Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spreeckonst (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spreeckonst
Afbeelding van De spreeckonstToon afbeelding van titelpagina van De spreeckonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.H. Caron



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spreeckonst

(1964)–Petrus Montanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VI. Hooftstuc,
Trappen of Hoochte der Woordleeden inde woorden, en Onderscheiding nae de zelve.

De Enkelde Woordleeden in haerzelven aengemerct, tot noch toe beschreeven zijnde: zullen nuu dezelve verhandelen en onderscheiden, alzooze als stof van andere spraec worden aengezien.

En hoewel die connen aengemerct ende onderscheiden worden als stof van 1 Woorden, 2 Reedensneen, 3 Reedenleeden, 4 Reedenen: zoo zullen wy die nuu alleen nae het eerste inzicht verhandelen: naemelijc alzooze stof der Woorden zijn, en dat noch maer der Enkelde Woorden.

Als stof der Enkelde woorden worden de Woordleeden op twee wijzen aengezien: 1 Als stof der heele Enkelde Woorden, 2 Alzooze stof zijn der deelen van die.

De Enkelde Woordleeden aengemerct als stof der heele Enkelde Woorden, hebben vierderlei Eigenschappen: 1 Zeekere trappen van hoochte des Geluits, 2 Eenich Getal, 3 Een schicking of Orde, 4 Vereeniging ende Losheit.

De Trappen van hoochte des geluits, die inde Enkelde Woordleeden, stof der woorden zijnde, gevonden worden: machmen tot een Onderscheit der Letter-trappen,

[pagina 125]
[p. 125]

en meer andere Woordlittrappen noemen: en zijn het geene datmen gemeenelijc Accenten heet.

Zulke zijnder tweederlei: 1 Een Oppertrap, 2 Ondertrappen.

De Opper-woordlit-trap is, waer door een Woordlit in yder woort alle andere in hoochte te booven gaet.

Is tweederlei: 1 Spits of Scherp, 2 Draelende.

De Spitse Opper-woordlit-trap (Accentus acutus) is een Opper-woordlit-trap, die met een scherpe of haest-daelende hort des Aesems, veroorzaect wort.

De Draelende Opper-woordlit-trap (Accentus circumflexus) die door een hort des Aesems, en volgende geduerichheit, zeer in gelijke hoochte voortgebracht wort.

De Onder-woordlit-trappen (Accentus graves) zijn, waer door in yder Veelleedich woort, al de Woordleeden behalven een, laeger als dat eene luiden.

Ic bevinde, dat deeze ooc connen onderscheiden worden in Spitse Ondertrappen, en in Draelende: waer van geene uit een spitsen hort, en deeze uit een hort des Aesems, en neevegaende geduericheit, zeer in gelijke hoochte, veroorzaect worden: als te hooren is in't woort óppèrzàel/ alwaer in't eerste Woordlit een Spitse Opper-woordlit-trap is, in't tweede een Spitse Onder-woordlit-trap, en in't derde en leste een Draelende Onder-woordlit-trap.

De Onderscheiding der Onder-woordlit-trappen in trappen van verscheide hoochten, als in Naestopperste, Laechste, en die tussen beiden zouden moogen zijn, gae ic heel voorby.

Nae voor-beschreeven trappen zijn de Woordleeden te onderscheiden in 1 Opper-Woordleeden, 2 Onder-woordleeden.

Opper-woordleeden zijn, die in den Opper-woordlit-trap luiden.

Zijn tweederlei: 1 Spitse, 2 Draelende.

De Spitse Opper-woordleeden zijn, die in den Spitsen Opper-woordlit-trap luiden.

Als zit in zíttèn/ bèzít/ zíttèndè/ bezítten/ bèzíttèndè/ bèzíttìng/ vèrzíttèn/ zít: Man in mán/ mánnèn/ mánnèlìjc/ mán-mèns.

De Draelende Opperwoordleeden zijn, die inden draelenden Opperwoordlittrap luiden.

Als Schâew/ wêew/ drâej: het eerste Woordlit in mâejen/ schrêewen/ schrêewende: en het leste in belâen/ verrâen.

De Onder-woordleeden zijn, die in den Onder-woordlit-trap luiden.

Zijn 1 Spitse, die in den spitsen Onder-woordlit-trap luiden: 2 Draelende, die in den draelende.

Van elc heeftmen een voorbeelt in Cóopèrdràen/ alwaer het leste Woordlit een draelende Onderwoordlit is, ende het naestleste of middelste een Spits.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken