Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën VI (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën VI
Afbeelding van Ideën VIToon afbeelding van titelpagina van Ideën VI

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën VI

(1878)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

1138.

- Zeg jyzelf nu eens, Stoffel, of de stad niet vol moordenaars en dieven is?

 

Stoffel zoog z'n bovenlip naar binnen, en trachtte met de andere de punt van z'n neus te bereiken. De lezer wordt uitgenoodigd dezen mondgreep natebootsen, en hy zal, volgens de door my meegedeelde methode van ziel-ontdekking, nagenoeg weten hoe en wat Stoffel niet antwoordde op deze vraag.

 

Juffrouw Laps hield zich of ze ‘ja!’ verstond, omdat het zoo in haar kraam te-pas kwam. En dus:

 

- Zie je wel, Stoffel zegt het ook! De stad is vol dieven en moordenaars, en... 'n fatsoenlyk mensch durft niet meer in z'n eentje naar bed gaan. Dat zeg ik!

- Maar... juffrouw...

- De policie? Gekheid! Wat helpt de policie, als je niet op God vertrouwt? Dàt 's 't ware! En wie dàt niet doet, is verloren. Menschelyke hulp... ik kan me niet begrypen dat... Laurens altyd zoo vroeg slapen gaat. Weet jelui wel, dat het niet gezond is zoo veel te slapen! Wat zegt de Schrift? Waak en bid! Maar... ieder z'n sinnigheid! Ik kan je voor God verklaren dat ik niet alleen naar huis durf, en...

 

Hier vertoonde zich weer 'n ‘vinger!’ Wouter's nieuwsgierigheid was ten-hoogste gespannen. Om beter te kunnen verstaan stond-i in gebukte houding, en leunde met één hand op den rug van 'n stoel. Z'n steunpunt kantelde, de stoel gleed uit, knerste over den grond, bereikte 'n ander meubel...

 

- Heere-jesis-kristis, wat 's dàt nu weer? kryschte de moeder. Ben jy 't, Laurens?

 

Wouter piepte verlegen terug, dat het: ‘ik’ was. Uit deze stoornis vloeide voort dat-i zich wist overteplaatsen in den kring waar zulke belangwekkende dingen werden verhandeld.

 

Z'n entrée de salon had plaats onder de allerongunstigste omstandigheden. Hy werd hevig berispt omdat-i ‘nog’ niet uitgekleed was, en...

 

- Zet jy je bakker op, voor je je kleeren uittrekt? riep

[pagina 136]
[p. 136]

de moeder.

 

Zoowaar, de jongen had vergeten zich te ontdoen van z'n slaapmuts! Hy meende van schaamte te verzinken. Liever had-i àl 't andere gemist, dan dat eene te hebben!

 

- En... wat heb je dáár?

 

Helaas! Ons heldje was belachelyker nog dan men in-staat is zich te maken met 'n pluimmuts alleen. Er bleek dat-i zich gewapend had met den yzeren staaf, die in voorhistorische dagen door z'n vader gebruikt werd tot recht-afsnyden van leêr. Gedurende 't begin van 't lapsisch verhaal dat zoo slecht vlotte, meende hy, dacht-i, hoopte hy...

 

Nu ja, hy verstond iets van 't oude: ‘waar blyft Wouter?’ Uit den mond der spreekster niet, o neen - 't waren immers juist de woorden die ze by-voorkeur niet uitsprak! - maar... hy meende ze toch te hooren, al kwamen ze tot hem van geheel anderen kant.

 

Wel was-i dien vrydag laag en slecht geweest, onridderlyk en infaam, maar... hy bleef nog altyd Wouter!

 

Moordenaars? Dieven? Een vrouw in nood, 'n dame - ze heette Laps, godbetert! - wat anders kon daarop volgen, dan:

 

- Ce sera moi, Nassau!

 

en:

 

- God laat die moordenaars maar begaan... ik niet! Ik. Wouter!

 

Ivanhoe was-i gewis dien dag niet geweest... helaas! Doch er was toch nog altyd genoeg in hem van zichzelf, om niet lager te staan dan de slechtaard Brian de Bois-Guilbert, die toch ook niet wegliep voor gevaar, al was dan z'n gedrag jegens Rebekka hoogst-indelikaat.

 

Slecht? Het zy zoo! Maar lafhartig ook? Dat zou te veel zyn.

 

In zóó'n stemming had Wouter - hy scheen niet te weten dat ook z'n eigen felonie voortkwam uit lafheid! - tusschen z'n tweede kous en z'n broek in, den leder-lineaal gegrepen. En dat ding hield-i nog altyd in de hand, toen er door zoo'n zonderlingen samenloop van omstandigheden 'n welgelukt beroep werd gedaan op z'n moed.

 

O, eerbiedwaardige, korrekte, maar dikwyls laaghartige, toch al-

[pagina 137]
[p. 137]

tyd onschuldige, kansverevening, waarom moest ge dat onïngetogen ridderzwaard in-handen geven van iemand die vergeten had zich te ontdoen van z'n slaapmuts? Waarom niet die twee belachelykheden in billykheid over Stoffel en den held verdeeld? Waarom niet aan ieder wat? Den een de muts, den ander 't wapen? Of, beter nog, waarom niet Stoffel den hellebaard in de hand gedrukt, en den slapenden Laurens by uitsluiting belast met het torschen van den gepluimden diadeem? Wat kon het hèm schelen hoe hy er uitzag in z'n bed!

 

Maar... 'n held, 'n ridder? En dat onder de oogen van de dame die hy beschermen zal!

 

Arme Rebekka, wanneer Ivanhoe ware te-voorschyn gekomen met zóó'n helm!

 

Wouter was woedend.

 

En... ik ook! Op die kansverevening namelyk, en niet zoozeer om de boosaardige kombinatie van muts en degen. Zy is niet te vermyden, en de Don Quixotten schikken zich. Weldra zien ze die pluimmuts voor 'n stalen helm aan, en hun hemd voor 'n schubbejak.

 

Niet dáárom alzoo ben ik boos. Ik zou waarlyk te veel te doen hebben, indien ik toegaf in de neiging tot zùlke verstoordheid. Maar om 'n andere samenvoeging die bedroevender is, en waarin 'n braaf ridder zich niet màg leeren schikken.

 

Wouter was lafhartig geweest, toen-i Femke had behooren te kennen en te èrkennen. En... z'n gevloden ridderlykheid kwam te-voorschyn op 'n roep uit den mond van juffrouw Laps! Dit is erger dan belachelykheid!

 

Tegenover reinheid had-i zich stug betoond, en arm aan ziel. De rykdom van z'n gemoed berstte weelderig uit, zoodra ze werd opgevorderd door 't gemeene. Is 't niet treurig?

 

Dat de Don Quixotten weldra de onheraldische beteekenis van hun pluimmutsen over 't hoofd zien - lafaards wachten zich wel voor zulke gekheid! - is begrypelyk, en te vergeven. Maar wie - en op-den-duur - genoegen nemen zou met de verkrachting van zedelyke logika, met het tragisch-heterogeene...

 

't Huwelyk van rapier en muts was maar komisch!

 

...wie op-den-duur zich tevreden stelt met... dat andere, hy is verloren! Hoogstens kan er 'n rykworder uit hem groeien,

[pagina 138]
[p. 138]

'n schoonzoon van Kappelman, of zoo-iets.

 

Goddank, Wouter zou 't leeren inzien. De zeer intelligente lezer begrypt immers dat-i anders geen geschiedenis hebben zou? Maar hy was nog in lang zoo ver niet, en meende al veel gedaan te hebben tot herstel van de zoo sarkastisch bedorven tooneelzetting, toen-i met driftig gebaar z'n wapen kletterend op den grond smeet, en z'n muts - flap! - op de tafel.

 

Niemand had ooit geweten dat het manneke zoo driftig worden kon. Z'n moeder vroeg dan ook met de gewone belangstelling in 't welzyn van z'n zieltje: ‘of-i dan in-godsheeren-naam heelemaal bezeten was?’ 't Had er veel van.

 

De ‘vinger’ van zoo-even zal wel weer de klauw van 'n duivel geweest zyn, of... van den Duivel, naar verkiezing van den lezer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken