Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsche spraekkunst (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsche spraekkunst
Afbeelding van Nederduitsche spraekkunstToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsche spraekkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A.M. Schaars



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsche spraekkunst

(1988)–Arnold Moonen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het XLV. Kapittel.

TOt de Onregelmatige woortvoeging moeten ook gebraght worden alle die enkele uitdrukkingen en spreekwyzen, waer in eene ontwyfelbaere Uitlaeting gespeurt wordt, en die wy hier by een zullen stuwen; het zy deeze omtrent de Geslachtwoorden, het zy omtrent de Zelfstandige Naemwoorden, het zy omtrent de Voornaemwoorden en wyders omtrent eenige andere Woorden, die de Spraekdeelen by de Nederlanders uitmaeken, plaets hebbe.

Schoon voorhene eenigszins van de Uitlaetingeder Geslachtwoorden gesprooken is, wanneer van

[pagina 331]
[p. 331]

deezer Overeenkomste met de Zelfstandige Naemwoorden gehandelt wierd, en getoont, dat die in twee gekoppelde Zelfstandige Naemwoorden, welker een, het zy voorgaend, het zy volgend, een Eigen menschelyke naem is, ter wederzyde doorgaens voorvalt, en voor de enkele Naemwoorden van Kleetstoffen, Aerdgewassen, Eet- en Drinkwaeren, en diergelyke niet zelden, nochtans zullen wy hier ook noch eenige voorbeelden deezer Uitlaetinge aentekenen.

Het Nietbepaelende Geslachtwoort Een wordt uitgelaeten voor zyn Zelfstandigh Naemwoort, achter een Voorzetsel in het Eenvouwige Getal voorkoomende; als in, Met vryen toom; uit yver; van spyt; met byster onweder; en slagregen; uit steenrots; met vier; van versaegtheit en ootmoedigheit; naer staet; door ziekte; van kinde; in slagorde; in brant; binnen zonneschyn; uit steenachtige aerde; voor, Met eenen vryen toom; uit eenen yver; van eenen spyt; met een byster onweder en eenen slagregen; uit eene steenrotse; met een vier; van eene versaegtheit en eene ootmoedigheit; naer eenen staet; door eene ziekte; van eenen kinde; in eene slagorde; in eenen brant; binnen eenen zonneschyn; uit eene steenachtige aerde; hoewel zommige van deeze en deezergelyke spreekwyzen tot de Uitlaeting van het Bepaelende Geslachtwoort ook schynen te behooren; vooral, wanneer zommige Zelfstandige Naemwoorden van het Eenvouwige Getal zyn, in de plaetse, dat zy in het Meervouwige zouden gestelt worden; als in, Het opzicht over boschaedje passe ook den burgemeester; het lust my Ismarus met wyngert te beplanten; zoo is de aerde dienstigh voor weide en vrolyken wyngert; dies wordt hy van winterbui nochte regenvlaeg

[pagina 332]
[p. 332]

nedergesmakt; zy werden in uitgehoolden puimsteen en vermolsemde boomen gevonden; dat is, over de boschaedjen; met wyngaerden; voor de weiden en vrolyke wyngaerden; van winterbuien nochte regenvlaegen; in uitgehoolde puimsteenen.

De Drost Hooft gebruikt ook in zyne schriften eene Uitlaeting van het Nietbepaelende Geslachtwoort Een, maer die, onzes oordeels hart is, en niet te volgen; naemelyk achter eene voorgaende beschryving van eenen Persoone of Zaeke; die vervult kan worden door Die Is of Was; als in, Onder de zelve Joan van Bourbon, Prins van den bloede; Maria Stuart van Schotlant, Vorstin, voor wie de zon haers geluk vroeg opging; dit antwoort, smaekende naer de Hollantsche rondigheit (voor, naer de rondigheit van Hollant) gewest, daer Oranje zyne woonstede in, en Egmont zyn' oirsprong uit had; dat hy uit het derde geslacht der Fransoische Koningen zynen oirsprong had: afkomst, die haers gelyk onder de zon niet weet: voor, Eenen Prins; eene Vorstin; een gewest; eene afkomst: of, Die een Prins, eene Vorstin was; dat een gewest, eene afkomst was.

Hoewel de eerste Uitlaeting niet zoo hart geoordeelt, en daerom daegelyks gebruikt wordt, wanneer achter de beschryving van eenen Persoone terstont die van zyne byzondere waerdigheit en bedieninge volgt, gelyk in de tytelen en opdragten en opschriften van brieven alomme de gewoonte is; het zy dan het Nietbepaelende Geslachtwoort Een, het zy het Bepaelende De uitgelaeten worde; als in, Josef de eerste, Keizer van Rome; Luidewyk de veertiende, Koning van Vrankryk; Maria Stuart, Koningin van

[pagina 333]
[p. 333]

Schotlant; Pieter Korneliszoon Hooft, Drost van Muiden; Abraham Heidanus, Professor te Leiden; Joannes Vollenhove, Leeraer in 's Gravenhage; Michiel de Ruiter, Amirael van Hollant en Westvrieslant; Nikolaes Tulp, Burgemeester der Stat Amsterdam; Louys de Geer, Koopman; Henrik Laurens-zoon, Boekverkooper, Fransois Hooglant, Makelaer; en diergelyke.

En deeze zelve schryver, ter kortheit byster geneegen, bemint noch daerenboven de Uitlaeting der Geslachtwoorden Een en De voor een Byvoeglyk en Zelfstandigh Naemwoort van het Eenvouwige Getal, met elkander in Overeenkomste staende; als in, Dat 'er niet zoo onbestendigh is, als geleende moogendheit; hoe zekere waterleiding gehecht was aen de vesten; als aen de historië nooit ander voordeel vast geweest waere; al is zy verkreegen door langduurige oeffening. Waer voor anderen vol uit en naer den regel schryven, Eene of de geleende moogendheit; eene zekere waterleiding; een ander voordeel; eene of de langduurige oeffening.

Het Bepaelende Geslachtwoort De en Het wordt ook uitgelaeten voor zyn Zelfstandigh Naemwoort, dat achter een Voorzetsel in het Eenvouwige Getal gezet wordt; als in, In slaep; op stal; om hals; onder zweep; aen zee; langs strant; met wasch; voor wint; naer regen; van hitte; onder sneeu; by maneschyn; buiten spoor; onder lant; voor boschloof; in top; boven maete; naer huis; uit Trojaenschen bloede; naer stat toe; voor, In den slaep; op den stal; om den hals; onder de zweep; aen de zee; langs het strant; met het wasch; voor den wint; naer den regen; van

[pagina 334]
[p. 334]

de hitte; onder den sneeu; by den maneschyn; buiten het spoor; onder het lant; voor het boschloof; in den top; boven de maete; naer het huis; uit den Trojaenschen bloede; naer de stat toe.

Wanneer echter het Voorzetsel Zonder, dat uit kracht zyner betekenisse alles van zich keert of weert, een enkel Zelfstandigh Naemwoort of Bedryvend en Onzydigh Werkwoort voorgaet, wordt deeze Uitlaeting niet zoo zeer door een van beide Geslachtwoorden, als wel door het Byvoeglyke Naemwoort Eenigh (Ullus) gevult; als in, Zonder gelt; zonder moet; zonder hoope, zonder omzien; zonder ophouden; zonder wortel; zonder stroo; zonder moeite; zonder hengst; zonder voortekenen; zonder uitstel.

Gelykerwys het niet noodigh is eene Uitlaeting van het Bepaelende Geslachtwoort te stellen, wanneer Zelfstandige Naemwoorden, met hunne Byvoeglyke, na of zonder een Voorzetsel overeenkomstigh, in het Meervouwige Getal zonder dit gevonden worden, als in, Met laege tamarinden; met volle uieren; naer taeie wilgeblaên; voor groote leeuwen; rype appels; nieuwe kastanien; woeste bergen; zachte fioolen; zoo moet het voor eene Uitlaetinge des Bepaelenden Geslachtwoorts, onzes oordeels, gehouden worden, wanneer een Byvoeglyk en Zelfstandigh Eigen, of Gemeen, Naemwoort, in Overeenkomste staende, zonder of achter een Voorzetsel, in het Eenvouwige Getal voorkoomen; als in, Kunstige Alcimedon sneed 'er eenen taeien wyngert op; kleene Mykon offert u dien zwynskop; Korydonwas op schoonen Alexis verslingert; tusschen barre steen-

[pagina 335]
[p. 335]

rots en slymigh moerasch; nu verquikt zich het vee in koele schaduwe; lustte het u eene kudde bokken in groene maluwe te dryven.

Siciliaensche tym, Sardinisch kruit, Ariusische wyn, Armeniaensche tigers, en meer diergelyke woortvoegingen, waer in het Byvoeglyke Naemwoort van eenen byzonderen lantaert ontleent is, schynen ook het Bepaelende Geslachtwoort De en Het uit te laeten, om dat men elders De Siciliaensche bergen; De Syrische en De Assyrische roos; De Psythische druif; Den Lagischen wyn; De Libyaensche leeuwen; De Siciliaensche baren; De Parthenische wildernissen vol uit geschreeven vindt.

Van de overige Uitlaetingen der Geslachtwoorden, die overal voorkoomen, en van elk onder hetleezen der goede schryveren aengemerkt kunnenworden, afscheidende, gaen wy over tot de andere.

Zelfstandige Naemwoorden worden uitgelaeten achter hunne overeenstemmende Byvoeglyke Naemwoorden, achter eenige Voornaemwoorden, en achter andere Zelfstandige Naemwoorden, die van de uitgelaetene beheerscht worden, en eindelyk achter Voorzetsels.

Achter de Byvoeglyke Naemwoorden worden de overeenkomstige Zelfstandige uitgelaeten in, Die werken blyven ten halven steeken; wacht op een beter; des zomers onder het groen; oneven brengt geluk mêe; niet langer uwe eige; de populier behaegt Herkules boven al; dat ik ze voor het leste aenroepe; daer de dagh op zyn langste zy; het uiterste van onzen bodem; eene aerde, die zich in het groen kleedt; het groen durft

[pagina 336]
[p. 336]

zich in den zonneschyn betrouwen; ziet gy het schaep op de heide het groen kaeuwen; de helt antwoordde haer in het kort aldus; hy haelt het uit het diepste van zyne borst; eene mot quam by donker snoepen; de moeder op een nieu ontstelt; ik wil u in het breede ontvouwen; die het heilige paert met scherp schon; hy haelde het eeuwige vier uit het binnenste des tempels; ik geraeke op het opperste van het dak; tot in het binnenste van het hof; de scheepen waren bykans op droog gezet; laet ons dan het beste volgen; zy hadden het uiterste van het renperk in het oog; tot in het diepste van het hart; in het uiterste van uw overlyden; nu is men tot het uiterste getreeden; op myn uiterste leggende; die in het duister by nacht ontydige dingen spelt; door het zelve ingenoomen; in de plaetse van, Ten halven weege; op een beter lot; onder het groene loof; oneven getal; uwe eige huisvrou; boven al het geboomte; voor het leste mael; op zyne langste maete; het uiterste gewest; in het groene gewaet; het groene gewas; het groene kruit; in het kort antwoort; uit het diepste deel; by donker weder; op een nieu voorval; in het breede verhael; met scherp geweer; uit het binnenste heiligdom; op het opperste gedeelte; in het binnenste vertrek; op droog zant; het beste oordeel; het uiterste einde; in het diepste hol; in het uiterste oogenblik; tot het uiterste bedryf; op myn uiterste sterven; in het duister weder; het zelve open hol.

Achter de Voornaemwoorden geschiedt ook de Uitlaeting van de Zelfstandige Naemwoorden in, Wiens vee is dit? een vreemdeling zeit, dit 's myn; o kloeke huislieden, dit 's uw werk; dit zal uw werk zyn; het is Egons kudde; nu zal ik beginnen te zingen; wat de landen weeligh en vet maeke; het was

[pagina 337]
[p. 337]

toen lente; wat wy voor deezen overbroghten; voor deezen was het ongeoorlooft; hoe het in mynen raet geschooren legt; dat de bedrieger het my betaelt zoude zetten; ik geeve het gaerne gewonnen; Dido had het byster drok met vraegen; indien het wil regenen; het buldert en stormt geweldigh; gy most dat een' rechtschaepenen man zoo niet toeduwen; in de plaetse van, Wiens vee is dit vee? dit 's myn eigendom; dit werk is uw werk; dit werk zal uw werk zyn; het vee is Egons kudde; wat middel of werk de landen vet maeke; het saizoen was toen lente; wat onheil wy overbraghten; voor deezen tyt was het ongeoorlooft; hoe het nootlot geschooren legt; dat de bedrieger het dreigement betaelt zoude zetten; ik geeve het gevecht gewonnen; had het werk byster drok; indien het weder wil; het onweder buldert en stormt; dat woort.

Het Voornaemwoort Het, voorkoomende in de Aengevoegde spreekwyzen, Dat het klinke; dat het davere; dat het ruische; dat het kraeke; dat het schuime; dat het stuive; en diergelyke, moet in de Uitlaetinge gevult worden met dat Zelfstandige Naemwoort of Werkwoort, Zelfstandiger wyze genoomen, waer aen in het voorgaende lit der rede deeze werking wordt toegeschreeven.

Na de Beheerschte Zelfstandige Naemwoorden, of Eindigende Werkwoorden, voor Zelfstandige Naemwoorden gebruikt, geschiedt eindelyk ook de Uitlaeting der Beheerschende in, Hy is naer Dianaesgegaen; zy zyn tot(tot voor te, gelyk elders te voor tot, uit kracht van het Hoogduitsche zu, door toe en te en tot by de Nederduitschen uitgedrukt) Damons wel onthaelt; de Raetskeur is hier op Sint Peters, te Zwolle op Sint Pauwels; Kornelis Bakker Gerbrants is overleeden; hy woont

[pagina 338]
[p. 338]

by der Broêren; men verhuist op Aller Heiligen; wy zyn des Heeren; hy is des Raets; zy gingen huns weegs; de schuuren zyn tot berstens toe overlaeden; op Kassandre tot raezens toe verslingert; nu tot stervens toe krank; in de plaetse van, Naer Dianaes tempel; tot Damons huis; op Sint Peters dagh, op Sint Pauwels dagh; Gerbrants zoon; by der Broêrenkerk; op Aller Heiligen vierdagh; des Heeren eigendom; des Raets lit; huns weegs pat; tot berstens maete; tot raezens gevaer; tot stervens noot.

Achter de Voorzetsels, die hunnen Naemval beheerschen, geschiedt ook de Uitlaeting der Beheerschte Zefstandige Naemwoorden; als in, Wy zullen noch wel Binnen geraeken; de nabuurige steden schieten het harnas Aen; Zonder dat wy willen; Zonder naer my te verneemen; Tegens dat iemant zyne byen moght verliezen; wanneer hy Onder leit; hoe ze 'er met de zweep Achter geeven; maer Eneas neemt voor met de zonne Op te zyn; elk is graeg om Buiten te gaen; zy schroomden met den Zuidewint Uit te loopen; zy houwen de binten Onder by den oppersten zolder in stukken; die het hooft Onder haelt; zy lieten de schaelen Rontom gaen; om Uit te geraeken; de Slaepgodt kreeg hem heel Onder; Eneas rukte hier den degen Uit; maer de veerman neemt nu den eenen, dan den anderen In; het staet ons niet vry leevende lichaemen Over te voeren; hy zette den helt in het slib en vlotgras Op; die hier noch zyne wapens Aen heeft; wie had u zoo Onder? wanneer het paert den gewapenden voetknecht Binnen holp; o wie gy zyt, tree Op; Porsenne beval den uitgedreeven Tarquyn wederom In te haelen; de goutgeele baert begost Uit te breeken; om hun morgen Op te koomen; het vier begint hier en daer Uit te gaen;

[pagina 339]
[p. 339]

derwaert Op leit de wegh; de dagh koomt Op; Voor dat de nacht de starren te voorschyn brenge; de klaere maen quam Op; om te zien, wiens leven Boven dryve; en, wanneer de zelve Voorzetsels door het Bywoort Weder herhaelt worden; als in, Gelyk of zy hem Door en Weder Door wou zien; de zuster brengt zoodaenige jammerklagten Over en Weder Over; hy schermt Om en Weder Om met den schitterenden degen. Waer voor by vervulling gezet wordt; Binnen de stat; Aen het lyf; Zonder het oogmerk; Zonder de moeite van; Tegens den tyt; Onder de voeten; Achter het lyf; Op de beenen; Buiten de poort; Uit de haven; Onder het dak; Onder de baren; Rontom de tafel; Uit den doolhof; heel Onder zyne maght, Uit de scheede; In den boot; Over het water; Op den oever; Aen het lyf; Onder de knie; Binnen de vesten; Op het lant; In de stat; Uit het vel; Op den hals; Uit de kolen; Op de hoogte; Op de aerde; Voor den tyt; Op de kimmen; Boven het water; Door en Weder Door het lichaem; Over en Weder Over den wegh; Om en Weder Om zich.

Ondertusschen worden achter de Voorzetsels, by zich hebbende de Helpwoorden Zyn en Hebben, in de plaetse der Beheerschte Zelfstandige Naemwoorden die Deelwoorden uitgelaeten, die met elk Voorzetsel een Samengezet Woort uitmaeken; als in, Wanneer het jaer Om Is; wanneer het donker weder aen den hemel Over Is; eer de stille maen noch Op Was; toen myn schrik Over Was; toen de eerste slaep Over Was; na dat het vier Uit Is; met recht willen alle oorlogen Uit Hebben; toen de nacht Over, en de slaep Uit Was; maer ik Ben Uit, om u een leger toe

[pagina 340]
[p. 340]

te stieren. Waer voor ten vollen gezegt wordt, Wanneer het jaer Omgeloopen Is; wanneer het donker weder aen den hemel Overgedreeven Is; eer de stille maen noch Opgereezen Was; toen myn schrik Overgegaen Was; toen de eerste slaep Overgebraght Was; nadat het vier Uitgegaen Is; met recht willen alle oorlogen Uitgedient Hebben; toen de nacht Overgebraght, en de slaep Uitgeslaepen Was; maer ik Ben Uitgetoogen, naemelyk, met myne gedachten, om u een leger toe te stieren; alzoo Geloopen, Gedreeven, Gereezen, Gegaen, Gebraght, Gedient, Geslaepen, Getoogen de uitgelaetene Deelwoorden zyn, of schynen te zyn.

De Persoonlyke Voornaemwoorden, Ik, Gy, Hy, Wy, Zy, zyn, in de Overeenkomste met hunne Bepaelde Werkwoorden staende, en als van hun onscheidbaer, in hunne beide Getallen eigentlyk geene Uitlaetinge onderworpen. Waerom het eene ongeregelde schryfwyze is, hoewel by kooplieden en anderen, ook geleerden, veelszins gebruiklyk, Hebbe, voor, Ik Hebbe uwen brief gisteren ontfangen; bekenne, voor, Ik bekenne deugdelyk schuldigh te zyn; wanneer, voor, wanneer Gy nader tyding zult bekoomen; zoo dra, voor, zoo dra Hy weder te lande gekoomen is; al wat, voor, al wat Wy of Zy gehoort en gezien hebben.

In redenen echter, korte of lange, die door Voegwoorden aen een gehecht zyn, worden deeze Persoonlyke Voornaemwoorden, die in het eerste deel voorkoomen, in het leste uitgelaeten; als in, Ik hebbe altyt versche melk, en zinge, gelyk Amfion, aen zee; dat benyde Ik u niet, maer verwondere my eer; Gy ontfermt u niet, en zult my om hals brengen; hebt

[pagina 341]
[p. 341]

Gy het hem met zingen afgewonnen? of uw leeven wel eene pyp gestelt? Hy leit op eene zachte maibloem, en erkaeut vast het ingezwolgen gras; zoo lang Hy Neëre vrydt, en ducht, dat zy my boven hem stelle; Wy verlaeten onze lieve akkers, en trekken van hier naer Libyë; Zy brengen den nacht met tuischen over, en spoelen met bier en appeldrank de zwarigheit van het harte.

Hy wordt uitgelaeten in deeze woorden, Laet het zeggen, wie slechts koome; laet het vry winnen, wien gy het gunt; wien de ouders nooit toelachten, dien achten Natuurgodt en Bedgodin hunne tafel en bedde onwaerdigh.

In Van Zelf, dat, met het Latynsche Sponte overeenkoomende, niet alleen van redelyke en leevende, maer ook van reden- en leevenlooze dingen gebruikt wordt, is alomme eene Uitlaeting van het Voornaemwoort Zich, wanneer het van eenen Derden gebruikt wordt, omdat men in den Eersten en Tweeden Persoone Van My, Ons en U Zelven in beide Getallen spreekt; De aerde broght van zelf alle dingen voort; al wat van zelf in 't wilt opwast; zy koomen van zelf te kooi.

De Werkwoorden zyn ook eene Uitlaetinge onderworpen, zoo wel de Bepaelde, als de Onbepaelde of Eindigende.

Het Bepaelde Werkwoort wordt uitgelaeten voor dit woort, Te gelyk aen de riemen; Wech met al dit werk; O gy Latynsche vrouwen, rustigh op; Een ieder in 't gelit; te vervullen door deeze Gebiedende Woorden, Valt, Pakt u, Ryst; of door dit Werkwoort der Toelaetende en anders Aenvoegende Wyze; Treede, of zette zich, gelyk tot vervulling van het volgende, De

[pagina 342]
[p. 342]

bedrukten aen het schreien; De heeren aen het mompelen; het Werkwoort Geraeken of Vallen achter de Noemers, de bedrukten, de heeren in de Aentoonende Wyze noodigh vereischt wordt; en achter, De reden waerom, deeze of diergelyke Aengevoegde spreekwyzen, Het gezegt worde, het gevoelt worde.

Het Werkwoort der Eindigende Wyze van den Tegenwoordigen Tyt, wordt uitgelaeten, in, Zy kunnen met den vollen uier quaelyk over den drempel; Ifitus en Pelias, die, overmits de een out, de ander van Ulysses gewondt was, niet voort kosten, naemelyk Koomen of Geraeken: gelyk de Helpwoorden Hebben, Zyn en Worden, in, Het is verlooren gekreeten; het isverlooren gevochten, als u de Goden tegen zyn; beide te vervullen, door, Te Hebben; zeker, ik kenne my zulke eene eere niet waerdigh; naemelyk, Te Zyn; alle jaer dient de gront omgespit; naemelyk, Te Worden.

Het Voegwoort En wordt uitgelaeten, in, Zoo geleek ik wulpen by volwassene honden, bokken by de moeders, groote by kleene zaeken; knaepen gaet heen; weidt uwe ossen, spant uwe stieren voor den ploeg; deeze pynboomen, deeze boomgaerden, deeze bronnen riepen al om Tityr; wat gerecht, wat banket Filomele hem opdischte; en diergelyke spreekwyzen, die overal geleezen en dagelyks gehoort worden; waer in de Uitlaeting des Voegwoorts door de tuschenkoomende zinsneede (comma) gemerkt wordt.

Het Voorzetsel Aen wordt uitgelaeten, in, De beste naest Febus; Myrtetelg, die naest den lauwer geëert wordt; omdat men spreekt van Landen, naest aen Italië, naest aen onze kusten gelegen; Door met

[pagina 343]
[p. 343]

het Geslachtwoort Den, in, Ik hebbe winter en zomer altyt versche melk; Op in dit woort, Hou uwe rust den vyfden dagh; en Over, achter den Beheerschten Naemval gestelt, in, Om eenen eeuwigen nacht te rusten; en Over het nootlot of Over het ongeval, in, Ontferm u des vaders en des zoons; ontfermt u des Arkadischen konings; dewyl Zich over iemant ontfermen, de gemeene en dagelyksche tael is.

De Uitlaeting, die in de byzondere Spraekdeelen voorvalt, op goede gronden en redenen, zoo wy meenen, gevult hebbende, zullen wy anderen overlaeten (want het is ons onmoogelyk van alles reden te geeven) te onderzoeken, waerom men zegge, Myns oordeels; onzes bedunkens; gezonts lyfs; behoudens lyfs; hangends hoofts; bloots hoofts; heels hoofts; ruims schoots; eens gangs; eens loefs; eens klaps; goets moets; (die Hooft even krachtigh houdt met de losse Neemeren, Ablativi absoluti der Latynen) als mede, waerom men Binnen boorts; binnen scheuts; binnen 's monts; binnen 's huis; buiten 's huis; buiten 's weegs; buiten 's lants; bezyde 's weegs; voor 's hants; by tyts; van outs; van jongs op; van nieus; van overouts her; en meer diergelyke uitdrukkingen, met of zonder de afgekorte S alomme geschreeven vinde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken