Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtkunst (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtkunst
Afbeelding van De dichtkunstToon afbeelding van titelpagina van De dichtkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.85 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtkunst

(1698)–Anna Morian–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

De sterkte van Jehova, Aangegrepen in Treurige zwakheid.

 
HOe klaagtge dus? heeft Christus ligt nog leven?
 
Of wil en kan hy niets aan armen geven?
 
Is niet zyn hert tot zondaars als voorheen?
 
Of schynt geen dag, geen zon voor u alleen?
 
Zou Jesus niet meêdogend zig ontfermen,
 
En 't treurig hert in angstig wee en kermen,
 
Tot hulp en troost in stryd en zwakheid zyn?
 
Is hy niet meer der kranken Medicyn?
 
Wil hy nu maar een zwakke ziel verrassen,
 
Door hagelbui en sterke waterplassen,
 
Met donder, dat het alles beeft en kraakt,
 
Daar 't zwak gestel ligt door aan splinters raakt?
 
En moet uw geest nog grooter onheil vrezen,
 
Om datze zelfs het sterk en vrolyk wezen
 
Niet vast bewaard, en altyd werkzaam voeld?
 
Maar 't leevend vuur en yver vind verkoeld,
 
Ja schier gebluscht, door dikken damp beneveld,
 
En 't bange hert in boejens vast gekneveld,
 
Dat schroomt en krimpt met onbepaalden schrik,
 
Voor zwaarder druk en moejelyker strik?
[pagina 31]
[p. 31]
 
Heeft God dan ook in uw belemmerd oordeel
 
Belet en schade, of trekt hy winst en voordeel,
 
't Zy datge sterk of zwak en treurig zyt?
 
Behoefd zyn geest, genade en kragt den vlyt
 
Des aardworms, om zyn raad en wil te styven,
 
Die boven aarde en hemel vast zal blyven?
 
Als of 't genadenwerk door hem gewrogt,
 
Niet door zyn trouw ten toppunt wierd gebrogt?
 
Of is de weg om Jesus aan te lopen
 
Nu ongebaand, en niet meer vry en open?
 
Is nu de tyd van liefde en gunst voorby?
 
Maakt nu niet meer zyn volheid ryk en bly?
 
Is hy niet meer 't verdwaalde schaapjes herder?
 
't Verbysterd lam, zoek hy 't niet gins en verder?
 
Draagd hy 't niet meer getrouw in arm en schoot?
 
Steld hy 't voor list, geweld en honger bloot?
 
Is hy niet meer Jehova onze sterkte,
 
Die door zich zelf het heil des zondaars werkte?
 
Denkt hy niet hem ten goede aan zyn verbond,
 
Zoo wel geschikt, en eeuwig vastgegrond?
 
Valt dan zoo los Gods vaste grond aan stukken?
 
Zou iemant hem dien zegelring ontrukken,
 
Waar door hy kent zyn eigendom en volk,
 
Door regt verlost uit 's afgronts jammerkolk?
 
Zal Jesus 't volk, van 't hoogste kwaad geveiligd,
 
En door zyn Geest geroepen en geheiligd,
 
En een met hem, als broeders, bruid en leên,
 
Die hy als hooft ten hemel voor ging treên,
 
En namze mee, om steeds by hem te blyven,
 
Zal hy dat volk onagtzaam laten dryven
 
Op eige kragt, door storm en watervloed
 
Geslingerd, daar geen steun voor arm of voet
 
Zig opdoed, en verwoede rovers jagen
 
Om vleesch en been tot op het merg te knagen?
 
Zal hy voor die eens koozen 't regte spoor,
 
In haar gevaar verbergen oog en oor?
[pagina 32]
[p. 32]
 
Laat nooit zoo fel de droefheid u begrimmen,
 
Dat in uw geest dit overleg zou klimmen.
 
Het krenkt en maakt verbysterd, dat men ligt
 
Zig neder werpt, en sluit ontroerd 't gezigt
 
En ooren voor de blydschap, ligt en reden,
 
Nooit zagt van geest, nog in zig zelfs te vreden;
 
Daar 't oordeel scherp door kwaad vergrootglas ziet,
 
En weegd den last, maar voeld het weldoen niet.
 
Grypt dit eens stand, 't is zorgelyk te heelen,
 
Dan zalmen andre en meest zig zelfs verveelen;
 
Dan word al 't wys en leevend werk gestuit;
 
De zoete vreugd en vriendlykheid heeft uit.
 
Het lighaam word den geest een nare kerker,
 
Die drukt en prangt weer hert en driften sterker
 
Met droefheid, vrees en afkeer, toorn en haat,
 
Dat zig vertoond in woorden en gelaat.
 
Zoo wordmen als onvatbaar voor Gods zegen,
 
En roem in 't heil, door Jesus dood verkregen.
 
Die wys is, tragte, als hy dien omweg ziet,
 
Dat hy gevaar en dooling spoedig vlied,
 
En laat zig niet in flaauwmoeds netten trekken.
 
Wil God dan 't ligt al eens met wolken dekken,
 
En tasten vleesch en kragt alleen niet aan,
 
Maar doen ook lust en blydschap heel vergaan,
 
Men zy getroost, om, zonder tegenzeggen,
 
Al wat men liefd voor zynen troon te leggen,
 
Te rusten in zyn wyzen goeden raad;
 
Aan onze keur niet toetsen 't goed of kwaad,
 
Maar volgen stil het godlyk welbehagen.
 
Hoe past, wat baat een Christen 't moedloos klagen?
 
Hy hou zig aan 't verbond in Christus vast,
 
En buig zyn nek dan nedrig tot den last.
 
Wat staat of werk zyn Heer voor hem zal kiezen;
 
Zyn deel by God is veilig voor verliezen,
 
Of hy 't dan klaar en bly, of droef aanschouwd,
 
't Is uit zyn hand; hy heeft het God betrouwd.
[pagina 33]
[p. 33]
 
Roept die tot werk, hy zend ook lust en kragten,
 
Onttrekt hy zig, dan voegd het lydzaam wagten
 
En uitzien naar Gods heil, in duisternis
 
En onmagt, daar geen ander steunsel is;
 
Als tot Jehovaas sterkte en trouw te vlugten.
 
Bezwykt de stem, het onuitspreeklyk zugten,
 
Dat, zonder woord, de ziel naar boven zend,
 
Dringt door tot hem, die hert en nieren kend,
 
't Gebroken hert naby is met genade.
 
Men hou maar sterkte en blydschap trouw te rade,
 
Beschouw met vlyt het erflot, regt en schat,
 
Die 't nieuw verbond in Jesus dood bevat.
 
Hy blyft altyd het heil en rots der eeuwen,
 
Wat ongeloof of druk hier tegen schreeuwen,
 
Die door genade en kragt zyn volk bewaard,
 
Tot dat het lyf in 't end ten grave vaard,
 
En laat den geest dien zwaren last ontspringen,
 
Om 't zegelied volmaakt by God te zingen,
 
Als zonde, dood, de wetvloek, vrees en pyn,
 
Door Christus regt en kragt verslonden zyn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken