Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën VII (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën VII
Afbeelding van Ideën VIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën VII

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.80 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.85 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën VII

(1879)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

1251.

De buitenblinden waren gesloten, wat Wouter niet verwonderde daar het nog zeer vroeg was. Maar wel was z'n verbazing groot, toen hy bemerkte dat de deur áánstond. Zou die den geheelen nacht open geweest zyn? Was Vrouw Claus zoo vroeg reeds uitgegaan? Of misschien Femke-zelf? Helaas, zou ze dáár wezen? Moed om 't meisjen optezoeken by de Holsma's, had-i niet. Hy was beschaamd voor die familie, en bovendien, hy durfde de stad niet in, om die gekke jas! Zeer waarschynlyk had juist de afkeer om zich in de straten te vertoonen, hem 't denkbeeld ingegeven hulp of raad by Femke te zoeken, of wel - indien ze hem noch het een noch het ander verschaffen kon, gelyk immers te voorzien was - haar tot vertrouwelinge van z'n kommer te maken, om wat troost. Zeker zoud-i niet tot dit besluit gekomen zyn als 't meisjen in de stad gewoond had, en niet op 'n buitensingel waar ze bereikt worden kon zonder 'n spitsroedengang tusschen de reien van 't straatpubliek. By 't opsporen van de oorzaken onzer handelingen, moeten we niet zelden afdalen tot het nietigste. Wouter wist niet dat er verband was tusschen liefde en stryd, en al ware hy in dit opzicht minder onkundig geweest, dan nog blyft het de vraag of-i lust zou gevoeld hebben zich in z'n allerzonderlingst kostuum te vertoonen aan de uitverkorene van z'n hart. Bovendien, nooit had hyzelf zich rekenschap van z'n verhouding tot Femke gegeven. Nog altyd dobberden z'n aandoeningen op de grens die 't kind overschryden moet om mensch te worden, en 't was meer de ontwakende behoefte aan liefde die hem vervulde, dan de liefde-zelf. Wouter was niet veel meer dan 'n jongen, en wanneer-i met wat meer juistheid z'n standpuntje begrepen had, zoud-i ontheven zyn geweest van 'n groot deel der schaamte over z'n bespottelyke uitrusting. Welbeschouwd kwam 't er nog drommels weinig op aan, hoe hy er uitzag. Maar hy was alweer niet jong genoeg ook, om onbewust de voordeelen van z'n onbeduidendheid te genieten. Hoe dit zy, de nood perste, en hy voelde instinktmatig behoefte aan 't ontmoeten van iets liefs, iets vriendelyks, na al 't leelyke waarmee men hem sedert zoo langen tyd oververzadigd had. Toch wist-i zeer goed dat Femke niet by-machte wezen zou hem z'n kleeren terug te bezorgen, noch de verhouding tot die gevreesde patroons in orde te brengen, noch hem te verzoenen met z'n moeder die woedend wezen zou als ze te we-

[pagina 175]
[p. 175]

ten kwam dat-i onfatsoenlyk was geweest, parasols gebroken, en fortuinen met voeten geschopt had. Neen, neen, Femke zou hem niet kunnen helpen! Byna begon hy te wenschen dat-i niet dáár was.

 

Maar Vrouw Claus dan? Evenmin! In-godsnaam, als-i zich dan maar 'n oogenblik in haar huisje mocht neerzetten, haar z'n nood klagen, en... 'n dikken boteram eten. Dàt zou hem de kracht geven om afscheid van 't leven te nemen. Hy wou wel sterven, heel graag zelfs, als-i maar niet zoo'n honger gehad had! Dááraan eerst 'n eind gemaakt, en dan...

 

Juist wilde hy de deur openstooten en binnengaan, toen z'n aandacht werd getrokken door 'n luid gelach. Het kwam van verre. Over 't bleekveld heen, den weg op, zag Wouter twee gestalten die hem schenen te naderen. Met begeerigheid elk voorwendsel aangrypend om 't gevreesd binnentreden uittestellen, staarde hy zoo scherp mogelyk op de beide personen die in luidruchtig gesprek schenen. Van-lieverlede werden de omtrekken duidelyker. De een scheen 'n jong zeeman, en de ander... myn God, was dat Femke niet? Wouter keek zich blind, en moest telkens de oogen uitwisschen om opnieuw... ze wàs het! En de ander? 't Was wel waarlyk 'n matroos: wie anders draagt zoo'n gelakt-leeren hoed? Van-tyd tot-tyd kaatsten daarop de nog horizontale zonnestralen in schitterend goud af, zoodat Wouter de oogen sluiten moest als ze door dien glans getroffen werden. Maar, ze weer opslaande, kon hy zich niet troosten met onzekerheid. Femke liep daar in den zeer vroegen morgen - byna was 't nacht nog - met 'n matroos! Ach, Wouter zou minder tydmeterig-fatsoenlyk met z'n aandoeningen hebben omgegaan, wanneer de begrooting van de heeren Ouwetyd & Kopperlith vyf-en-twintig gulden 's jaars had kunnen dragen aan busrecht!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken