Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën I (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën I
Afbeelding van Ideën IToon afbeelding van titelpagina van Ideën I

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.99 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën I

(1879)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

430.

Ik zeide: niemand weet wat god aangenaam is, en hoe hy dus zou willen gediend worden.

Die god zelf zou immers in z'n eigen belang hebben gezorgd dat er geen twyfel bestond over de wyze van dienen.

Stel u voor, dat velen u belasting schuldig zyn en die behooren optebrengen in naturâ. Ge hebt in uw huishouding zeker artikel noodig. De opbrengst dáárvan zou u aangenaam wezen, dáármee zou men u dienen.

Maar de personen die verplicht zyn u die dienst te bewyzen, hebben geen kennis gekregen van uw behoefte aan 'n bepaalde zaak. Zy wenschen u tevree te stellen, want ze weten dat gy de macht hebt - en den wil! - hen te straffen als de geleverde waren niet naar uw zin zyn. Nu brengt u de

[pagina 348]
[p. 348]

één dit, de ander dat, maar niemand raadt uw begeerte. Duizende jaren ziet gy uit naar de verlangde zaak, maar altyd te-vergeefs.

Wat zou eenvoudiger wezen dan eens-vooral te zeggen: ‘goede lieden, ik begeer dàt!’

Waarom die arme belastingschuldigen te plagen met de voortdurende onzekerheid of 't opgebrachte wel inderdaad strekt tot kwyting van hun schuld? Ga naar margenoot#

margenoot#
Men heeft me verweten dat de opvatting van 't godsbegrip, zooals het in dit nummer wordt voorgesteld, te menschelyk is. Het is my onbekend of deze opmerking behoort gerangschikt te worden onder beestachtige, kinderlyke, barbaarsche, duivelsche of goddelyke redeneeringen. Wat my aangaat, ik ben noch god, noch duivel, noch barbaar, noch kind, noch beest. Ik ben een mensch. Ik gevoel als mensch, denk als mensch, arbeid als mensch. In die hoedanigheid schryf ik m'n ideen , en 't komt me voor dat die ook door menschen zullen gelezen worden.
Mocht ik eenmaal van hoedanigheid veranderen, dan zou ik by die gelegenheid waarschynlyk tevens voorzien worden van de eigenschappen die tot myn nieuwen staat behooren zouden. Voorloopig houd ik het voor passend my te bedienen van de intellektueele organen die me op myn tegenwoordig standpunt gegeven zyn, en dus: als mensch, menschelyk te oordeelen. Een God die dáárover ontevreden was, zou 'n zonderlinge god wezen!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken