Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Voorspel Hij zag hoe zij zich licht ontkleedde En hoe haar naaktheid groeide door haar kleren. Toen stond zij naakt en lachte stil, Gereed voor 't strelen van zijn handen dat zij wachtte. Hij zag haar naaktheid jong en zonder schroom En wat nog in haar blik verlangen was en droom Werd veilig en bewust in hare handen Die zij gevouwen hield boven haar schoot, Zacht in 't bewegen van haar adem levend. Hij nam haar handen en hij zoende even Haar hals en schouders en het warme beven Van mond en ogen - toen, als uit een plicht En een verzaken, heeft hij haar geheel gegrepen En haar zo hoog omhoog geheven Als naar een wonder. Jij, mijn offerdier, Dacht hij, jij zult mij eeuwigheid hergeven, Een kind waarin ik wil en opstand vier. En in een drift die hen geheel bespande Bracht hij zijn lijf en leven brandend dicht Bij haar lichaam en leven, gaf haar macht en plicht, Een nieuwe sierlijkheid en moederhanden. Vorige Volgende