Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Iris (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Iris
Afbeelding van IrisToon afbeelding van titelpagina van Iris

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.40 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Iris

(1894)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 253]
[p. 253]

XIV.
Noorderlicht

 
Als over Groenlands woestenij,
 
gelijk een reuzenbrand,
 
de Middernachtzon vurigrood
 
haar net van stralen spant,
 
 
 
dan baden heuvels, klippen, veld,
 
in rozen fosforgloed,
 
dan schijnt de hemel van rood fluweel,
 
de zee éen plas van bloed.
 
 
 
Wel kan geen sterflijk oog ze zien,
 
doch, in dien tooverglans,
 
zweven der dooden geesten
 
luidjubelend langs den trans.
 
 
 
Bij paukenklank en liedergejoel,
 
in rij bij rij geschaard,
 
verspreiden zij zich, voor uren,
 
dansende over de aard... -
 
 
 
Weer lichtelaaide 't Noorderlicht
 
en sloeg gansch Groenland rood,
 
en kuste vóor 't arme hutje
 
een kleinen Eskimood.
 
 
 
In tranen zwom des knaapjes oog,
 
toen hij die pracht bezag,
 
in tranen voor zijn ouders,
 
wier graf hij delven zag.
 
 
 
Wie leest er in een kinderziel
 
de droomen, die ze verheelt?
 
Vóor 't geestesoog des kleinen
 
zweeft een verruklijk beeld:
 
 
[pagina 254]
[p. 254]
 
zijn lieve vader staat vóor hem,
 
en zachtjes wenkt zijn hand...
 
Zijn kleed is louter zonne,
 
zijn kroon is diamant.
 
 
 
‘o Kom’! - Dat klonk zoo eindloos zoet,
 
als een smeltend harpakkoord...
 
Geen stem had daar gesproken...
 
Hoe had hij 't dan gehoord?
 
 
 
Het beeld was weg... Slechts half gekleed
 
beefde van kou de knaap...
 
Steeds hoorde hij, zacht, die stemme,
 
als een, die hoort in slaap.
 
 
 
‘En dwaalt uw geest, o vader mijn,
 
o moeder, in dien gloed,
 
ik wil u kussen, kussen,
 
'k wil knielen vóor uw voet.
 
 
 
De Noordpool is zoo verre niet...
 
Lang duurt de Winternacht.
 
Ik wil mijn ouders weerzien...
 
Ik heb genoeg gewacht...’ -
 
 
 
Langs de eindeloos-eindlooze steppen
 
ging 't knaapje moedig voort -
 
Verlangend reikte hij de armpjes...
 
Steeds lokte des vaders woord.
 
 
 
Daar kwam hij in het Rijk der Sneeuw;
 
in zilverflonkerschijn
 
glinstren miljoenen sterren
 
aan schralen den en pijn.
 
 
 
Daar kwam hij in de klippenzee:
 
uit louter ijs gebouwd,
 
verrijzen daar honderd paleizen,
 
door geen menschenoog aanschouwd.
 
 
[pagina 255]
[p. 255]
 
Hij ging en ging... tot, afgemat,
 
de voetjes gansch bebloed,
 
hij zich te ruste leide in
 
der sterrekens glans en hoed’...
 
 
 
Het lijfje was verkleumd van kou!
 
De sneeuw had medelij:
 
zij dekte hem, als zijn moeder 't deed,
 
met haar donzige vlokkensprei.
 
 
 
Doch, in 't rood-barnende Noorderlicht,
 
bij lieder- en paukgetoon,
 
omhelsden, dat uur, twee ouders
 
't blanke zieltje van hun zoon.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken