Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] Sneeuw Het sneeuwt, ik hoor het bruisen van grote geopende hemelsluizen. Water stolt tot brokken eiwit en kleinere vlokken wanhoop die zweven en dalen om zich tot blijdschap te verzamelen. De bomen buigen in deemoed voor zoveel koele weemoed. De hemel raakt uitgestoeid, barensblij, doodvermoeid. Schalen bloed worden weggedragen in de laatste witte vlagen. Vorige Volgende