zoowel van armoê als de nachtegaal van weelde. - Cfr. Westvl. Idioticon.
 
  2) Kamank, aan het Zuidbrabantsch dialect ontleend, zegt zooveel als slecht te been, sukkelachtig.  
  3) Waschsteen. Kleine, gemetselde verhevenheid, die men in elke Zuidbrabantsche boerenwoning aantreft, en waarop aerdewerk en ander huisraad gereinigd wordt. Bij welhebbende landbouwers is deze waschsteen vaak in Boomsche steentjes.  
  4) Tabak vlechten. De meeste Zuidbrabantsche boeren planten voor eigen gebruik eenige bedden tabak. Bij wintertijd, gedurende de middagrust en 's avonds, vlechten zij de onder schuur- of staldak gedroogde bladeren, ten einde de plant, in vorm van gevlochten koorden of ‘wrongen’, te bewaren.  

[pagina 202]
[p. 202]

  5) Ponding, m., Kl.-Br.. ‘Soort van zeer grooten boerenappel, bleekgeel van pel, en niet al te fijn van smaak. Als hij te lang ligt, komen er van binnen droge vlekjes of spatjes. De pondingen worden ook pintingen geheeten, en beide namen passen hem als zijnde groot en zwaar omtrent gelijk een pond of eene pinte.’ de Bo, Westvl. Idioticon.  
  6) Waaiboom, m., Kl.-Br.. - ‘Fruitboom, die langs geenen muur noch latwerk geleid is, maar in vollen wind staat, Fr. arbre en plein vent.’ de Bo, Westvl. Idioticon.  
  7) Kijker. Eene uit hout vervaerdigde duivenkooi, die buiten op het dak of aan den muur bevestigd is. Van Dale zegt: ‘een gat of opening in eenen muur of in een duivenhok aangebracht, dat tot doorgang van de duiven dient.’ Cfr. de Bo: Duiveslag.  
  8) De stof van dit dichtstuk ontleende ik aan het volgende populaire sprookje, te Hasselt en in de omstreken dezer stad overbekend, en dat in Limburgsch dialect ongeveer moet luiden als volgt:
‘Toen ieg nao de Fransche troek, zaog ieg adjie aon me' vader en aon me' moeder. Da' waos nog niets! Mao toen troek ieg de lang' wee aof: het kao'f staok zen kop doo' de haog, en het zee: “Adjie, Djaok!” - leg mende, tondedjiè! da'men haort afbraok!’
In gewoon Nederlandsch:
‘Wanneer ik naar de Franschen trok, zei ik adjus aan vader en moeder. Dat was nog niets! Maar toen trok ik de lange weide af: het kalf stak zijnen kop door de haag, en het zei: “Adjee, Jaak!” Ik meende, sakkerloot! dat mijn hert (af)brak.’
 
morgend-idylle bl. 21
  9) Stoffe ontleend aan Andersens Prentenboek zonder Prenten.  
akte van berouw bl. 27

[pagina 203]
[p. 203]

  10)De Hoogduitsche dichter H.J. Flemmich vervaerdigde eene uitmuntende vertaling van dit stuk. Zijn arbeid verscheen te Leipzig, in het door Ridder Leopold von Sacher Masoch bestuurde tijdschrift Auf der Höhe, Januari '84, en te Berlijn in Schorers veelgelezen Familienblatt, jaargang 1884.  
ex voto's bl. 33
  Aan de eerbare, minnelycke, konstrijcke Jonck-vrou Dyna Beumer bl. 35
  Aen de eerbare, achtbare, konst-rycke Vrouwe Maria van Ackere, gheboren Doolaeghe bl. 37
  Valavond bl. 38
  Sneeuwdag bl. 39
  Een Hooglied bl. 40
de dienstmeid bl. 43
  11)Vaartkapoen, dit woord is, in Kleinbrabantsch dialect, synoniem van fielt, schurk, en - zál ik het aanhalen? - schoelje.  
bi coelen westewinde bl. 59
truiken van pollaer' bl. 65
  12)Eene vervlaamschte omwerking en uitbreiding van eene 52-regelige idylle van Julius Grosse, Midei von Plansee, aus dem Hochland.  
  13)Pollaere, spreek uit Pollaer', dorpken aan den Dender gelegen, op een halfuur gaans van het Oostvlaamsche stedeken Ninove.  
  14)Een eeuwig afzien, beteekent, in Brabantsch en Antwerpsch dialect, een zeer pijnigend gevoel, een bijblijvend hertzeer. Ook in 't Hagelandsch taaleigen bekend.  
  15)Een aaike, af te leiden van aaien = streelen, elders nake en jaken, en beteekent zooveel als kinderstreeling.  
  16)Messing, Kl.-Brab.: 1o mesthoop, 2o neerhof eener hoeve,  

[pagina 204]
[p. 204]

  basse-cour. - De t blijft ook achterwege in messen = mesten, meshoop, mespoel, mesput.  
  17)Meisen, Kl.-Brab. = dienstmeid.  
alles bl. 73
oude geschichte bl. 79
    Boileau's berucht vaers zou het bestpassende motto zijn voor dit niet uit de phantazie getrokken stuk:
‘Le vrai peut quelquefois n'être pas vraisemblable.’
 
eens was dat zoo bl. 95
van den doop naar huis bl. 101
  18)Brozen, een ‘Kosewort’, dat men in Klein-Brabant gebruikt, om een kind, dat, zooals men zegt, ‘gezondheid te koop heeft,’ toe te spreken.  
  19)Peet en Meet, Kl.-Br., veelgebruikte verkorting voor Peter en Meter. In Oost-Vlaanderen heeft men ook Peetjen en Meetjen in dezelfde beteekenis. Spreek uit Petje en Metje.  
  20)Trakteeren, Kl.-Brab., = vergasten, onthalen op, is een bastaardwoord. Cfr. traiter, traiteur, enz. - Zoo beteekent traktement, o.a. feestmaal.  
  21)Heintje Kaas, spotnaam, destijds, in Brabant, aan Willem I gegeven, en voorkomende in een onbeduidend volksliedje uit 1830, dat - Goddank! evenals de ongelukkige veeten van dien tijd, nagenoeg geheel vergeten is.  
  22)Potten, Kl.-Br., = in den pot te zaam brengen, en - zooals meesttijds het geval is, van geld gezegd, = sparen. B. v.: ‘Ik ken hem wel! Hij is al lang aan 't potten, en heeft zijne schaapkens op het droge!’  
  23)Wanneer, in Klein-Brabant, een kind gedoopt wordt, deelen de ouders doopsuiker rond. Deze gewoonte is trouwens geheel Zuid-Nederland door bekend.  
een klaverblad bl. 111

[pagina 205]
[p. 205]

  Op Sint-Thomas bl. 113
  24)Geheel Zuid-Brabant door is men van overouds gewoon, malkander, op Sint-Thomasmorgend, ‘buiten te sluiten.’ Den aldus buiten geslotene wordt niet eer de deur geopend, dan hij een bevredigend geschenk, of eene gewenschte gunst toegestaan hebbe.  
  Idylle bl. 115
  25)Dichter van dit oorspronkelik in het Zweedsch geschreven stukje is Johan Ludvig Runeberg, geboren te Jacobstad, in Finland, 5 Februari, 1804, en gestorven te Borgâ, 6 Mei, 1877.  
  Drie Oudjes bl. 117
hoe krelis trouwde bl. 123
  26)Deulven, Zeeuwsche benaming voor: grachten.
Nog enkele andere gewestwoorden komen in dit verhaal voor. Ik meen het nuttig hier nog aan te teekenen, bl. 130, in 't bedde, Kl.-Br., in 't kinderbedde, d.i. in de kraam; bl. 134, heul, dat is bruggetje, en heulen, d.i. zijn meisken, zoo vaak men zulk een heul betreedt, omhelzen; bl. 146 klep, d.i. pet of muts.
 
  27)Lange-Jan. Velen Zuidnederlandschen lezers is het wellicht onbekend, dat de toren van het prachtige raadhuis te Middelburg, den populairen naam draagt van Lange-Jan.  
vrede bl. 147
  28)Vertaald uit heine. Zie die Nordsee, erster Cyklus, no. 12, Frieden.  
de kinderen der menschen bl. 153
    Dit episch gedicht verscheen voor de eerste maal in het Noordnederlandsche tijdschrift Astrea, jgg. II, 1882, aflev. III.  
kunst blijft bl. 195


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken