Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 221]
[p. 221]

811.

En daarom maakte ik, ten-einde iets van adele te weten, kennis met Mr. henri en Mr. auguste.

't Waren beste jongens. Nadat we elkaar verteld hadden hoe vol de tuin was, dat 't straks nog voller, en 'n paar uur later weer leeg worden zou, bracht ik 't onderwerp op:

 

- Cette dame là-bas... vous la connaissez?

- Mais si! Elle est ma cliente.

 

Ah, begreep ik, M'sieur auguste is advokaat. Henri, iets jonger, zal nog student zyn.

 

- Elle est bonne fille... très-bonne fille, verzekerde deze.

 

Ik vond deze lofspraak eenigszins vreemd, om den titel dien ik adele had hooren geven.

 

- Elle est marquise? vroeg ik.

- C'est égal... elle est bonne fille! riep auguste.

 

Dit ‘c'est égal!’ vond ik prachtig. We zwommen hier en pleine démocratie, naar 't scheen. Markiezin, hertogin, koningin, werelddeel, aarde, maan, zon, melkweg... alles gekheid, stof en asch! Ze is bonne fille! Dat 's wat ànders!

Ik maakte 'n buiging in m'n binnenste voor dien auguste, en vergaf hem 'n oogenblik den onnoodigen neusknyper die hem zoo leelyk stond. Ik die veelal te hoog gryp - men zoeke hierin niet de minste booze toespeling noch op de lezers van ‘het Noorden’ noch op de lyders van andere kranten - ik had by dien auguste te laag getast. De schelvisch vertoonde zich ditmaal heel onverwacht als 'n Leviathan, en m'n ziel liep gevaar zich te verslikken aan 'n al te groot brok psychologische lekkerny.

Waarlyk, ik begon me thuis te voelen op de markt, en wenschte mezelf geluk ditmaal niet m'n keukenmeid gezonden te hebben.

Uit schaamte over m'n vergissing hield ik als boete 'n lankdradige verhandeling over 't goede... of wou dit doen. Auguste viel my in de rede met 'n verhaal van wat adele gedaan had voor 't gezin van 'n verongelukten huurkoetsier. Hy scheen my te willen straffen voor al de gemeenplaatsen die ik gereed-maakte voor m'n oratie. En gelukkig! Wie weet of ze niet waren uitgeloopen in de fadaise van 'n kongressig: liberrté, égalité, fraterrrnité? God bewaar ons!

Adele had voor alles gezorgd. Ze had gewaakt by de arme weduw die ziek was, ze had de kinderen kleeren en voedsel gegeven, 'n garde-malade gehuurd, geneeskundige hulp ver-

[pagina 222]
[p. 222]

schaft, 'n luiermand besteld. In haar hotel...

 

‘Dus toch... géén gemeen schepsel?’

 

Lezer, oordeelt ge nu zoo, omdat auguste van haar ‘hotel’ sprak? Och, het doet er zoo weinig toe, hoe 't ding heet waarin men z'n verblyf houdt. Zelfs in nederige hutjes op de hei vindt men deugnieten, en ik heb 'n braaf man gekend, die twee porte-cochères aan z'n huis had. Hy was wagenverhuurder. Sla eens Jozua II en VI op, en lees aandachtig. Uit die hoofdstukken kunt ge leeren dat men als 'n hagedis op 'n muur wonen kan, en toch welgevallig zyn aan... heeren, jazelfs aan den ‘Heer.’

Wat meer beteekent dan adele's hotel, was dat ze in dat huis kamers tot ontvangst der drie jongste kinderen van de weduw had laten inrichten. therese zou die wasschen, kammen en zoet-houden. Ze had 'r expres 'n nieuwgebedenboek voor gekocht, omdat het hare versleten was.

Intusschen danste ze met Mr jules, haar cavalier van onlangs. Met den onmetelyken sleep van haar kleed speelde zy weer de staartster. Ook de centraalzon adele schitterde vreeselyk. Op de plaats die ze zittende besloeg, had dido wel drie Karthago's met voorsteden kunnen bouwen. Wat den meteoor aangaat, hy stond achter haar, en knabbelde op 'n stukje suiker.

 

- Oui, elle est très-bonne fille! bevestigde henri nogmaals, na auguste's verhaal. Voulez-vous faire sa connaissance?

 

Niet voor ik van den bok val, dacht ik. En ik bedankte, onder voorwendsel dat ik als vreemdeling niet gaarne veel betrekkingen aanknoopte. De waarheid was dat ik vrees voelde voor al haar kleeren. Men vertoont zich zoo mager naast zoo'n ballon. En my hinderde die opgeblazenheid nog meer dan ze anderen kan gestuit hebben, omdat ik 't mensch in de gedaante van 'n uitroepingsteeken gezien had.

 

- Comme vous voulez. Auguste vous présenterait. Elle est sa cliente.

- Oui, elle est ma meilleure cliente.

 

Met bliksemsnelheid maakte ik den inventaris van al de landgoederen waarover adele gedurig in proces lag. Ik telde de markizaten by dozynen, de heerlykheden by honderden. En waarom zouden er, wel beschouwd, ook niet 'n paar hertogdommen en litige kunnen liggen? De buiging van auguste, toen adele ons tafeltje voorby-sleepte, was 'r diep genoeg

[pagina 223]
[p. 223]

toe. 't Is toch onvoorzichtig van zoo'n dame, zulke gewichtige belangen toetevertrouwen aan 'n zoo jeugdig man. Want, dacht ik, al zy nu die auguste 'n ware fort-en-thème, 't is onmogelyk dat-i de noodige ondervinding opdeed. En de jeugd is lichtzinnig. Bovendien, z'n tegenwoordigheid op die plaats waar-i stammgast bleek te zyn... 't is waar ook, wat deed dààr 'n Marquise?

 

‘Juist! Want indien ze dan toch werkelyk géén gemeen schepsel was...

 

Niet waar?

 

‘En als die auguste tot den deftigen stand behoorde...

 

Precies! Als... maar hoe weet ge dit?

 

‘Ge zeidet dat-i advokaat was...

 

Ja, de zuivere waarheid!

 

‘Dus... géén gemeene troep?’

 

Lezer, ge verdient uw eigen vischkooper te zyn!

Maar ik was nog niet zoo geheel zeker van de zaak. Ik moest weten waarom auguste...

 

- Vous fréquentez ordinairement cet endroit? vroeg ik.

- Oui, ça m'amuse de voir le monde.

 

Dit kwam me zoo gek niet voor. Ik antwoordde dat ook ik me toelegde op menschkunde, en alle gelegenheden aangreep om me daarin te volmaken. De verhandeling waaraan ik me by deze gelegenheid, wou overgeven, werd afgebroken door abbas, die namens z'n meesteres auguste kwam roepen.

Deze ging terstond tot haar, en wel met 'n zèle die talleyrand zou afgekeurd hebben. Ik zag hoe hy met den hoed in de hand voor adele stond, en hoorde dat-i van haar weggaande, zeide:

 

- Sans faute, Madame!

 

Ze scheen hem iets opgedragen te hebben. Nu, dit wàs zoo.

 

- Elle m'a invité de venir la voir chez elle, demain matin. J'irai! Parole d'honneur, j'irai!

 

Men zal haar weer 'n hertogdom ontfutseld hebben, dacht ik, en die goeie auguste moet 'r dat terug-chicaneeren. Met Recht alleen komt men niet ver. Dat snuffelen in oude familie-papieren is dikwyls interessant, en als men er dan in slaagt,

[pagina 224]
[p. 224]

door yver, kunde, scherpzinnigheid...

 

- Vous ne sauriez croire comme elle a le pied sec, zei auguste.

 

Ik wil 'n lezer van ‘Het Noorden’ worden, als ik 'n jota van deze ontboezeming begreep. - Zou ik verkeerd verstaan hebben? dacht ik. Of gebruikt-i misschien 'n terme de palais die my onbekend is?

Ik hield me voorloopig alsof ik 't volkomen met hem eens was, en antwoordde:

 

- Cela se voit bien.

- N'est ce pas? Le jarret d'acier! La cheville pas plus grosse que voici...

 

En hy omspande z'n pols.

Dit vond ik nu wel bovenmenschelyk mooi, maar ik begreep nog altyd niet hoe deze verheven eigenschappen adele konden te-pas komen by het terug-eischen van de ontstolen hertogdommen? Ik voelde zekere neiging haar te waarschuwen tegen de lichtzinnigheid van haar advokaat, en aanteraden 'n raadsman van ryper leeftyd te zoeken.

 

- Je vous jure que sans être bien casée comme elle est, edele pourrait faire son chemin comme danseuse.

- Ma, foi, je le crois bien. Mais... il me semble que ce n'est pas une raison de négliger sa position actuelle, bracht ik bedeesd in 't midden.

- Du tout, du tout! Moi aussi, j'aime de solide...

 

Er viel me 'n steen van 't hart.

 

- Je lui ai conseillé de faire des économies...

 

Hoe langer hoe beter. Die auguste was zoo dom niet.

 

- Car enfin, on ne saurait prévoir...

 

Juist, zei ik, en hield geen verhandeling over de wisselvalligheid van al 't aardsche, omdat zulke dingen zoo afgezaagd zyn. In-plaats daarvan maakte ik de opmerking dat het me vreemd voorkwam, zoo'n uitstekende danseres den ganschen avend als op 'r stoel vastgeplakt te zien. Was ze bevreesd dat haar Karthago's kou vatten zouden? Of bleef ze zitten uit bescheienheid? Duchtte ze misschien dat de middelpuntschuwende kracht van 'r onmetelyk kleed, in draaiende beweging gebracht, het publiek zou wegzweepen uit den tuin?

Zóó zal 't wezen, dacht ik. Ze is ‘bonne fille’ en wil 't vermaak niet storen.

[pagina 225]
[p. 225]

Om zekerheid te hebben, vroeg ik aan auguste waarom z'n kliënte niet danste?

 

- Mais... c'est précisément pour cela qu'elle m'a fait prier de passer chez-elle, demain matin de bonne heure. Elle ne danse pas, parcequ'il y a... empêchement.

 

En hy mompelde iets over nyd.

 

Volgens m'n vaste gewoonte begreep ik nu alles. De jongelieden in den tuin waren ontstoken in woedende yverzucht. Niets natuurlyker. Ieder haakte even vurig naar 't bezit van adele met al haar hertogdommen en processen. Er was twist ontstaan. Men had elkander uitgedaagd. Er zou bloed vloeien. De zachtmoedige adele, bonne fille als altyd wilde dit voorkomen. Ze peinsde op middelen om allen tevreden te stellen, en intusschen besloot ze niemand te bevoorrechten. Om-den-wille van den lieven vrede bleef ze zitten voortbroeien op Karthago, van dido af tot hannibal inkluis, en intusschen riep ze haren raadsman, die z'n invloed zou aanwenden om de heele zaak in-der-minne byteleggen. Niets was duidelyker dan dit alles. Wel vreemd dat ik dit niet terstond begrepen had! Ik beloofde myzelf beterschap, en nam me voor, 't eerste probleem 't beste dat zich verstouten zou my in den weg te treden, doortehakken als 'n rotten appel.

Om reeds nu auguste te doen gevoelen dat ik 't gewicht van de hem opgedragen taak ten-volle besefte, bedacht ik eenige frazen over yverzucht, jalouzie, enz.

 

- Ja, zei ik, nyd is 'n vreeselyk ding! Livor edax...

- Elle dansera!

- 't Is te hopen, antwoordde ik, en verzweeg m'n bekommering over 't lot van hannibal, omdat ik 'n tirade plaatsen wilde over eris en den Trojaanschen oorlog.

- Je vous jure qu'elle dansera... je la ferai danser!

- Als 't maar geen bloed kost...

- C'est mon affaire!

 

Ik raadde hem aan, met beleid te-werk te gaan. 'n Allergoedkoopst raadje, dat-i toch niet versmaadde, naar't scheen.

Want, zeidi:

 

- En fait d'envies, m'sieur, les émollients avant tout!

- Ach, zuchtte ik, als menelaus 'r ook maar zoo over gedacht had! Met 'n zoet lyntje had-i z'n vrouw wel weer thuis-gekregen. Wat al ongelukken zouden voorkomen zyn...

- C'ést égal... elle dansera! Pas plus tard que demain soir... parole d'honneur! Elle dansera! C'est moi qui le dis!

 

[pagina 226]
[p. 226]

Hy scheen driftig te worden.

 

- Wees bedaard, zei ik. Een imperatief, waarmee wy Hollanders gewoon zyn kalme menschen driftig, en driftige menschen dol te maken.

 

Nu, dol werd auguste niet. Ik denk dat-i geen acht had geslagen op m'n irritant hollandisme. Met ernst en waardigheid dronk-i z'n zooveelste glas Vermouth...

Vermouth en Absinthe, lezer, zyn de twee vloeibare pesten, die in Frankryk met byzonder goed succes de rol van onzen jenever vervullen.

 

‘Ah, uw Mr. auguste was beschonken! Tòch 'n gemeene troep dus?’

 

We zullen zien, lezer. Dronken was auguste niet, want hy bestelde nog 'n glas Vermouth. Dit zoud-i immers niet gedaan hebben, als-i reeds te veel gebruikt had?

 

‘In uw plaats ware ik opgestaan, en had de relatie afgebroken.’

 

Al wat gy zoudt gedaan hebben, lezer, is hierom reeds niet wèl gedaan... omdat ge 't niet gedaan hebt. Bedenk dat ge dan ook niet waart te weten gekomen wie adele was, of wàt ze was? Ge zoudt dan bovendien dit nummer van m'n ideen niet geschreven hebben. Zoo is er meer dat ge niet gedaan hebt.

Toch scheen de Vermouth vry sterk. auguste sloeg op de tafel.

 

- Je vous dis qu'elle dansera... n'est-ce pas, henri?

- Comme une sauterelle! verzekerde deze.

- Maar hoe zult ge dat dan aanleggen? vroeg ik. Ze kan toch maar één gelukkig maken, en al die anderen zullen...

 

M'n fantazie sloeg 'n verdeeling van adele's domeinen voor. Met vlugheid paste ik daarop het tiendeelige stelsel toe. Tien heerlykheden maken een graafschap, tien graafschappen een hertogdom. Tien hertogdommen... zou ze inderdaad 'n koningin zyn? En hoe dan met de verdere splitsing? Haar kleed was deelbaar, dit had ik in 't koetshuis gezien. Maar 't weinigje mensch dat 'r in zat?

 

- Toute bonne fille qu'elle est, zei ik, elle ne saurait contenter tout le monde.

- Si, si! Quand elle danse, vous verrez. Elle est de force à éreinter tout un régiment...

- Diable!

- Pourvu qu'elle danse, je serai content.

 

Een rechte advokaat! 't Scheelde hem weinig wat de gevol-

[pagina 227]
[p. 227]

gen waren, indien slechs hy, door 't voorloopig byleggen van de zaak, 'n goeden naam kreeg als raadsman. Pereat mundus, mits hy...

 

- L'humanité, m'sieur... aldus begon ik 'n zeer schoone verhandeling, die ik niet verder kon voortzetten, omdat auguste zelf nu op-eenmaal veelsprekend werd. 't Woord humanité had 'm op den weg gebracht. Later speet het me dat ik niet liever iets gezegd had met 'n paar rollende r's er in. Nu bepaalde hy zich slechts by menschelyke dingen. Van adele'stoekomst die, naar-i betuigde, verzekerd was als ze maar altyd zyn raad wou aannemen, sprong-i op de politiek. Demokratie was 't ware, en de republiek z'n ideaal. De standen... bah! Diplomen... gekheid!

Ik vernam nu - en ditmaal was ik 't, in weerwil van den Vermouth, vry-wel met auguste eens - dat diplomaten, ministers, koningen, en zulke personen aan wie de zorg voor 't geluk der volkeren in zekere maat is opgedragen, gewoonlyk niet op de hoogte van hun roeping staan. En ook in andere vakken...

Nu komen de advokaten aan de beurt, dacht ik. Maar auguste sloeg die over, waarschynlyk om zich te vrywaren tegen de verdenking van broodnyd.

Ook in andere vakken, beweerde hy, heerschte de kwakzalvery op schromelyke wys. In de geneeskunde bedriegen de gediplomeerden 't al te geloovig publiek met doktersbullen en akademische getuigschriften, met 'n verwaand neerzien op den man van ondervinding, van praktyk...

 

Stout gesproken voor zoo'n jong mensch!

 

- Ils méprisent l'expérience, le savoir-faire d'un homme qui sait guérir sans leur foutu grec et latin...

 

Dat is 'n onafhankelyk idee, dacht ik, voor iemand die opgebracht is by rosa, rosae. Ik knikte goedkeurend.

 

- Monsieur me comprend parfáitement, verklaarde auguste aan henri, op 'n toon alsof hy zeer in z'n schik was eens eindelyk iemand te hebben gevonden, die op de hoogte stond van zyn verheven wereldbeschouwing. En:

 

- Garçon... un Vermouth!

 

‘'n Gemeene troep! Ik ware opgestaan.’

 

Ik geloof 't niet, lezer. Dan zoudt ge ook nu dit blaadje neerleggen, dat ge toch uitleest, niet waar?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken