Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spreeckonst (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spreeckonst
Afbeelding van De spreeckonstToon afbeelding van titelpagina van De spreeckonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.H. Caron



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spreeckonst

(1964)–Petrus Montanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

XIII. Hooftstuc,
Vande Neusletteren.

Na dat nuu voor-gedraegen zijn, onder de Onvryje Letteren, de Verhinderde, en met eenen alle de Oopedeurige: staet wijders te spreeken vande Onvryje die de Deur toegeslooten hebben.

Een Toedeurige Letter is, die met een Toedeurige Vorm voortgebracht wort.

Vervat twee Afcomsten: 1 Neusletteren, 2 Smoorletteren.

Een Neusletter is, die met een Neusvorm wort gevormt.

Is 1 Des Binnemonts, 2 Des Uitermonts of der Lippen.

Ic en voech hier niet by, Neusletteren des Keels: naediender zulke niet en zijn noch weezen connen: uit oorzaec dat de Keel achter de Neus is: daer oover dat dan de keel gestopt of geslooten zijnde, door de oopeneus geen geluit coomen en can: 'twelc nochtans most weezen, om Neusletteren te zijn.

Binnemondige Neusletteren zijn, die met een Binnemondige Neusvorm gemaect worden.

Haer Soorten zijn 1 Verheemeltneusletteren, 2 Tantneusletteren.

Een Verheemeltneusletter is, die met een neuzige Verheemeltvorm voortgebracht wort.

Alzoo deeze Letter ooc, neffens alle andere, een Oorspronkelijken naem van noode heeft: dunct my best die te noemen, op de wijs vande andere Neusletteren, met een e voor by haer eigen geluit te voegen, en ooc alst geleegen valt voor en achter een, aldus eng/ en engnge: te meer dewijlze meest als een Achterletter gebruict wort. Voorbeelden hier van zijn, de twee leste Spreekletteren in lang/ bang/ breng/ saemen beteikent met ng: de leste in maeking/ haering/ bocking/ alleen beteikent met de twee merkletteren n en g: de derde in ic dank/ wenc/ lonc/ een banc/ hy danct/ dunct/ vonct/ beteikent met n.

 

Hoewel het veel zeer vreemt zal dunken, datter een Letter zoude zijn als terstont beschreeven is, en van my Eng genoemt: zoo zal't nochtans, de zaec wel onderzocht en ingezien weezende, waerachtich bevonden worden.

1. Want dewijlder een Neusletter is der Lippen, en een der Tanden; zoo moeter ooc een zijn des Verheemelten: Naedienmen ooc daer, als inde k blijct, de Scheideur sluiten can, ende die plaets niet achter de Neusdeur geleegen zy. Maer zulk een Verheemeltletter is de Eng: gelijc elc die uitspreekende, zal connen voelen en bevinden, zoo hyder op let.

2. 'Tgeluit dat ic zech een Eng te zijn, is van alle andere Letteren veel verschillende, zelf ooc van n: als blijct wanneermen die met malcanderen vergelijct, 'tsy in Woordletteren, of daer buiten: als 'tleste van Eng (beduidende, naew)/ mettet leste van enn (zijnde 'tselve dat ende): ring/ met rinn (zeekere schorsen): zing/ met zinn: dwing/ met winn: ic zong/ met ic verzonn: ic ging/ met ic begin: werking/ met werken. En naedemael tussen deeze een zeer merkelijk onderscheit wort gehoort, zoo dat de Taelwoorden alleen daer door onderscheiden worden: zoo moeten dan die geluiden, daer dit verschil tussen is, by-zondere Letteren zijn.

[pagina 78]
[p. 78]

Maer men zal zeggen, dat dit geluit de n met de g is: gelijket meestentijt met die twee Letteren geschreeven, en gespelt wort. Doch hier teegen zal ic bewijzen, dat de ng/ uitgesprooken als inde voorgaende Voorbeelden, geen Tweevormige Spreecletteren en zijn, en met eenen ooc niet n en g. En dit

1. uit dat in't uitspreeken van die, de mont niet en roert, noch verandert. Daer uit volcht, datse met eene vorm gemaect worden.

2. uit haers Geluits eenpaerichheit. Want die in g en n niet en is.

3. uit dat de Scheideur, ooc in't leste van deezer uitspraec, geslooten blijft. Derhalven en cander geen g in zijn: naedien die een Oopedeur-letter is.

4. uit datmen groot verschil hoort tussen de ng/ nae de voorgaende voorbeelden, en nae haer eigen beteikenis uitgesprooken: als tussen het leste van ic zing/ jong/ en 't midde van ingaen/ ong'nae. Want daer uit blijct, datse geen eenderlei Letteren en zijn.

5. uit dat de natuerlijke verlenging der Woorden die in ng eindigen, met gen niet en geschiet: gelijc gebeuren zoude zoo de leste letter een g waer. Ic zech de natuerlijke/ zijnde de geene, welkemen inde gemeene spraec gebruict. Want anders in't leezen, die dicwils met g verlengt worden: dewijlmen nae de oneige Schrijving, ooc lichtelijc het beteikende geluit oneige komt uit te spreeken. By voorbeelt, ic vang/ ic zing/ verlengtmen inde gemeene spraec met te zeggen vang-ngen/ zing-ngen: Maer leezende deeze woorden zeitmen dicwils in't verlengen vang-gen/ zing-gen.

6. uit dat in't Neederduits geen woorden, zonder vercorting, in g en eindigen (hoewelder veel geschreeven worden): 'twelc hier nochtans zoude gebeuren.

Eenige, die bemerken dat het geluit 'twelkmen spreect in ic spring/ zing/ drink/ en diergelijke, met ing niet wel uitgedruct en wort, en niet weetende waert haer schort, zoeken zulx te verbeeteren, met dat te beteikenen door ijng en ijnk/ schrijvende ic sprijng/ zyng/ drynk: meenende alzoo, dat 'tgeene ic in spring/ zing voor een dubbelde eng hou, te weezen deeze drie Letteren i/ n en g/ en de Enkelde eng in drink te zijn deeze twee i en n. Maer dat die ooc missen, bewijs ic op de volgende wijs.

1. Zooder inde voorzeide woorden, en in diergelijke twee ijjens waeren, die den helderen Neusclank veroorzaekten, welk daer in gehoort wort: zoude in ic breng/ eng/ lang/ jong/ wenk/ dank/ &c. ooc een i zijn, aldus breing/ eing/ laing/ joing/ weink/ daink: of anders twee een/ aan en oon/ aldus breeng/ eeng/ laang/ joong/ weenk/ daank. 'Twelc beide ongerijmt is. De reeden deezes gevolchs is, dat in deeze dezelve heldere klanc wort gehoort, die inde voorgaende, daer i in komt, bevonden wort.

2. Zooder in ic spring/ zing/ drink/ &c. een dubbelde grondletter waer: zouder ooc een in weezen, alsse inden onvolmaecten voorleeden tijt, en volmaecte tijden gebruict worden. Maer dit en geschiet niet, want men zeit ic sprong of sprang/ ic zong of zang/ ic dronc of dranc/ gesprongen/ gezongen/ gedronken/ met een enkelde Grondletter: en daerom is de Grondletter ooc Enkel inden onvolmaecten teegenwoordigen tijt. De reeden deezes gevolchs is, dattet mette andere alzoo geschiet. Want om dat ic win/ ic begin/ ic spin &c. inden teegenwoordigen

[pagina t.o. 78]
[p. t.o. 78]


illustratieuitvergroten

[pagina 79]
[p. 79]

onvolmaecten tijt, maer eene Enkelde Grondletter en heeft: zeitmen ooc inde andere tijden, met een enkelde Grondletter, ic won of wan/ ic begon of began/ ic spon of span/ gewonnen/ begonnen/ gesponnen. En om datmen in den teegenwoordigen onvolmaecten tijt, met een dubbelde Grondletter zeit, ic schijn/ ic verdwijn: zeitmen ooc inde andere geleegentheeden met een dubbelde Grondletter, ic scheen/ gescheenen/ verdween/ verdweenen.

3. Men can een groot onderscheit hooren tussen ing in wijngaert/ en in dwingen; ende tussen ink/ in wijn-kanne/ of in wijn-kelder/ en in hinken of winkel/ (alsse naemelijc, uitgesprooken worden natuerlijc, en nae behooren). 'Twelc niet zoude geschieden, zoo zulke de zaec hadde getreft, die dwyngen/ &c. willen spelden.

 

Een Tandneusletter is, die met een Toedeurige, oopeneuzige Tantvorm voortgebracht wort.

Deezens gemeenen naem is en of enne/ welke ooc eigentlijker den byzonderen naem vande Tandbeen-neusletteren behoort te zijn, gelijc enj of enjnje van de Tantvleis-neusletteren. Voorbeelden canmen hooren in neen/ winnen/ snacken (dewelke eigentlijke ennens zijn): en in Frangie/ Orangie/ Spangie/ nae de gemeene wijs geschreeven, by de Fransen in gaigner, manger, by de Spanjaers in Señor (dewelke enjnjens zijn. Waer van wel breeder verklaering en bewijs zoude te doen staen: zoo wy voor hadden nuu die Soorten te verhandelen.

Een uitermondige Neusletter of Lipneusletter is, die gevormt wort met een Toedeurige oopeneuzige Lipvorm.

Heet Em of emme. Voorbeelden zijn in Mamme/ lam/ smal/ arm/ vreemt/ mcol/ trommel.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken