Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Stilstand Mijn horloge is stil blijven staan. Het is kwart voor twaalf op de wijzerplaat. Ik schud het om de tijd op gang te brengen, Mijn wereld met seconden te verlengen. Het blijft voortdurend laat. Dagen gaan voorbij in deze stilstand van de tijd. Ik raak ten achter bij de eeuwigheid. Alles verwijdert zich van mij. Mijn vrouw en kinderen zijn allang gestorven En zelfs de bomen hebben zich van mij bevrijd. Ik staar verwonderd naar hun zichtbaarheid. Ik heb hun groen nog nooit zo groen gevonden, Alsof ik in de ingewanden van de hemel kijk, De grote buik der leegte, 't rafelig weefsel van de tijd. Vorige Volgende