Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

829.

Voor eenigen tyd vonden wy in onze couranten 't volgend stuk van den heer h. hemkes kz. te Ried. De strekking is te nuttig, en de inkleeding te flink-praktisch, dan dat het mag verloren gaan als éfémére kranten-litteratuur.

ONDERWIJZERS-JAARWEDDEN.
 
Landgenooten!
 
Wilt ge mij een oogenblik volgen? Ik breng u op een plaats, waar het wel juist niet zoo aangenaam is te verkeeren, maar waar elk, die zijn vaderland met heel zijn toekomst lief heeft, toch wel eens een kijkje mag, ja moet nemen, om betrekkelijke toestanden naar waarde te kunnen beoordeelen.
Welnu - wij treden zamen een huisgezin binnen. Wij doen dat in het begin der maand Januari 1871. Wij vinden daar vijf personen: man en vrouw - beide ongeveer 30 jaren oud - en drie kinderen: één van vijf-, één van twee en één van halfjarigen leeftijd. De woning ziet er uitwendig schamel uit, en draagt de teekenen er van, dat het ook aan het noodig onderhoud heeft ontbroken. Zij bevat één woonvertrek, één zij- of spreekkamertje en eene keuken. De kamers zijn zeer eenvoudig gemeubileerd. Wat in elke huishouding onontbeerlijk is, wordt er gevonden. Alles was niet in besten staat. Half versleten gordijnen, waggelende stoelen en wat dies meer zij! Maar - alles proper! En nu - de bewoners van het huis!
De man droeg in huis een sober kleed. Dat zijner vrouw was verschoten en meer dan half versleten. De kinderen waren goed gedekt, maar niet allen in staat om de snerpende koude daar buiten te trotseeren. Aan ordelijkheid en zindelijkheid ontbrak het evenwel niet. De werkplaats, waar de man zich dagelijks moet bewegen, is goed ingericht.
Het woonvertrek wordt verwarmd door een kachel, kookkachel
[pagina 248]
[p. 248]
tevens. De keuken mist in zoover zijne bestemming. Een mand naast den kachel geplaatst, bergt eenige turven. Voor het overige ziet men turfmolm, coaks en een weinig hout. Doorgebrande kolen worden in een doofpot geborgen. Koude wordt er in het woonvertrek niet geleden.
Het gezin heeft of gebruikt slechts één slaapvertrek: de woonkamer. En die woonkamer telt, naar ik meen, maar één bed. In allen gevalle: er wordt slechts van één enkel bed gebruik gemaakt. Daar slapen vader en moeder, de laatste met het jongste kind aan de borst. Aan het voeteneinde der bedstede zien wij een kribbe, waar de beide oudste kinderen 's nachts huisvesten. Het geheele gezin begeeft zich vroegtijdig ter ruste. Men spaart zoodoende vuur en licht, wellicht ook brood! Het laatste althans tot den volgenden morgen! Ik konde dat opmaken uit al wat ik zag. Alle voedsel, dat er genuttigd wordt, is sober. Ontbijt: roggebrood met een aftreksel van koffie en cichorei, of liever cichorei en koffie. Middagmaal: aardappelen (volstrekt niet eerste qualiteit) met zoogenaamd winkelsmeer. Boter en vleesch? Daaraan valt in de verte niet te denken! Louter artikelen van weelde, waarbij den man wellicht de plaat van A. Ver Huell voor den geest komt, waar de laatste een sjouwerman afbeeldt, staande voor een vleeschhouwerswinkel, en spellende en lezende: ‘biefstuk te koop’ , en heengaande met de diep wijsgeerige uitdrukking: ‘dat hebben ze nou mij ook leeren lezen op de zondagschool, maar ... vreet er 's van! Avondmaaltijd of souper: weder aardappelen in anderen vorm gestampt, geroosterd of gebraden. Twee avonden in de week echter meelpap! 's Zaterdags kunnen de kinderen zich vergasten aan een tarwebrood, en op zondagmorgen alléén werd er extra koffie gedronken.
Kwam er onverwacht bezoek - dan wordt er wat uitgehaald!
Nu kennen wij het gezin zoowat uit- en inwendig.
Wie is het hoofd er van:
Lezers! het hoofd van dat gezin is een HOOFDONDERWIJZER aan eene der openbare scholen in ons vaderland! Zijn tractement? Minimum tractement: Vier honderd gulden per jaar.
Ik vraag: is die man niet physisch zoowel als moreel gedwongen, op zulk een armoedigen voet te leven? Ik vraag meer: heeft menig dagloonershuisgezin, waar acht gulden per week door groot en klein wordt verdiend, niet oneindig veel vooruit bij zulk een staatsambtenaar, die kinderen moet vormen tot edele burgers van den staat, en daardoor de toekomst van het vaderland helpt waarborgen?
Vraagt ge nadere inlichtingen? Ik geef ze gaarne. Zie hier.
Inkomsten ƒ 400.
 
Uitgaven:  
Bijdragen voor het pensioenfonds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ8.-
Bijdragen voor het weduwenfonds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ10.-
Bijdragen voor het begrafenisfonds. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ9.50
Zegels van 4 ordonnantiën. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ƒ0.84
Voor rijksbelastingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ15.-
     Transp.ƒ43.34
[pagina 249]
[p. 249]

     per transp.ƒ43.34
Gemeente-omslagen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ƒ3.-
Lidmaatschap van onderwijzersvereeniging, enz. . . . . . . . . . . .ƒ6.-
Idem van leesgezelschappen (‘Nieuwe Bijdragen, de Wekker’ , enz.). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ4.-
   
(Bovenstaande uitgaven zijn deels onvermijdelijk en deels noodwendig om de wille der betrekking zelve.)  
   
     Voorts:  
Brandstof en licht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ30.-
Winterprovisie (aardappelen enz.). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ38.-
Kleeding, linnen, schoenen, klompen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ50.-
   
(De laatste post is laag berekend, want de man is kleermakerszoon en eenigermate met het vak van zijn vader bekend.)  
   
Tabak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ10.-
Onkosten bij bevalling (in 1870). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ15.-
Medicinale hulp en medicijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ26.-
   
(Voor medicinale hulp enz. wordt wekelijks 50 cents weggelegd. Er bestaat in dat dorp geen ziekenfonds. Die geheele som was 1 Januari 1871 nog voorhanden. Men liet haar onaangeroerd ondanks kommer en gebrek. Wat kan 1871 wellicht baren?)  
   
     Eindelijk:  
Onkosten voor het bijwonen van vergelijkende examina. . . . . . .ƒ12.-
     Te zamen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ƒ237.34

Van het geheele tractement blijft dus over ƒ 162.66. Bijgevolg per week ƒ 3.15 voor het geheele huisgezin of 63 cent voor elk persoon. Voor die som moet brood worden gekocht, meel, melk, eieren, sago, rijst, beschuit, olie, siroop, zeep, azijn, garen en band, koffie, cichorei, thee, suiker, enz. Ook moet er nu en dan eene werkvrouw uit die ontvangsten worden betaald.
De onderwijzer met wien wij ons bezig houden, ontving maandelijks op eene scheurordonnantie ƒ 20, driemaandelijks op eene verzegelde ordonnantie de overige ƒ 57.79.
Mag dat loon heeten op trouwen arbeid? Spreken zulke feiten niet duidelijker dan alle brochures? Moet ook op de school het kalf zijn verdronken, vóór dat de put wordt gedempt? Ik vraag alleen. Antwoorde, wie antwoorden kan!
Van het crediet, dat men dien onderwijzer gaarne schenken wilde, maakte hij nooit gebruik.
‘Maakte ik schulden’, sprak de man, ‘dan ware de ellende niet te overzien. Bovendien zou ik op vele artikelen 5 à 10 pCt. meer moeten betalen. En - zoo voegde hij er bij - als dan mijn tractement eens werd verhoogd, of ik kreeg voordeeliger standplaats, wat zou in dat geval die lotsverbetering in de eerste jaren mij baten?’
De vrouw zei: ‘Dat lijden, dat gebrek is nog het ergste niet. Maar wij zijn niet in staat, om onze armoede voor het oog der menschen te verbergen. Daaraan is het toe te schrijven, dat mijn man een jaar geleden niet te H. werd benoemd. Waarom moest de commissie van plaatselijk onderzoek het ook juist in den
[pagina 250]
[p. 250]
barren winter zoo treffen?’
In den zomer was het lot van dat onderwijzershuisgezin meer dragelijk. De vrouw gaf dan 's avonds aan eenige meisjes onderwijs in het breien. Eene geit leverde dan melk, het tuintje groenten en wat aardappelen, hoewel in 1870, meer zieke dan gezonde.

Ried, 24 Januari 1871.
H. HEMKES Kz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken