Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Meeuwen De meeuwen zijn niet weg te denken. De branding zou het strand ontruimen en de zee Zou al haar kleine vissen, schelpen en garnalen Laten verdrogen in de zon, de zilte wind. Wrakhout en kwallen, rondgeslepen glas En barstend wier zouden de oude vloedlijn Aangeven waar de stijging van het duin begint. De haven zou verzanden, 't leven landwaarts dwalen. Maar nu de meeuwen schreeuwen in de wilde avond, Gevangen in de luchtkastelen van de wind, Ontwaakt de zee uit haar gevreesde stilstand En rollen golven, vol met stemmen en koralen, Over de drempel der continentale stranden, Terwijl er schepen in een vogelvlucht vertrekken En donkere vrouwen op een lage strekdam Een afscheid wuiven dat niet valt te achterhalen. Vorige Volgende