Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spreeckonst (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spreeckonst
Afbeelding van De spreeckonstToon afbeelding van titelpagina van De spreeckonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.H. Caron



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spreeckonst

(1964)–Petrus Montanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

VII. Hooftstuc,
Der Woordleeden Getal, Orde en Vereening inde woorden; en Onderscheiding nae elx.

Het Getal der Enkelde woordleeden, stof vande heele Enkelde woorden zijnde, is of een, of twee, of drie, en zoo voort, tot zoo veel, als de meestleedige Enkelde woorden bevonden worden aen woordleeden te vervatten.

Nae dit Getal zijn de Woordleeden,

1 Eenlingen, die, naemelijc stof zijn van een Enkel eenleedich woort: Als Huis, Ael, werk.

2 Tweelingen, te weten, die stof zijn van een Enkel tweeleedich woort: Als elc woordlit van Huizen, vaeder.

3 Drielingen: Als elc Woordlit van winnende, wandelen.

4 Vierlingen: Als elc Woordlit van menschelijkheit, appel-boomen.

En zoo voort.

De Orde die inde Woordleeden is, aengemerct als vooren, can veelderlei gestelt zijn: en nae elc van die de Woordleeden onderscheiden. Als voor eerst datse zijn,

1 Eerste Woordleeden vande woorden: Als ver in vergaen; veranderen, gren in grendel, grendelen.

2 Tweede Woordleeden der woorden: Als gaen, in vergaen; del, in grendelen.

En zoo voort.

Ten anderen datse zijn 1 Leste (Ultimae): Als de in goede, verstoorde.

2 Naestleste (Penultimae): Als goe in goede.

3 Leste op twee nae of Voornaestleste (Antepenultimae): Als ver in verstoorde.

En zoo voort.

Ten derden datse zijn een 1 Uiterste of Uiterwoordleeden, Als her en dom in Hertoochdom: 2 Tusse-woordleeden. Als tooch in Hertoochdom.

Merct dat de Eenlingen onder de Eerste, Leste, en ooc onder de uiterste moeten gereekent worden.

De Vereeniging der Woordleeden inde woorden is, waer doorze saemen tot een heel woort worden. Maer de losheit der woordleeden is, waer doorze saemen tot een woort niet vereenicht en zijn.

Het middel deezer vereeniging noem ic Woordlitnaet.

Men kan deeze in tweederlei zin neemen: 1 Voor een pael des geluits of der stilte, welc geen uitstrecking en heeft, en daerom geen deel en is vande vereenigde Woordleeden: 2 Voor een deel des Woorts en der vereenigde Woordleeden, 't welc zeekere lengte heeft, en beide de vereenigde Woordleeden gemeen is. Inde leste meening zullen wijze hier neemen. Voorder machmen het geene ic hier Woordlit-naen noem, ooc bequaemelijc Woordlit-banden en Woordlit-stappen heeten.

De Maeking deezer vereeniging, en volgens dien ooc des Bants of naets, is de

[pagina 127]
[p. 127]

Ooverstapping van't eene Lit eens woorts in't andere: ende ('twelc daer onder begreepen is) van de eene Woordlittrap inde andere.

De Vereeniging der Woordleeden is tweederlei: 1 Zooming, anders Luidende Ooverstapping of Binding, 2 Lassing, 'twelc ooc een Rustende Binding of Ooverstapping mach gezeit worden.

Woordlitzooming noem ic de vereeniging der Woordleeden, die door een onderdraejing des aesems geschiet. Ofte daer door de Woordleeden in een woort zonder rust, of met een geduerich geluit (de Poogletteren voor geluiden neemende) aen malcanderen hangen.

Zulke vereeniging isser tussen de twee Woordleeden van het woort kaerillustratieen/ werillustratieen.

Het middel deezer vereeniging noem ic Woordlitzoom, of luidende woordlitbant: en is een deel des woorts, bestaende in een Letter die in't ooverstappen van't eene woordlit in't andere voortgebracht wort, en bei de vereenigde Woordleeden gemeen is.

Als de s in kaerillustratieen/ de p in werillustratieen/ en de z in blaeillustratieen. Want elc deezer Letteren, als den gemeenen bant van beide de Woordleeden, noch tot het voorgaende, noch tot het volgende Woordlit heel en hoort. Zulx dat, alsmen die heel by 'tvoorgaende Woordlit voecht, zeggende kaers-en/ werp-en/ blaez-en: zoo ont-neemtmen een deel van een letter het volgende Woordlit: maer die heel by het volgende voegende, met te zeggen kaer sen/ wer pen/ blae zen: zoo ontneemtmen daerenteegen eenich geluit, te weeten het geluit vande s/ p/ en z/ ten deele het voorgaende Woordlit, en geeftet het volgende.

De Maeking deezer zooming, en volgens dien ooc des zooms, is een onderdraejende Ooverstapping van't eene Woordlit in't andere: bestaende in 1 een onderdraejing des aesems, of geduerich-aesemende hervatting des aesems, 2 een Lettervorming ondertussen.

De Woordlitzooming, en met eenen ooc de Woordlitzoomen of Luidende Banden, connen nae de veelderlei verscheidenheit der Letteren daer uit de zoomen bestaen, in meenigerlei Soorten onderscheiden worden. Onder welke aen-merkelijxt schijnen, die nae de verschillende Hoochten der Gezoomde Woordleeden haer onderscheit becoomen: Als Rijzende Zooming en zoomen, gelijc bòeléer: Daelende, gelijc in bláezèn: Eeve, gelijc tussen de twee leste Woordleeden van wandèlèn.

Woordlitlassing is een Vereeniging der Woordleeden in een woort, welc door een rustende hervatting des Aesems geschiet. Of daer door de Woordleeden in een woort met tussecoomende rust aen malcanderen hangen.

Het middel der Woordlitlassing, 'twelc ic Woordlitlas of rustende Woordlitbant noem, is een deel des woorts, bestaende in een rust die tussen twee gelaste Woordleeden van een woord comt.

Voorbeelden van deeze Rustende Woordlitbinding, en Banden, heeftmen tussen de twee Woordleeden van het woort viersteen: Alwaer tussen het Woordlit vier en steen/ een corte rust komt, welc haerder beiden gemeenen bant is.

De Maeking deezer Lassing, en volgens dien des Rustbants, is de rustende ooverstapping van't eene Woordlit in't andere: bestaende in een rustende hervatting des Aesems, en Niet-lettervorming ondertussen.

[pagina 128]
[p. 128]

De Losheit der Woordleeden is tweederlei: 1 Oorspronkelijke losheit, 2 Ontbondenheit of gemaecte Losheit.

De Oorspronkelijke Losheit, is een losheit die van natueren is, en uit geen oorspronkelijke vereeniging ontstaende.

Zulke Losheit is inde Woordleeden die Eenlingen zijn: als in paert/ vis/ hout.

De Gemaecte of Afcomstige Losheit is, welke rijst uit het ontbinden der woordleeden die oorspronkelijc gebonden zijn geweest.

Als in zoom er/ of zoo mer/ of zoom mer/ zijnde Woordleeden die oorspronkelijc gebonden zijn in't woort zoomer; en op eenich der voorige wijzen ontbonden weezende, is daer in een gemaecte Losheit te zien, en dat aen de eene zijde.

Nae deeze Eigenschap van Vereeniging en Losheit, canmen de Woordleeden in veel Soorten onderscheiden: die wy om cortheit en claerheit in de volgende taefel aenwijzen, de beschrijving daer van voorbygaende.



illustratie

Ga naar voetnoot1)
voetnoot1)
1. beeillustratieem

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken