Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

616.

Talma beweerde, en ik geloof ten-rechte, dat 'n artist - hy sprak uitsluitend van schouwspelers, artisten by uitnemendheid, naar myn inzien - zich niet mocht laten meeslepen door gevoel. ‘Dan was 't geen kunst meer’ zeid-i. Velen zullen deze uitspraak vreemd vinden, doch ik geloof haar te begrypen. 'n Vrouw die hevig schreit over den dood van 'r kind, en geen artiste is, zal de rol van treurende moeder minder goed vervullen, dan de kunstenares die... misschien haar kinderen te vondeling legde. Ook deze heeft gevoel noodig, doch niet voor de zaak, 't onderwerp, de passie, die zy als artiste aanschouwelyk maakt, maar: voor de kunst die noodig is òm dat alles aanschouwelyk te maken. Deze stelling is te bewyzen, en bewysbaar. Stellen wy onsrachel voor, ristori Mlle mars, of iemand van dàt gehalte als kunstenares. Deze dames... konden soupeeren, nadat ze gestorven waren als ifigenia, fedra, judith, en al wat er vrouwelyks omkomt in de tragedie. Dit zou immers onmogelyk wezen indien zy

[pagina 57]
[p. 57]

de passie die ze vertoonen, werkelyk hadden ondergaan. ‘Publiek’ zou wreed genoeg zyn dit te vergen, en gewis meer geld bieden voor 't lui genot van smart-zien, dan voor de inspanning- en oordeel-vorderende bezigheid der kunstwaardeering. Toen ik 'n knaapje was, slachtte men te Amsterdam de varkens op den publieken weg... dàt lokte jeugd! Ga naar margenoot#

margenoot#
Noot van 1876. Om 't verschil tusschen Kunstenaarsgevoel en gevoel in gewonen zin, nog duidelijker te doen in 't oog vallen, geef ik hier 'n paar voorbeelden, waarby wel-is-waar niet zoozeer van Kunst als van Wetenschap de rede is, doch die zeer gemakkelyk overtebrengen zyn op 't onderwerp dat ons hier bezig houdt. In zekeren roman van cooper wordt 'n militaire dokter ten-tooneele gevoerd, die by 't behandelen van gekwetste vyanden, in woede opstuift tegen de dragonders van z'n regiment, omdat de geslagen- of geschoten wonden niet gecompliceerd genoeg waren uit 'n oogpunt van chirurgie. De man was verliefd op ‘interessante gevallen.’ Sloot dit volstrekt alle medelyden met de patienten uit? Ik weet het niet, maar zéker wordt by zóó'n aanhanger van Kunst of Wetenschap, de liefde voor 't ‘vak’ hoofdzaak. Dat het hier gekozen voorbeeld aan 'n roman ontleend is, doet niet ter-zake, daar 't inderdaad typisch, en ieder in-staat is zich tegenhangers uit bet werkelyk leven voor den geest te halen.
'n Ander voorbeeld levert ons 't werk van den Engelschman wallace, dat in de hollandsche vertaling van Prof. veth den titel ‘Insulinde’ draagt. Die wallace, hoewel nu-en-dan beunhazende op algemeen-natuurkundig en zelfs politiek terrein, is hoofdzakelyk entomoloog. Ziehier hoe hy, na 't vangen van zekere kapel van 'n byzondere soort, z'n aandoeningen beschryft:
 
‘ Slechts een broeder-verzamelaar kan zich een denkbeeld maken van de opgewondenheid waarin ik verkeerde, als (zegge: toen) ik het ten laatste machtig werd. Toen ik het uit mijn net nam en de heerlijke vleugels ogende, begon mijn hart hevig te kloppen, het bloed steeg mij plotseling naar het hoofd en ik gevoelde mij veel nader aan een bezwijming dan ik gedaan had in dadelijk doodsgevaar. Ik leed het overige van den dag aan hoofdpijn, zoo groot was de spanning geweest.’
 
Wanneer men nu hierby bedenkt dat diezelfde man, gedurende z'n reis in Insulinde, twintigduizend torren en kapellen met spelden vastnagelde op stukken kurk, dat-i drieduizend vogels ombracht of ten-zynen-behoeve deed ombrengen (zie de voorrede van z'n werk) dan heeft men den juisten maatstaf van 't verschil tusschen gevoel in gewonen zin en gevoel voor Wetenschap of Kunst. Men mag verder gaan, en beweren dat er niet alleen verschil bestaat, maar zelfs tegenstelling. Juist de liefde voor Wetenschap bracht in 't hier bedoeld geval zekere òngevoeligheid te-weeg voor de wezentjes die aan de Wetenschap moesten opgeofferd worden. Men bedenke wel dat deze opmerking geen aanmerking is. Ik roer hier de moreele zyde van de zaak niet aan, en lever maar 'n psycholochische bydrage.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken