Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Tekenlust Zelfs uit verveling groeit geluk in de herinnering. De wroeging om verloren jaren wordt bezit, Een weerstand tegen ouderdom en dood, Hoe klein ook en hoe irreëel. Maar wat is werkelijk en groot In deze dingen die ons meer ontbreken dan dat wij ze zouden Bezitten? Alles is een wapen in de bijslaap met de dood. Verzuimde jeugd, tekortgeschoten liefde, vaderschap, Vol schuld en wrevel, alles liever dan Tevredenheid van een gelovig kroostverwekkend man. Een stap terzijde uit het Evangelische gedrang. Lezen en schrijven leert men of het af te leren. Het tekenen, de grote vreugde, de erotische verrukking van mijn jeugd, Verloor ik, eerst aan camera en olieverf, Aan imitatiedrang, aan 't kinderspel ook, zo vol slinkse slavernij. Later aan alle vormen van verveling, aan het leed Van zondagmiddagen en aan de lege drukte van de week. De school een exercitieveld, de kerk een voorproef van De vreselijkste dood die men zich denken kan, In Abrahams Oudtestamentische en al te Joodse schoot. Alleen de rijke in de hel wordt er afgunstig van. [pagina 102] [p. 102] De naaktheid was wel het bedriegelijkste kleed. Ik kwam nooit verder dan haar huid die ik had willen stropen, Al lag zij ook met beide ogen, al haar poorten voor mij open. Ik dreef mijn tong tussen haar lippen, in haar keel. Maar aan haar ingewanden had ik part noch deel. Mijn blik was dodelijk, vooral voor de volmaakte vrouw Naadloos van buiten en massief van binnen. Haar hulpeloosheid kon ik enkel nog beminnen: De traan in 't oog, de open mond, het losgeraakte haar, Het desperate, toch zó kinderlijk gebaar. En nu, zo oud als eens mijn vader was, Toen ik als kind mijn eerste naakten schetste, Mijn grote dieren in de wind, nu ben ik wijs en wild, verbitterd Omdat mijn hand niet langer vliegt, mijn oog niet eeuwig schittert. Er is niets met een hoge glimlach te beginnen. Alleen de onvolmaaktheid leent zich voor de tekenstift En voor het wisselende, alles overvleugelende schrift Waarmee wij haar beschrijven en berouwen. Het leven was een ongeduldige ontdekkingstocht naar vrouwen, Het is 't ironische vertrouwen op die milde tekendrift. Vorige Volgende