Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Donkere Ogen Haar iris is zo donker, haar pupil zo groot Dat 't is alsof de blik er aan ontbreekt. Haar ogen stralen nacht, nacht zonder sterren. Wanneer zij de gewone woorden spreekt, Dagwoorden die gemaakt zijn uit het licht, Wordt alles duisternis in mijn gevoel En wat dichtbij lijkt wordt dan verte. En zelfs de witte glans van haar gezicht Maakt het niet licht, verhoogt nog door 't contrast De donkere schoonheid van haar ogennacht. Vorige Volgende