Het schouw-toneel der aertsche schepselen

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren

[p. 30]

Van het slachten, en eten der Gevangenen, by de Brasilianen.

DE Brasilianen eeten niet alleen haer verslagene vyanden, diese seer wredelijck aen stucken kappen, en gelijck de wilde dieren verscheuren, maer oock aen de gevangenen toonense haer wreden aert, en scherpen haer schensiecke tanden om de selve te vernielen, met haer op een vreemde maniere omspringende. Den gevangene Manspersoonen by haer woninge gebracht zijnde, worden Vrouwen toegevoeght, die haer tot datse gedoodt worden getrouwelijck in alles dienen: ja achten 't voor geen schande haer dochters ofte susters aen soodanige den tijdt van haer gevangenisse over te geven. Ondertusschen worden de gevangenen met spijse wel versien, en gelijck als opgemest: wanneer sy nu in haer sin vet genoegh zijn, wordt de tijdt van de slachtinge aen de omliggende naburen kundbaer gemaeckt, de welcke dan in groote menichte te samen komen: het eerste werck is datse de morgenstont met drincken en zwelgen doorbrengen, ondertusschen is de gevangene na haer maniere, met vederen van Vogelen opgetoyt en verciert, en al hoe wel hy weet dat het hem kosten sal, is hy nochtans geensins voor den doodt bevreest; maer in 't danssen, springen en drincken overtreft hy de anderen.

Daer na grijpen hem twee ofte drie van de sterckste, en binden hem om de middel met katoene touwen, ofte van basten van boomen gemaeckt, en wort alsoo met danssen en springen door het dorp gevoert: ondertusschen roemt de gevangene sijn dappere daden, en sich herwaerts en derwaerts kerende spreeckt den eenen dus aen: hoor hier u Vader heb ick gegeten; den anderen roept hy toe, u Broeder, en na-Maeghschap heb ick in vorige tijden aldus gebonden, geslacht, en met mijn tanden vernielt.

Aldus eenige tijdt ten triumph en spectakel omgevoert en vertoont wesende, soo wijcken de twee die hem gebonden houden ontrent drie ellen wijt van hem, het touw waer mede hy gebonden is gelijckelijck uyttreckende, alsoo dat hy noch voorwaerts nochte achterwaerts wijcken kan: als dan worden hem steenen of potscherven toegebracht, en van die hem gebonden houden (en met schilden bedeckt zijn,) aldus aengesproocken: wilt voor u sterven u doodt wreecken, hier op werpt hy met groote kracht de steenen onder den hoop der toesienders, van de welcke somtijts niet weynige gequetst worden.

Dit volbracht zijnde komt de gene die hem slachten sal te voorschijn; de welcke den gevangenen aenstonts vraeght of hy niet selfs vele van haer vrienden gedoodt en gegeten heeft; waer op hy met een ongelooffelijcke stoutigheydt onverschrickt antwoort: Ick ben die stercke en hebbe veele van de uwe gedoot en verslonden, hier by voegende noch meer woorden die zijn kloeckmoedigheyt in den strijdt gebruyckt, uytdrucken. Daer op krijght hy wederom tot antwoort, daerom ghy, die in ons gewelt zijt, sult oock terstont van mijn gedoodt, en gebraden zijnde, gegeten worden: maer hy die als dan de slagh verwacht, troost sich selven hier in dat sijn vrienden sijn doodt wel sullen wreecken. Hier op wort hem met een houte zwaert de kop ingeslagen, en alsoo ter doodt gebracht.

Na alle dese toestel wort het doode lichaem met warm water door de Vrouwen afgewasschen, tot dat 'er de huyt mede afgaet, en met der haest in veel stucken gedeelt, die sy op haer houte roosters braden: ondertusschen zijnse met danssen, springen, en drincken seer verheught, sien de bradende stucken gretigh aen, en grijpen eyndelijck yeder een stuck daer van, 't welck van haer tot het gebeente wert afgeknaegt.

Om haer wreet en vreeslijck gemoet te voldoen, letten sy of de Vrouwe, die de gevangene in sijn leven gebruyckt heeft, oock van hem bevrucht is, en indien sulcks bevonden wort, verwachten sy met ver-

[p. 31]

langen den tijt van de geboorte, en nauwelijcks aenschouwt het jongh-geboren Kindt het licht des Hemels, of wort ter doodt verdoemt, en van haer verslonden, soo datse niet willen lijden dat eenigh teken van nasaet uyt haer vyanden gesprooten, by haer gevonden worde.

De gene die dit werck in 't ombrengen der gevangene gepleeght heeft, acht het selve voor een heerlijcke en roemwaerde daet; sy wijcken van het geselschap af, en snijden in haer borst, armen, en beenen groote sneeden, stroyen daer een zwart poeyer in, op dat de littekens nimmermeer souden uytgaen: ja sy beelden sich vastelijck in, datse hier door meerder sterckte bekomen.

Onder de Brasilianen zijn de oude Vrouwen het aldergreetighst naer het Menschen-vleesch, als die daer in een bysondere smaeck hebben; waerom sy oock de Mannen tot den strijt en oorlogh aenmoedigen, op datse dickwils haer lust het vleesch van haer overwonnen vyanden mochten verzaden. Het toestel van het slachten der gevangenen duurt haer dikwils te langh, en schijnt alleen om haer waterende tanden meerder gaende te maecken; de gescheurde en afgekapte deelen konnen na haer sin niet dra genoegh op de houte roosters gebraden worden, want sy hier op staen en loeren gelijck een hondt op een siecke koe.

Het is aenmerckens-waerdigh, dat dese woeste en wilde menschen de Spanjaerden, diese verslagen of gedoodt hadden, niet wilden braden en opeeten, vreesende dat het vleesch van die gene, de welcke in hun leven haer en andere volckeren van America soo seer geplaeght hadden, gegeten zijnde in haer lichamen, een ongeneesselijck quaet soude veroorsaecken.

En alsoo eyndight dese tragedie van het Menschen slachten, en eten by de Brasilianen, 't welck voorwaer een saeck is schrickelijck om te hooren, maer noch afgrijsselijcker om te aenschouwen.