Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spreeckonst (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spreeckonst
Afbeelding van De spreeckonstToon afbeelding van titelpagina van De spreeckonst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

ebook (8.04 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.H. Caron



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spreeckonst

(1964)–Petrus Montanus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

II. Hooftstuc.
Vande blijvende Eigenschappen der Reedenleeden, en Onderscheiding nae de zelve.

Nae dat de Oorzaeken en Deelen der Reedenleeden zijn voorgedraegen, moeten de Eigenschappen van die, ende de Onderscheidingen nae de zelve aengeweezen worden.

De Eigenschappen die de Reedenleeden, in haerzelven aengemerct, hebben, zijn tweederlei: 1 Bestaende of Blijvende, 2 Bestansel crijgende, Wordende, of Veranderende.

De Blijvende Eigenschappen der Reedenleeden zijn, 1 Die vande Stof rijzen, 2 Die vande Form spruiten, 3 Die uit bei ontstaen, ofte die vande Deelen koomen.

De Eigenschap uit de Stof voortcoomende, is de Grootheit der Reedenleeden: waer onder de Lankheit is begreepen. Nae welke de Reedenleeden in Corte, en Lange worden onderscheiden, en by zeekere Tijden of Maeten afgemeeten.

De Eigenschap der Reedenleeden, die uit de Form rijst, is haer Climming of Hoochte, welke men mach beschrijven, datse is de Strecking door de Sneetrappen.

Deezer Soorten zijn vier 1 Toppichheit, 2 Rijzing, 3 Daeling, 4 Tussetoppichheit.

Hier nae zijn de Reedenleeden ooc vierderlei: 1 Toppige, 2 Rijzende, 3 Daelende, 4 Tussetoppige.

By Voorbeelt De eerste werlt/ die met God te vertoornen/ door haer zonden/ niet illustratiep en hielt i is daer oover/ nae een rechtvillustratieerdich oordeel/ op een grouwelijke

[pagina 154]
[p. 154]

wijs/ verdelgt geworden. Insgelijx de Sodomillustratieten. Maer die van Nillustratienive/ ontgingen zulken quaet. Van deeze vier Leeden is het eerste, 't welc uit vier Sneen bestaet, rijzende: want de vierde en leste Snee niet illustratiep en hielt/ is de Oppersnee. Het tweede, zijnde ooc viersneeich, is een Tussetoppich Lit: dewijle de eerste Snee desselfs, n. is daer oover een Ondersnee is, en de tweede, n. nae een rechtvillustratieerdich oordeel/ de Oppersnee, en de twee volgende Ondersneen. Het derde Lit, te weeten; Insgelijx de Sodomillustratieten/ dewijl't maer uit eene Oppersnee bestaet, is een Toppich Lit. Het vierde Lit tweesneeich weezende, is een Daelende Lit: dewijle de eerste Snee een Oppersnee, en de tweede een Ondersnee is.

De Eigenschappen der Reedenleeden die uit de Deelen ontstaen, zijn haerder Deelen, 1 Getal, 2 Orde, 3 Trappichheit, 4 Vereeniging.

Nae yder van deeze connen de Reedenleeden veelsins onderscheiden worden: Doch zullen dat alleen doen nae het getal haerder Deelen: en zulx noch niet nae't getal van alderlei Deelen, maer simpelijc vande Sneen, ende Derdendeelen.

Nae't Getal der Sneen zijn de Reedenleeden 1 Eensneeïge, die alleen uit eene Snee bestaen: 2 Tweesneeïge, die uit twee Sneen bestaen: 3 Driesneeïge, &c.

Hier van zijn inde vier lest aengeweezen vier Reedenleeden Voorbeelden te zien.

Nae't Getal der Derdendeelen zijn de Reedenleeden 1 Bloote, 2 Becleede.

De Bloote Reedenleeden zijn, die alleen uit een Derdendeel, naemelijc den Gront bestaen.

De Bekleede Reedenleeden zijn, die uit twee of drie Derdendeelen bestaen.

En zijn 1 Voorbekleede, 2 Naebekleede, 3 Heel-bekleede.

Deeze vier Soorten koomen oover een, behalven inde wijs van aenmerken, met de vier voorgaende, aldus: De Bloote, met de Toppige Reedenleeden: de Voorbekleede, met de Rijzende: de Naebekleede, met de Daelende: ende de Heelbekleede, met de Tussetoppige. Derhalven dienen de aengeweezen Voorbeelden van die, ooc tot Staeltjes van deeze.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken