Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Uitstel Soms denkt hij dat hij spoedig dood zal gaan. Het werk dringt niet meer en het dringende werk Is zo omvattend dat er niet aan valt te beginnen. Zijn dagen gaan met dromen en nietsdoen voorbij. Een geweldig plezier is de begeleiding van zijn wanhoop. Een grote toekomstige rust ligt over zijn onrust gespreid. Hij heeft beter lief, zijn lichaam verschaft meer genot. In de stad waar hij woont is hij op bezoek. Hij wandelt langs haar water als een posthume toerist. De eeuwenoude architectuur schijnt hem hedendaags. Stadsduiven cirkelen door de utopische lucht. Hij heeft meer tijd om met zijn kinderen te spelen Dan toen hij leefde zonder angst voor een onmiddellijke dood. Hun ogen zijn doorzichtig, hun gezichten ongevuld. Vrolijkheid brengt hem op de rand van tranen, Medelijden meer met de wereld dan met zichzelf, Nieuwsgierigheid naar de toekomst van een ster, De avondkrant op de dag van zijn begrafenis, De geur van koffie wanneer hij er niet meer is. Dan blijft hij leven zonder te begrijpen En ieder uur duurt langer dan zijn dood. Vorige Volgende