Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cryptogram (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cryptogram
Afbeelding van CryptogramToon afbeelding van titelpagina van Cryptogram

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.90 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cryptogram

(1968)–Adriaan Morriën–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vader en zoon

Ik ben altijd onthutst, wanneer ik een vader met zijn dertienjarige zoon zie. Ik begrijp niet hoe je het doet, hoe je kunt omgaan met een wezen zo links, gistend en giftig als een knaap die bezig is de baard in de keel te krijgen en die zich overal misplaatst voelt. Bovendien zijn dagelijkse omgang en genegenheid voor mij ondenkbaar zonder een kus, die soms niet eens gegeven maar alleen gedacht of gedroomd wordt, zonder aanraking, aaien of kriebelen. Hoe caresseer of kriebel je een dertienjarig mannetje? Alleen moeders zijn daartoe misschien in staat, wanneer zij met hun schildknaap alleen zijn. Maar ook zij hebben er moeite mee en hun zonen zijn er zelden van gediend.

[pagina 87]
[p. 87]

Een enkele keer, wanneer ik met Alissa en Adrienne in een café zit en mijn laatste geld voor ze uitgeef, zoals ik dat vroeger voor mijn vriendinnetjes deed, zie ik een echtpaar met een opgeschoten zoontje binnenkomen en naar een tafeltje zoeken. Ik stel mij altijd voor, dat zij een gemelijk of verdrietig drietal vormen. De vader bestelt, na zijn zoon eerst te hebben geconsulteerd. Ook ik moet mijn dochters eerst vragen wat zij drinken willen. Vooral de jongste ontbreekt het op dat punt aan besluitkracht.

De besluiteloosheid van jongens heeft een verbeten mokkend karakter, alsof zij op wraak zinnen. Jongens leert men nooit kennen, wanneer men niet altijd met die mogelijkheid rekening houdt. Terwijl zij ranja drinken, kunnen zij het niet verkroppen dat zij geen chocomel of ijs hebben gevraagd, waaraan kinderen aan andere tafeltjes zich te goed doen. Waarom maken zonen het hun ouders niet een beetje gemakkelijk, zoals dochters dat doen wanneer zij schilderachtig in een hoekje gaan zitten? Terwijl dochters soms zwijgen, weigeren zonen te spreken. Zij zweren samen, meestal in hun eentje. Zij zijn al vroeg in een belachelijke machtstrijd verwikkeld, die niet met een kus beslist kan worden. Alles wat zij doen, lijkt kinderachtig, terwijl kinderachtigheid nu juist een kwaliteit is waaraan alleen meisjes en vrouwen glans weten te geven.

Ik ben blij dat het lot, of het verlangen en de eerzucht van mijn chromosomen, mij in het bezit van een tweetal dochters heeft gesteld. Tweemaal is het mijn vrouw en mij gelukt de puberteit van een zoon te voorkomen. Nu durven wij niet goed verder, want wie garandeert ons dat ons derde kind niet de kleine verongelijkte bezitter van een meccanodoos wordt?

Ik weet wel dat deze angst voor een stamhouder bedenkelijk is. Het is de angst voor een mededinger en een concurrent, die ons met zijn brute eetlust en korzelige levenshonger boven het hoofd gaat groeien. Dochters groeien ons zelden boven het hoofd. Zij glippen ons uit de vingers, met achterlating van hun parfum. Het is ook de angst mijzelf in de puber te herkennen, die het recht heeft zich mijn zoon te noemen. Bij de aanblik van een uit de kluiten wassende gezinssaboteur zou ik er voortdurend aan moeten denken wat voor een monster ik op zijn leeftijd was, van hoeveel wrok, zuurheid en verveling ik mij met moeite heb moeten bevrijden. Is het niet beter dat ik mijn zoon dat alles bespaar? Ongeboren zonen zijn de besten. Alleen dochters rechtvaardigen een gang naar het kantoor van de Burgerlijke Stand.

[pagina 88]
[p. 88]

Mijn angst voor een zoon heeft mij verhinderd de vader van een talrijk kroost te worden, zoals het aanvankelijk in de bedoeling lag. Men verbruikt zijn kinderen langzaam maar zeker, zelfs wanneer het meisjes zijn. Men moet de voorraad ouderlijk plezier telkens aanvullen, vernieuwen en verfrissen. Alleen zuigelingen zijn daartoe in staat. Zij zijn als verse melk, als de eerste aardbeien die het heerlijkst zonder suiker, de nieuwe groene haringen die het best zonder ui gegeten worden. Zij zijn de primeurs van de mensheid, de laatste mode, het allernieuwste snufje.

Ik zou mij met het bezit van een zoon kunnen verzoenen, wanneer hij altijd een zuigeling of een kleuter zou blijven, zonder het zo opdringend te laten blijken. Zonen schamen zich, terwijl goede dochters slechts pudeur hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken