Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Voorbijgangster Een meisje uit nabijgelegen straat gaat vaak voorbij mijn raam met lome schreden; ik kijk verlangend naar haar mooie benen, het bruine haar dat op haar schouders staat. Zij heeft zich nog geen minnaar uitverkozen, zij is voor liefde, denk ik, veel te traag; toch lees ik een verlangen in haar ogen, maar voor de hemel van 't geluk te laag. Eens zal een jongen van haar rankheid dromen en haar misschien ontroeren op zijn beurt; dan zal het zijn alsof de hemel scheurt en diepte geeft aan huizen, water, bomen. Een vol bewondring zal hij haar ontbloten, haar prachtig lichaam, loom opzij gevlijd, maar liefde zoekend in haar kalme ogen de afstand vinden die mij van haar scheidt Vorige Volgende