Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Herstellende Voor Wim Kaan Wanneer in 't voorjaar, van een kwaal genezen, gij door de parken wandelt van uw stad, dan kunt gij overal het leven lezen dat gij een lange maand verloren hadt. Gij gaat herkennend langs de smalle paden, de takken strelen langs uw hand en haar, de vogels fluiten schertsend uit de blaren en roepen: engel en beduimelaar... Gij rust bij 't water van het hertenkamp, op 't stenen muurtje, uit van 't lange wandlen; de herten liggen aan de waterkant of staan met kinderen te onderhandlen. Eén is geschrokken van uw lege handen, of van uw bleke kleur, of van uw bril; gij ziet zijn linkeroog ineens verandren, dan ligt het in de holte nat en stil. Het waait hier zacht onder de hoge beuken, de duiven koeren in het speelse licht en als een pauw bazuint onder de struiken, sluit één lang ogenblik de middag dicht. Vorige Volgende