Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Van de Griecken.

DE hedendaeghsche Griecken behouden alleen de bloote naem van die ael-oude, beroemde en seer uytmuntende Natie, alsoo nu ter tijdt van haer voorgaende wijsheyt en deughden-oeffeninge geheel vervreemt zijn, en daer en boven onder d'onsedige regeeringe der Turcken slaefachtigh bucken moeten.

Eertijts hebbense uyt spotternye en verachtinge alle andere Natien des Werelts barbarisch genaemt: een name de welcke haer selven nu seer wel past, nademael datse alle andere in liegen, bedriegen, geveynstheydt, ongestadigheydt, onsedigheyt, &c. verre te boven gaen.

Sy zijn wel gemaeckt van lijf en leden, bekleedt met rocken, die tot aen den enckel nederhangen, en met lange mouwen versien zijn. Langh hayr te dragen is by haer eertijts voor schande geacht geweest, hoewel haer Priesters nu het hayr over de schouderen laten neerhangen.

De Vrouwen zijn in 't gemeen kostelijck in haer kleedinge, en gaen niet als met gedeckten aengesichte langhs straet: Onder de Vrouwen van geheel Grieckenlandt zijn die van Sio de schoonste, doch daer by seer genegen tot onkuysheyt, hovaerdigh en kostelijck in haer draght; soo dat selfs ambachts-luyden haer wijven niet en ontsien, sich met satijnen- en taffen bouwens te vercieren: Haer halsen en handen zijn behangen met kostelijcke juweelen, kettingen, ringen en braseletten. De Mannen zijn de roffianen ofte hoerewaerden van haer eygen Vrouwen, de welcke, soo dra een Vreemdelingh te landt stapt, hem aenstonts vragen of hy geen begeerte heeft om met een schoone Madame sijn lust te boeten: indien nu een Vreemdelingh belust is den gantschen nacht by yemandt van haer over te brengen, kan sulcks voor 4½ gulden tot sijn genoegen bekomen, waer voor hem dan een maeltijt opgedischt, en een buyck vol van sondelijck contentement gelevert wordt.

De luyster der oude Griecken vergroot de verachte en slaefachtige stant der hedendaeghsche. Heerlijck pronckte eertijts de Griecksche Monarchy, de welcke met den grooten Alexander sijn begin en eynde nam.

Van soo veel heerlijcke Steden en Republijcken is niets overigh als de gedenck-schriften, en eenige oude ruynen. Dat heerlijck en vermaert Trojen, heeft naer een tien-jarige belegeringh niet anders als weynige steen-hopen naer gelaten. Die van Athenen, muntende uyt in deughden en wel gemanierde regeeringe boven haer naburen, maer in geheel Grieckenlandt is niet weyniger als de Atheensche wijsheyts en deughden-oeffeningh te vinden.

De geluckige staet van Lacedemonien, heeft het noodt-lot der veranderinge niet konnen ontwijcken, en blijft nergens als door de naergelaten gedenck-schriften in geheugenis. Corinthen verstreckt hedendaeghs een woon-plaets en schuylhoeck voor 't wild en wreedt gedierte.

Niet sonder reden stoften de Griecken eertijts op haer wijdtberoemde Werelt-wijsen, de welcke verscheyde Republijcken van Grieckenlandt met nutte en nodige Wetten voorsien hebben.

De Locrensen hebben de veranderinge en nieuwigheyt der wetten soo seer gehaet, datse den genen, die een nieuwe wet of ordinantie te voorschijn bracht, een strop om den hals wierpen, en soo voor de selve voor goet gekeurt wiert, ontsloegense hem van dien bandt: maer in tegendeel quaet bevonden, wierdt hy met dien strop gewurght. Den Diefstal straftense met het uytsteken der oogen.

De Lyciers hadden in 't gebruyck datse de gene die van een valsche eedt of dievery overtuyght waren, tot slaven verkochten, en haer goederen ten gemeene nut en profijt besteden.

De Megarensen en de Corinthiers, de welcke tegen malkanderen een gedurige oorlogh voerden, hadden een seker rantsoen op de gevangenen gestelt, 't welck een

[pagina 43]
[p. 43]


illustratie

yeder na dat hy ontslagen was, selfs gehouden was te voldoen, en de gene die hier in sijn geloof brack, en 't selve niet na en quam, wierdt niet alleen van de vyanden maer oock van sijn mede-burgers als een onrechtvaerdige en meyn-eedige geacht en gehouden.

Wanneer by die van Tracien een Kindt geboren wierdt, beweenden sy het selfde, door oorsaeck van het aenstaende jammer en elende die het te verwachten hadde. In tegendeel wanneer yemandt quam te sterven bedrevense vreughde-teeckenen, om dat hy van alle droefheyt en tegenspoet verlost, en in gelucksaligheyt leefde.

Van de Cretensers wordt dit getuygenisse gegeven, datse altijt leugenachtigh, quade beesten, en luye buycken zijn: andersins zijnse goede schutters, en seer genegen tot gesangh.

De Oude Griecken hebben Mars, Bacchus, Mercurius, en andere heydensche Afgoden godsdienstige eere bewesen: maer voornamentlijck is den Afgodt Apollo tot Delphos by haer in seer groote achtinge geweest, wien sy in de alderzwaerste en twijffelachtighste gelegentheden om raet vraegden. Het heeft haer oock aen geen Afgodinnen ontbroken, doch boven al hebbense de Afgodinne Minerva, die oock den naem van Pallas draeght, geviert.

Daer na zijn de Griecken voor alle andere Heydenen de eerste bekeerde Christenen geweest, en zijn uyttermaten devotigh in 't plegen van haer godsdienst, soo dat sommige onder haer sich voor altijdt van vleesch ofte vis te nuttigen onthouden, en laten haer alleen met water, broodt en kruyden vergenoegen.

.De Griecksche Christenen verschillen veel in ceremonien en hooftstucken van religie met de Roomsch-Catholijcken. In Kerckelijcke saken en twisten betonense gehoorsaemheyt aen haer Patriarchen, de welcke vier in 't getal zijn: te weten die van Constantinopolen als de opperste en voornaemste, daer na die van Antiochia, Alexandria, en Jerusalem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken