Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spreeckonst (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spreeckonst
Afbeelding van De spreeckonstToon afbeelding van titelpagina van De spreeckonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.H. Caron



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spreeckonst

(1964)–Petrus Montanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

Het vierde boec der spreeckonst,
Vande Woorden

I. Hooftstuc,
Deeling der Woorden in Helften, en Derdendeelen.

De derde Soorte van uitspraec zijn de Woorden.

Een Woort is een uitspraec, welc een Opperwoordlit begrijpt.

Woort beteikent voornaemelijc vier dingen: 1 Eenich gesprooken geluit, daer iet door beduit wort: 2 Het zelve geluit zonder aenzien der beteikenis: 3 Eenige streepen, 'tsy geschreeven, of anders gemaect, die zulken geluit als voorzeit is beteikenen: 4 Gelijke of de zelve Streepen, zonder inzicht van die beteikening. Welke vierderlei beteikenissen onderscheiden connen worden, alsmen zeit inde eerste meening Taelwoort/ inde tweede Spreec of Spraecwoort/ inde derde Mercwoort/ en inde vierde Streepwoort. Wanneer ic nuu hier simpelijc den naem woort gebruic: moet zulx verstaen worden inde tweede beteikenis, naemelijc vande Spraecwoorden.

De Woorden zijn tweederlei: 1 Enkelde, 2 Dubbelde.

De Enkelde Woorden zijn, die maer een Opperwoordlit vervatten.

Deeze zal ic 1 Deelen, 2 Onderscheiden.

De Woorden connen onder andere gedeelt worden 1 In Helften, 2 In Derdendeelen.

Tot helften stel ic 1 Een Vooronderhelft, 2 Een Naeopperhelft.

De Vooronderhelft eens woorts is een Slechte helft, bestaende uit de Onderwoordleeden die voor het Opperwoordlit uitgesprooken worden. Als bè in bèstérvèn, kèizèr in kèizèrínne.

Eigensch. Alzoo deeze helft een slecht deel is, en geen Opperwoordlit begrijpt: can een woort wel zonder die bestaen.

De Naeopperhelft eens Woorts is een Voornaemste Helft, bestaende uit een Opperwoordlit, en de Onderwoordleeden die achter het Opperwoordlit uitgesprooken worden. Als stérvèn in besterven, ínne in kèizèrínnè.

Eigensch. Een Woort can zonder deeze Helft niet bestaen.

Ten anderen moogen de Woorden gedeelt worden in Derdendeelen. welke tweederlei zijn: 1 Voornaemste, die ic Gronden, en tot onderscheit der woordlitgronden en meer andere, Woortgronden heet: 2 Slechte, die noemende Woordcleefsels.

Een Woordgront is een derdendeel eens woorts, welc uit een Opperwoordlit bestaet. Als mín, in ic mín, bemín, mínde, bemínnende.

[pagina 131]
[p. 131]

uit de beschrijving kan blijken, dat in deeze als Eigenschappen zijn, 1 Datse altijt alleen uit een Woordlit bestaen: 2 Datse luiden in den Opper-woordlittrap: 3 Ende datse dienvolgende in alle Woorden gevonden worden.

De Woortcleefsels zijn Derdendeelen der Woorden, die uit Onderwoordleeden bestaen.

Hebben derhalven tot Eigenschappen, datse in alle Woorden niet nootsaekelijc gevonden worden, en zonder vernieting eens woorts daer van connen geweert zijn: 2 Datse inde Onderwoordlit-trappen luiden.

Zy zijn tweederlei: 1 Voorwoortcleefsels, die voor aen den Gront cleeven, als ge in gedáen, en rotter in Rotterdám: 2 Naewoortcleefsels, cleevende achter aen den woortgront: Als in máeken, gespróoken: en kende in spréekende, begeckende.

Men can de Woortcleefsels ooc nae de meenichte van haer naeste stof onderscheiden in 1 Eenleedige: als ver en nen in vermáenen: 2 Veelleedige of Dubbelleedige. En die weeder in 1 Tweeleedige; als oover en ige in oovervlóedige: 2 Drieleedige, &c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken