Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën II (1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën II
Afbeelding van Ideën IIToon afbeelding van titelpagina van Ideën II

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.99 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën II

(1880)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

496.

Een grysaard de olympische spelen willende zien, kon geen zitplaats vinden. - Waar-i zoekende langs ging, werd hy bespot en uitgelachen over z'n verlegenheid. Eindelyk naby de plaats komende waar de Lacedaemoniers zaten, stonden alle kinderen en veel mannen op, en boden hem om-stryd hun plaatsen aan. Het geheel ‘Publiek’ der Grieken was getroffen door deze betamelyke wyze van handelen, en toonde, door algemeen handgeklap, hoe men daarmeê was ingenomen.

De grysaard zeide zeer bedroefd. ‘O Goden, men ziet wel dat

[pagina 200]
[p. 200]

alle Grieken weten wat betamelyk is, maar dat alleen die van Lacedaemon het betamelyke doen.’

 

Dit is eene vertelling die aan de schoolbanken herinnert, en aan 't ? ????? waarover we altyd zoo'n pret hadden, omdat het zoo gek klonk, vonden we.

Maar by dat verschil tusschen handklappen en doen, is meer optemerken dan ons geleerd werd op de school, waar zooveel was, dat we niet leerden.

Myn: dus wist ge 't? en de verdrietige opmerking van den ouden man, bevatten eene beschuldiging van oneerlykheid.

Ik laat nu daar, of men moet plaats-maken voor elken grysaard. Ik zeg neen. Ik ken veel personen die lang leefden, en dien ik het recht niet toeken een jong hondje te derangeeren.

Maar, eens aannemende dat het opstaan voor grysaards onvoorwaardelyk goed is, zoo-als de Grieken schynen gemeend te hebben, mochten zy die bleven zitten, niet door toejuiching zich meester maken van den schyn als-of ze hadden deelgenomen aan 't goede dat geschied was.

Niet te weten wat betaamt, is aftekeuren.

Dit wel te weten, en niet te doen, is erger.

Maar 't ergst van al is, nà dat alles, zich door openlyke goedkeuring te willen doen doorgaan voor geestverwant van hen die 't betamelyke deden, - vóór ze wisten dat Grieken, en anderen, meer besef van deugd hadden, of hebben, in de handen dan in de harten.

Het ‘mooi vinden’ van den Havelaar is de rechtvaardiging myner verachting voor Publiek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken