Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetorica, dye edele const van welsegghene (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene
Afbeelding van Rhetorica, dye edele const van welseggheneToon afbeelding van titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetorica, dye edele const van welsegghene

(1553)–Jan van Mussem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 19r]
[fol. 19r]

¶ Van die eerste maniere van causen, oft saken diemen heet betoochsaem.

DEerste maniere van causen, die welcke doude Rhetorisienen heeten betoochsaem, wert ooc met recht van den sommighen ghenaemt lofsaem om dies wille datse principalijc ghebruyct werdt, om eenighe personen oft andere saken te louen, te prijsen, ende ooc te misprijsene Dese maniere als materie der Rhetorijcken, es gelegen in deser ende der gelike saken. Te wetene in bescrijuinge van sekeren personen, lantschepen steden, casteelen, plaetsen, berghen, landauwen wateren, zeeden, riuieren, fonteynen, weghen, monstren, dieren, tempeesten, edificien, geuechten, gesten, victorien, triumphen, ende dier ghelijcken. So wie nv by dese eerste maniere van causen materie van Rhetorijcke oueruloedelijc vinden, ende naer de const ordineren wil, dat mach geschieden als hier naer volcht. Exempel, wij willen louen ende prijsen die reyne maghet Maria Ten eersten naer wtwijsen der edelder consten Rhetorica, wij moeten weten ons Inicentie, dat es al tghene dat wij tot onsen propooste segghen ende allegieren moghen, dat gheuonden hebbende, wij moeten gaen oorbooren ons Dispositie, dat es elck woordt, redene, ende sententie, oordineren ende stellen daert behoort. Te wetene, alder eerst ons Prologhe, daer Prologe dient, om die auditeurs ende Iugen te bereeden en tot goetwillicheyt, toehooringhe ende verstandelicheyt als voorseyt es.

[Folio 19v]
[fol. 19v]

Ten tweeden sullen wij comen tot ons Narratie, dat es, dat wij verhalen sullen waer in wi Maria louen ende prijsen willen, makende ons diuisie dat es deelinghe, die welcke int louen der personen, wert ghemeenlijck ghedeelt in drien. Als in saken die buyten den mensche zijn, in saken aengaende tlichaem, ende in saken aengaende den gheest. Nopende die saken die buyten den mensche zijn, so sullen wij van Maria verhalen van wat lande, van wat gheslachte, van wat ouders si geboren es, hoe si opgeuoedt, onderwesen ende gheleert es, oft si rijc van goet, of arm, verheuen naer de werelt, groot van state oft anders es geweest. Aengaende den lichame sullen wij verhalen van huer schoonheyt, fraeyheyt, laborieusheyt, ende dier ghelijcke. Aengaende den gheest ende inwendighe gauen sullen wij bescrijuen ende verhalen van huer reynicheyt, wijsheydt, verstandicheyt, manierlicheyt, ghelooue, hope, liefde, goede leeringhe, instructie ende exempelen die si ons betoocht ende achtergelaten heeft. Dese ende veel meer andere gheestelijcke gauen die tonsen propooste dienen verhaelt hebbende, wi sullen comen tot ons Confirmatie, betooghende ons voortstel, met redenen, scriftueren, authoriteyten, sententien, figueren, ghelijckenessen, exempelen, ende dier ghelijcke. Daer naer sullen wij comen tot ons Refutatie, dat es, wij sullen wederlegghen ende solueren, tghene dat ter contrarien gheseydt es, oft soude moghen gheseyt wesen. Dit ghedaen zijnde wij sullen maken ons conclusie, dat

[Folio 20r]
[fol. 20r]

es wij sullen int corte verhalen in een somme al wat wij ghenarreert ende gheconfirmeert hebben Inciterende vermanende ende verweckende die affectien vanden auditeurs om te verblijdene, of te imiterene, dat es, te achteruolgene, ende dier ghelijcke tot onser intentien dienende.

Maer waert sake dat wij eenighe personen, willen misprijsen, wij moeten dese plaetsen al ter contrarien ghebruycken, segghende dat die persoon die wij misprijsen willen, gheboren es van oneerbare plaetse, van oneerbaren gheslachte, ende ouders, oft en moghen wij dat metter waerheyt niet segghen, wij sullen segghen dat hi zijn landt, stadt, geslachte, ende ouders, groote schande ende blame doet, dat hi qualijck opgeuoedt ende gheleert es, dat hi aerm, leelijc ende mismaect es, bi zijn ongheregelt leuen, ende quaet regiment. Oft is hi wel gheleert, rijcke oft schoone, wij sullen segghen, dat hi de goede prijselijcke saken ende gauen iammerlijc misbruyct, ghelijc een moorder een mes misbruyct. Dan sullen wij verhalen zijn onrechtueerdicheyt, zijn wulpscheyt, zijn oneerbaerheyt, zijn onwijsheyt, ende dier ghelijcke ghebreken, Confirmerende bi redenen, circumstantien, exempelen, ghelijckenessen als bouen, daer naer refuteren. Ten laetsten concluderende roerende die affectien vanden audituers, om alsulc te schuwen, ende dier gelike ten propooste dienende.

In deser manieren sullen wij in ons materie vinden ende ordineren, ist dat wij bescrijuen ende betooghen willen om te prijsen oft te misprijsen,

[Folio 20v]
[fol. 20v]

eenighe groote gesten, feyten, victorien, triumphen, oft andere excellente saken. Wij sullen ten eersten die affectien vanden audituers prepareren met prologe oft Insinuatie als voorseyt es, daer na sullen wij doen ons narratie, neerstelijck wachtende alle die circumstantien vanden personen, vanden plaetsen, vanden instrumenten, vanden tijt, spacie, natuere, opinie, ghemeenen voys, ende dier ghelijcke, op dat een goede verwe vander waerheyt gheuende si. Daer naer soo sullen wij oock al tselue by goede redenen confirmeren als betooghende hoe dat moghelijck oft onmoghelijc es, eerlijc, oft oneerlijc, profitelijc oft onprofitelijc, quaet om doen, oft goet om doen, ende dierghelijcke, daer na sullen wij refuteren en de concluderen als bouen.

Als wij nv ons Inuentie al vulbracht hebben, met hueren ses deelen, ende duer ons goede dispositie alle saken beschict in haer plaetse, soo moeten wij te wercke gaen legghen ons elocutie, dat es die goede wtsprekinghe met bequamen woorden, Als statelijcke saken met statelijcken woorden, ghemeenen saken, met ghemeenen woorden, ghenoechlijcke saken, met ghenoechlijcken woorden. Altijts obseruerende dat die woorden goede beteekenesse hebben, wel accoorderende metter saken daer wij af spreken, gelijc datmen bequamelijck segghen soude, dan couden winter, den lustelijcken Mey, Maria reyne, ootmoedich, ghestadich, Gods goetheyt, lancmoedich-heyt, ghenadicheyt, also segtmen seer onbequa

[Folio 21r]
[fol. 21r]

melijc Gods amandelen, Maria coluerich, den russelijcken Mey, den snellen winter, ende dier ghelijcke.

Ooc moetmen wachten van alle vreemden ongheuseerde, onuerstandelijcken woorden, in dye welcke, metgaders oock in dye onbequaemheyt der woorden, dye ongheleerde dichters hedensdaechs so meesterlijc ontsinnen, dat si meer schijnen vreemde wtlantsche, wilde barbaren te wesen, dan ingheboren Vlaminghen, oft dat si als dese boose blijters een arragoensch oft ghemaecte tale spreken willen, die niemant dan si selue verstaen en soude. Maer ten propooste. Als wij nv alle saken gheuonden, ende elck in zijn eyghen plaetse met goeden bequamen woorden beschict hebben, wij moeten van als een goede vaste memorie sien te onderhoudene.

 

Ten laetsten, al dat wij gheuonden, beschict, met bequamen woorden becleedt, ende onthouden hebben, sullen wij duer een goede Pronunciatie wten ende te kennen gheuen. Dit al wel ghedaen hebbende, wij sullen die vijf officien vanden goeden Rhetorisien, metgaders, die ses deelen der inuentien, naer die rechte const vuldaen en vulbrocht hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken