Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Mare Meum Ik ben wanhopiger dan ik begrijp. Ik heb geen inzicht in mijn radeloosheid. Ik voel haar als een zee waarvan ik slechts de branding zie, Het schuim, de meeuwen, langzaam vliegend, troepsgewijs, Langs steile rotsen waar mijn voet niet reikt. De hemel is vervuld van mijn afwezigheid. Daaronder is de diepte van mijn angst, Donker, doodstil om mijn geheim niet te verraden. Iedere gedachte is een ruwe vangst Van ongedierte, elk gevoel een voetstap op het water. Vorige Volgende