Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetorica, dye edele const van welsegghene (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene
Afbeelding van Rhetorica, dye edele const van welseggheneToon afbeelding van titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetorica, dye edele const van welsegghene

(1553)–Jan van Mussem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Van die drie manieren van Causen Iudiciael.

DIe causen Iudiciael zijn driederhande, oft in drie manieren. Deerste maniere wordt gheheeten Coniecturael, om dies wille datmen dye waerheyt vander sake, by coniectueren ondersoecken moet. Te wetene alsmen op yemant eenich fayt intendeert oft te laste legt, en dat hi tselue fayt slechtelijc verloochent, exempel. Den heesscher sal segghen. Ghi hebt dootslach ghedaen. Den verweerder antwoort. Ick en hebbe gheenen dootslach ghedaen. Nv moet gheiugeert wesen, oft hi tfayt ghedaen heeft of niet. Hier toe werdt ghebrocht, al tgene dat elc van beeden partijen daer op allegieren sal. Dye tweede maniere van causen Iudiciael, es ghenoemt Iuridiciael, oft rechtseggelijc. Te wetene als den verweerder het fayt kent ende aenneemt maer segt dat hijt wel ende met recht ghedaen heuet. En hi allegiert zijn redene, waer bi hi meynet met rechte dat fayt ghedaen te hebben. Den

[Folio 28r]
[fol. 28r]

heesscher ter contrarien, allegiert ende confirmeert dat hi verweerder tselue fayt qualijc, ende met onrechte gedaen heeft. Exempel, den heesscher segt tegen den verweerder. Ghi hebt dootslach gedaen. Den verweerder kent het fayt, maer hi segt, ende sustineert dat met goeden rechte gedaen te hebbene, by redene, want den versleghenen persone eerst des verweerdere niet gheoorloft en was yemant doot te slane, bouen dat den versleghen ooc ter doot behoorlijck niet verwesen en was. Wt die redene vanden verweerdere ende dat confirmeren vanden heesscher, moet gheiugeert ende gheseyt wesen, oft voorn˄ fayt met echte oft met onrechte geschiet es.

Die derde maniere van causen Iudiciael wort geheeten wettelijc. Te wetene als daer eenighe questie oft gheschil coemt, ter cause van renich gescrifte. Als van gescreuen rechten oft wetten testamenten, voorwaerden, obligatien, oft dier ghelijcke saken. Hier af moet geiugeert wesen, wat den rechten gront, sin, of meeninge es, van dat selue gescrifte. Aldus int corte gheseyt deerste maniere Iudiciael iugiert, oft es. Die tweede oft recht onrecht es, die derde wat es. Nv sullen wij van elck bysondere breeder spreken, hoe men die te wercke legghen sal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken