Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende

Van de Egyptenaren.

DE Egyptenaren, (die eertijts onder het ghebiedt van haer eygene Koningen plaghten te staen, moeten nu slaefachtigh onder de Scepter van de Turckse regeeringh bucken) zijn wel gemaeckt van lichaem, en met een snedig verstant begaeft; doch wat luy van aert, vrolijck van humeur, tot gulsigheyt en overdaet seer genegen.

De kleedingh der Egyptenaren is net en niet seer opsichtigh, hoe wel gemeenlijck seer kostelijck: 's Somers dragense rocken of hembden van 't alderfijnste of lichtste katoen-doeck, maer 's Winters van hun inlants laecken met katoen gevoert. Hun rocken zijn boven nauw en onder wijdt, de mouwen sluyten dicht om de armen en handen. Over dese rocken dragen de voornaemste een andere van zatijn, damast, of andere kostelijcke Europische stoffen. Het hooft is met een tullebandt bedeckt. De schoenen gelijcken veel eer muylen, dewelke achter onder de hiel met yser beslagen zijn.

De Vrouwen gaen meestendeel in 't wit gekleedt, met een witte masker voor de oogen, in plaets van schoenen zijn de voeten bekleedt met hooge muylen sonder overleer dan alleen in 't midden. Het hooft is met een hooge en kostelijcke kap bedeckt, die met edel gesteente verciert is: de hals pronckt met goude kettingen, gelijck de armen en beenen met goude ringen. Boven een zijden hembt dragen sy een menighverwige zijde tabbart, van verscheyde lenghte, boven met goude, silvere, en zijde knoopen, en onder met kunstige gestickte wercken opgetopt.

De Egyptenaren zijn in 't gemeen seer vaerdigh in 't zwemmen, soo datse daer in andere Natien seer verre te boven gaen.

De vermogenste in Egypten trouwt veel Vrouwen, die elck in een bysonder kamer opgeslooten worden. De Ouders besteden haer Dochters vroegh ten huwelijck, ja dickwils om haer tiende of twaelfde Iaer. De huwelijcks-gifte van de Bruydegom wordt voor de Bruydt gedragen, en hem alsoo van de vrienden met groote pragt wederom te huys gebragt. De Begraeffenisse der dooden wort op volgende wijse by haer aengestelt: sy snijden het lichaem op, nemen het ingewand daer uyt, wasschen het schoon met wijn, die met kostelijcke speceryen toebereydt is: daer na leggense het seventigh dagen in zout,, afgewasschen zijnde vullense het met Myrrhen, Caneel en andere speceryen, en salven het met kostelijcke balsem: de toestel geduyrt dertigh dagen, en daer na setten sy het selve in uytgeholde steene kelders, alwaer dese lichamen veel jaren in wesen behouden worden.

De Godtsdienst der oude Egyptenaren bestont in het aenbidden van verscheyde Afgoden, dieren en onbezielde schepselen: dan baden voornamentlijck de Son en Maen aen, onder de naem van Osiris en Iris. Een stier ofte des selfs gedaente wierd by haer goddelijcke eere bewesen: dit selve hebben de Kinderen van Israël, doen sy in de woestijne omzwerfden, na gevolght, en met een gulden kalf of jongen stier afgoden-dienst bedreven.

Nu ter tijdt is over al de wet van Ma-

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie

hometh ingevoert, en wordt strengelijck onderhouden, nochtans worden verscheyde Christenen, als Koptisten, Nestorianen, Marioniten, Georgianen, Jacobiten, Armeniers, &c. in Egypten gevonden.

Gedenckwaerdigh zijn de marbere Pyramiden by de oude Egyptenaren opgerecht, de welcke hedendaeghs noch in wesen zijn. Al de Historyschrijvers die oyt van dese wonderen geschreven hebben, en hebben hare wonderbaerlicke grootheyt soo wijdtloopigh niet verhaelt, als de ervarentheyt des aenschouwers de excessive groote en hooghte van dien getuygen kan. De grootste bereyckt de hooghte van 1126 voeten. Yeder Pyramide heeft aen sijn grondt 1200 treeden in den ommegangh.

Men seght dat dese Pyramiden gesticht zijn van eenen Cheops, de welcke tot dit werck gebruyckt heeft 100000 Mannen 20 Iaren langh: in welcke tijdt de onkosten alleen aen ajuyn, wortelen en loock 1600 talenten silvers bedroegen, dat is 960000 kroonen: De menighte des volcks besloegh sestigh ackers landts in de rondte.

Den yver van desen Cheops, om het werck te voltoyen, is soo groot geweest, dat wanneer als het hem aen gelt begonde te ontbreecken, sijn eygen Dochter tot een openbare hoere stelde, ende met dit gelt volbraght sijn begonnen werck: soo oock de Dochter boven het besproocken loon dat haer Vader toequam, eyschte van yeder een, die haer gebruyckte, een steen, van wien sy soo veel verkregen heeft, dat de tweede Pyramide daer mede opgerecht is, de welcke in groote weynigh van de eerste verscheelde.

De reden waerom sy eerst gesticht zijn, wordt verscheyden van veele verhaelt; geloofelijck is dat de Stichters van de Pyramiden de selve tot haer grafsteden verordineert hebben, want in het binnenste vertoont sich een kelder, en binnen die kelder door een nauwe passagie een vierkantige ruymte, uytbeeldende noch hedendaeghs de overblijfselen van een machtigh oudt graf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken