Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Loreley (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Loreley
Afbeelding van LoreleyToon afbeelding van titelpagina van Loreley

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Loreley

(1882)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

IX.

 
‘En had ik duizend monden,
 
't en zoude genoeg niet zijn,
 
Om alle die minne te konden!’

Loverkens. Hofmann v. F.

 

 
Ik wist wel dat gij mij behoorde,
 
al hadt gij zelfs geen woord gesproken! -
 
Wat elke stond ons inniger koordde,
 
wij hielden 't beide stil verdoken.
 
 
 
't Hert vol was ik tot u gekomen,
 
beraden, van verlangen hijgend!
 
Nauw had ik u de hand genomen -
 
ik stond daar aarzlend, siddrend, zwijgend.
 
 
 
Toen was het morgen - langzaam klommen
 
de nevels; vogelliekens klonken
 
rond ons; en aan elk takje glommen
 
goudperelen, die in 't zonlicht blonken.
 
 
 
En, weet gij 't nog? de looze spinne
 
had rond ons twee heur net gesponnen,
 
onvatbaar - als die draân der minne
 
die nimmer oogen merken konnen.
[pagina 15]
[p. 15]
 
Ik zag u aan.... ook gij sloegt de oogen
 
naar mij - dan weder ras ten gronde....
 
- Nù zou ik spreken... minstens... 't pogen...
 
- Doch 't woord verstierf mij op den monde.
 
 
 
Toen rukte ik, koortsig, uit uw handen
 
het liedboek dat gij kwaamt te lezen:
 
met blikken die van minne brandden,
 
heb ik u toen dit vers gewezen:
 
 
 
‘En had ik duizend monden,
 
't en zoude genoeg niet zijn
 
om alle mijn minne te konden!...’ -
 
Daar kaatste op 't gele blad de lieve zonneschijn.
 
 
 
Gij laast niet meer.... Uw blonde schedel
 
zeeg op mijn boezem.... zalig wagen!
 
Ik zoende uwe oogen klaar en edel,
 
uw polsen voelde ik zwoegend slagen.
 
 
 
Het boek viel op den grond: twee herten
 
versmolten saam in hemelsch prangen!
 
Doch al ons lijden, trachten, smerten,
 
wij schreidden 't uit, wang tegen wangen!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken