Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën VI (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën VI
Afbeelding van Ideën VIToon afbeelding van titelpagina van Ideën VI

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën VI

(1878)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 208]
[p. 208]

Lezers die gesteld zyn op deftige poëzie, kunnen ook dit hoofdstuk weer overslaan. 't Is vol prozaïsch realismus, zich openbarend in de hydrogymnastische oefeningen van 'n kastalische-fonteinnimf - tevens van beroep: waschvrouw - met 'n ridder in de luur, die 'n brief ontvangt uit den hemel: mirakel!

1165.

Toen Wouter zich in 't gras zette met z'n rug tegen 'n boom, was z'n voornemen daar te blyven zitten wachten tot-i leven bespeuren zou in Femke's huisje. Al was 't dan hoogstonzeker of ze zich dáár bevond, toch immers zou hy dan iets vernemen. In-allen-geval kon haar moeder hem zeggen, zoo hoopte hy, of ze behouden was thuis gekomen, en of de wond in haar hals of gezicht van beteekenis was? Want bebloed was ze geweest, dit had-i duidelyk gezien.

 

Hy wist niet of ze gedurende haar tydelyke funktien by de Holsma's - 'n nicht... hoe zat dàt in elkaar! - op de Kolveniersburgwal sliep, of 's avends te-huis kwam by haar moeder. Maar hoe dit wezen mocht, iets zou hy nu zeker vernemen, als-i maar wachtte...

 

Helaas! Om hem overeind te houden, waren drie stevige boomen niet te veel geweest, en hy hard er maar één. Hy viel

[pagina 209]
[p. 209]

dan ook weldra om, en lag daar alleronfatsoenlykst. Z'n petje rolde in de sloot, en verdween langzaam maar zeker onder 't kroos.

 

De zeer enkele voorbyganger die hem bemerkte, meende dat daar 'n beschonkene lag, en was ruimschoots in de gelegenheid om bespiegelingen te maken over de al te vroege rypheid van zoo'n jong ventje. Een onderzoek naar de oorzaken van 't geval - hy toch kon ziek, gewond of dood wezen - lag niet in de zeden. Dat zyn politiezaken. 't Was volgens die zeden al wel, dat niemand hem leed deed.

 

Gelukkig was 't aantal voorbygangers, om 't vroege morgenuur, nog zeer gering. Bovendien, hy lag niet zeer naby het pad dat door 't grasveldje kronkelde, en de meesten gingen voorby zonder hem te zien. Maar straks als er gebleekt moest worden, zoud-i in den weg liggen, dat was zeker.

 

Z'n droomen bleven - als 't wakend leven-zelf - 'n zonderling mengsel van schyn en werkelykheid. Een beetje waarheid, en veel bedrog... ziedaar alles! Om rechtvaardig te zyn jegens slaapdroomen, moet men erkennen dat ze maar beschikken kunnen over één soort van leugen. Even als dichters en lasteraars! - vinden ze niets uit, en bepalen zich tot eenige verandering in 't rangschikken of samenvoegen. Personen, zaken en denkbeelden wisselen gedurig van rol, en leenen van elkander 't heterogeenste. Wouter droomde precies als 'n ander in zyn geval zou gedaan hebben, d.i. onder den indruk van de gegevens die hem waren meegegeven in den slaap, en van den boomwortel waarop z'n lenden waren te-recht gekomen. Die wortel speelde voor juffrouw Laps die hem pynlyk omhelsde, maar ze sprak daarby als oom Sybrand, over taal en kippenhokken. Z'n moeder zag het aan, en geleek op koningin Elisabeth die, volgens haar, Amerika had gekocht, en betaald met háár geldje: honderd kromme pietjes. Klaas Verlaan droeg 'n fluweelen mantel, en zat schrylings op 'n gevleugelden kruiwagen vol augurken, waarmed-i heensprong over 'n dame vol puistjes en ridderorden. Daar kwam ook: ‘massa’ - persoon geworden - met 'n pruim in den mond, en verklaarde dat-i Gooremest heette en op de Keizersgracht woonde, waar-i ‘met God’ in effekten deed. Een zevenklapper hield redevoeringen over menschenrecht, en beukte Wouter in de ribben... dit was weer de schuld van dien wortel. Een vries-bont boezelaar zong: honneur au plus vaillant, en scheen daarmee broêr Stoffel te be-

[pagina 210]
[p. 210]

doelen, die er naar stond te luisteren, en met allerliefste bescheidenheid 'n wolk van toegeworpen lauwerkransen opving op 'n yzeren leerlineaal.

 

Zoo ziet men, hoe billyk het lot is. Wie roem te-kort komt in werkelykheid, krygt z'n deel in 'n anderen droom.

 

Maar, in-weerwil van 't vermoeiend geflikker dezer half-uitgewreven en bont dooreen gemengde beelden van z'n herinnering, behield één figuur vry standvastig haar trekken. Ze beheerschte elk tooneel dat aan Wouter's verbeelding voorbyschoof. 't Was die van 't meisje dat op 'n tafel stond, en haar armen kruiste.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken