Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën I (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën I
Afbeelding van Ideën IToon afbeelding van titelpagina van Ideën I

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.99 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën I

(1879)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

78.

Twee personen die pas gestorven waren, ontmoetten elkaar. Voor hun sterven hadden ze veel getwist 'over ‘zyn’ of ‘niet zyn.’

 

De wyze - de weter - zei:

 

- Welnu, had ik niet gelyk? Ge ziet, we zyn er! Dat vervelende citaat uit Hamlet heeft afgedaan.

[pagina 21]
[p. 21]

De onwetende, die generaal geweest was, scheen geen lust te hebben in diskussie. Althans hy antwoordde niet op de uitnoodiging tot voortzetten van den stryd die afgebroken was door den dood. Ik gis dat hy 't doelloos vond en beneden de waardigheid van onsterfelyken, vooral nu 't niet langer te doen was om waarheid - dit was tot weerzydsch genoegen uitgewezen in z'n nadeel - maar over de prioriteit van het vinden der waarheid. Hierin scheen de gewezen generaal geen belang te stellen. Maar wèl was hy verdrietig over 't verlies van z'n laatsten veldslag.

 

- Verbeeld u, vriend onsterfelyke, ik was gewond. Men bracht me in 'n kamer en te bed. Ik lag den ganschen dag te ylen, en kon geen bevelen geven. Maar 'savends werd m'n geest helder. Ik liet my de kaarten van de situatie voorleggen, bestudeerde pozitien, sterkte, snelheid van beweging. Ik gaf orders en zond m'n adjudanten rechts en links. Dàt korps moest hierlangs... 't andere dáárheen... men zou den vyand aantreffen op dat punt... zie!

 

En met onsterflyken vinger wees hy 'n punt aan op de kleine aarde.

- Welnu, werden uw bevelen niet goed uitgevoerd?

- O ja, maar... luister! Na alles te hebben geregeld, sliep ik in. 's Nachts werd ik wakker. M'n wakers hadden my alleen gelaten, vertrouwende op m'n gerusten slaap. Ik hoorde niets dan 't eentonig stappen van den schildwacht onder m'n venster...

- Wat is dat... 'n schildwacht?

- Definitien zyn moeielyk. Nadenkende over m'n gegeven bevelen, bedacht ik dat er iets verzuimd was. De kolonel P... kent ge dien?

- Is-i dood?

- Ik weet niet...

- Levenden ken ik niet.

- Dat 's waar... ik vergat dat we dood zyn. Ik ken hem ook niet meer. Maar toen scheen ik hem te kennen. Welnu, ik bedacht dat P misschien te laat zou komen met z'n kolonne als ik niet spoedig... ‘Hoe laat is 't?’ riep ik met schrik.

- Hoe laat? Schrik? Wat is dat?

- Definitien zyn moeielyk. Laat of vroeg is iets van tyd...

- Wat is dat... tyd?

- Dat weet ik niet meer, maar val me niet telkens in de rede. Ik wil u vertellen waarom ik zoo verdrietig hier ben aangekomen. Ik riep ‘ hoe laat is 't?’ Niemand antwoordde.

Ik hoorde maar altyd-door dat eentonig stappen van den

[pagina 22]
[p. 22]

schildwacht, en riep nogeens: ‘hoe laat is 't?’ zoo luid ik kon. Maar opstaan kon ik niet. Ik was zwaar gewond, en kon 't hoofd niet naar de pendule keeren. Die wond aan den hals...

- Ik zie uw wond niet, en uw hals niet.

- 't Is waar, we hebben geen hals hier, en geen wonden... dat moet wennen. Maar toen had ik 'n hals, en aan dien hals 'n wond die me belette te zien hoe laat het was. Ik riep weer: ‘hoe laat is 't?’ Geen antwoord.

Maar altyd hoorde ik den tred van dien schildwacht.

En ik hoorde hem hoesten, ja, ik hoorde z'n ademhaling. Maar als ik riep: ‘hoe laat is 't?’ hoorde hy my niet. Ga naar voetnoot* Dit ergerde my, maar ik begreep het wel. Die schildwacht was pas rekruut geweest, en had de stiptheid van iemand die iets weet, maar die 't nog niet lang weet: hy mocht niet spreken op z'n post. Wist ge dat?

- Neen, ik was spreker van beroep, en heb dus wel eens gezwegen op m'n post, waar 't spreken plicht was. En toch ben ik hier!

- Nu, myn schildwacht komt zeker hier. Hy deed zyn plicht met rekrutige domheid. Ik riep... ik riep...

Ach, altyd te-vergeefs!

Ik kreeg de koorts van ergernis. Den volgenden morgen kwam men my berichten dat de slag verloren was... omdat kolonel P te laat was gekomen.

‘En, zeiden velen - die nooit 'n slag verloren omdat ze nooit slag leverden - 't zou anders afgeloopen zyn als Generaal X heden nacht vóór vier uur 'n estafette had gezonden.’

De domme kwaadaardigheid...

- Wat is dat?

- Definitien zyn moeielyk. Val me niet in de rede. De kwaadaardige domheid redeneerde ditmaal juist. Het was wáár! Inderdaad, als ik dien nacht by-tyds 'n estafette had gezonden!...

Begryp eens hoe verdrietig ik was!

Terstond na 't bericht van den verloren slag, liet een der manschappen verzoeken by my toegelaten te worden. Men liet hem binnen:

‘Generaal, ik ben de schildwacht die op post stond onder

[pagina 23]
[p. 23]

uw venster, dezen nacht van twee tot vier.’

‘Hm!... zei ik.

‘Generaal, 't was half-drie.’

‘O God, riep ik, waarom dat niet gezegd toen 't weten my noodig was!’

Daarop ben ik gestorven. Ga naar margenoot#

voetnoot*
In de uitgaven van '62-'70 wordt hierby aangemerkt: ‘Hoor d-i my niet is beter. Zoo is er veel, maar ik durf het nog niet schryven. Ja, zoo is er véél in de taal ...en in de zeden!’
Ik verwys hieromtrent naar de noot by 47. Al te angstvallig echter kan ik me niet houden aan 't belemmerend schryfgebruik, 'n ware remschoen der gedachte!
margenoot#
De klacht van den generaal is gegrond. Het is 'n zonderlinge leemte in de onsterfelykheidsleer, dat de bevoorrechte-zelf eerst dan zekerheid bekomt van z'n toestand, als de slag geleverd... en misschien verloren is. Het geheele proefschool-systeem wordt omvergeworpen door onze onwetendheid van wat er volgen zal. Zie bovendien 17 en 157.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken