Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

731.

Die boekemaker levert een der duidelykste voorbeelden van de apigheid die zoovelen bederft. Niet alleen schreef-i 'n kroustilleus latyn-hollandsch - z'n frazen lyken op geschroeid leer - niet alleen bootste hy den styl van tacitus na - zegge: diens schryfmanier, 'n groot verschil! - 'n testimonium paupertatis dat hem, N.B. door onze hoog- en zeergeleerde letter-beotiërs als verdienste is aangerekend, maar hy vond er geen bezwaar in, heele volzinnen onveranderd overtenemen, en dus brutaal te stelen, zoodat eigenlyk welbeschouwd, tacitus medewerker is geweest aan de ‘Nederlandsche Historien.’ Dit droomde de man niet, toen-i z'n boekjen over de Germanen schreef! Ga naar margenoot# Ga naar margenoot#

margenoot#
Noot van 1874. In den IVden Bundel heb ik van die Hooftsche dievery staal en parodie geleverd.
margenoot#
Noot van 1876. 't Navolgen van de manier eens schryvers, is voor 'n geoefend litterator niet moeielyk. Sedert twintig jaren wordt de markt overstroomd met heinische gedichten, heinische opvattingen, heinische zin- en gedachtenwendingen, waaraan niet veel meer ontbreekt dan... de oorspronkelykheid van heinrich heine. Een kleinigheid, niet waar?
Een aardig staal van dat ‘nadoen’ - ditmaal evenwel ter-waarschuwing - leveren de teisterbantsche verzen in Mr. c. vosmaer's ‘beschouwing van bilderdyk’ 'n studie die eerst als feuilleton verscheen in 't ‘Vaderland’ en dezer dagen opnieuw 't licht ziet in den IIIn bundel ‘Vogels van diverse pluimage.’ 't Doet me leed dat vrees voor verdenking van kameraderie me terughoudt van een zoo hartelyke aanpryzing dezer ‘Vogels’ als ze verdienen. 't Oordeel van den heer busken huet - die N.B. beweert datvosmaer geen dichter is! - zal aan lezers die wel dichters zyn, nogal vreemd voorkomen. Om nu evenwel den schyn te ontwyken dat ik voor den heer vosmaer aan 't reklameeren ben, geef ik hier plaats aan 'n vinnig griefje. Z'n teisterbantsche verzen beantwoorden maar heel povertjes aan 't doel dat 'n rechtgeaard behandelaar van bilderdyk voor den geest behoort te staan. Ze zyn ter karakterizeering van den bilderdykschen trant op verre na niet zot genoeg, en vooral veel te welluidend. Ze kraken niet, en klapperen niet, en knersen niet. Men kan ze overluid lezen, zonder kramp in de kaakspieren te krygen. Dit noem ik 'n onvergeeflyke fout in iemand die zich 'n oogenblikje lang onbekwaam genoeg wil aanstellen om bilderdyk natebootsen. Ook in myn parodie op bilderdyk's treurspelmanier heerscht eenig gebrek aan onwelluidendheid - wie leverde ooit iets volmaakts? - maar me dunkt toch dat ik iets beter dan vosmaer, geslaagd ben in het teekenen van den onmisbaren onzin. Over 't geheel komt me vosmaer's oordeel over den ‘prins onzer dichteren’ te zachtmoedig voor. Maar hoogstbelangryk is ook dàt hoofdstuk in z'n veelkleurige ‘Vogels.’
Om overigens aantetoonen hoe gemakkelyk 't is, 'n manier van schryven nateapen, hoef ik slechts te wyzen op 't voorbeeld van de hooggeboren Vrouwe van heusden, die met den even hooggeboren graaf van teisterbant, geheel unisono en à s'y méprendre, om 't hardst rymdde. Ziedaar 'n onmisbaar gevolg van 't door litteratuursukkels aangeprezen bronnengelaaf! Iemand die voorgeeft iets te kunnen leveren, moet zich niet bezighouden met zoeken naar bronnen, hyzelf moet bron zyn. Een flinke voedster zuigt niet, ze zoogt! Is dit duidelyk, of niet?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken