Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Loreley (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Loreley
Afbeelding van LoreleyToon afbeelding van titelpagina van Loreley

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Loreley

(1882)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

XXXVII.

 
Mij hebben wondere droomen
 
de lievende ziel gestreeld.
 
U, mijnes herten hellicht,
 
u worden die niet verheeld.
 
 
 
Wij plaanden, aan de aerde onttogen,
 
over zeeën, veld en heid’,
 
over bergen, lucht en wolken,
 
in de godlike onmeetbaarheid.
 
 
 
Op vleugelen der liefde gedragen,
 
ontheven van zonde en schuld,
 
beklommen wij sferen en zonnen,
 
in vleklooze mantels gehuld.
 
 
 
Op de hoogste van alle de sferen
 
zegen wij neêr, in gebeên.
 
Daar woelden, zoo verre wij schouwden
 
cometen en zonnen dooreen!
[pagina 65]
[p. 65]
 
Ginds draaide, in bloedige dwarling,
 
de groote zonnebal;
 
lager de maan; - nog lager
 
onze aerde, met berg en dal.
 
 
 
En daar stonden wij, hand in handen
 
met van hoogmoed zwellend hert
 
en peilden, vol hemelsch verlangen,
 
met één blik, die oneindige vert -
 
 
 
Wij zwegen. Verleden en toekomst
 
lagen ons blootgeleid.
 
Door onz’ waaiende lokken golfde
 
de wind der eeuwigheid.
 
 
 
Al wat, hier op aerd, ooit minde,
 
wat immer daar minnen zal,
 
't zweefde alles, in eindlooze rijen
 
daarhenen, met juublend geschal.
 
 
 
En over dat alles glanste
 
der Eeuwigheid rozig licht,
 
en de weerschijn kaatste terugge
 
op uw, en op mijn gezicht;
 
 
 
en de sterren, de zonnen, de manen
 
zongen - En 't machtig gepsalm
 
wekte met dreunende slagen
 
der hemelen wedergalm....
[pagina 66]
[p. 66]
 
Doch wij, - zoo beminnen de goden!
 
daar vlogen wij plots malkaar,
 
met een schreeuw op het hert, en ons kussen
 
weerklonken wonderbaar.
 
 
 
En hert op hert, en lippen
 
op lippen, daar stonden wij beid’ -
 
vergood, als twee stralende zonnen,
 
in der eeuwen eeuwigheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken