Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

Van den Esel.

DEn Esel is door sijn lange en breede ooren by een yeder soo wel bekent, dat wy een nader beschrijvinge van de selve voor by stappen.

In veele Landen van de bekende werelt, wordt dit beest tot een lastdragent dier onderhouden: doch in koude Landen wordt het niet veel gevoedt, om dat het de koude weynigh verdragen kan.

Hy en is niet heel keurigh in sijn voedtsel: want hy met weynigh en slechte spijs te vreden is, de bladeren van de boomen, distels, hop en kaf versmaedt hy niet. Water is sijn gemeene dranck. Een Esel op een tijdt vijgen gegeten hebbende, en sekere jongen sulcks siende, seyde: dat men hem oock wijn daer toe behoorde te geven, waer over Polemon of Chrizippus tot sulcken lach uytgeborsten, dat hy 'er van gestorven is.

Dit geslacht van beesten is seer geyl. De versamelingh wordt van haer gelijck in andere viervoetige dieren volbracht. Den Esel is met een uyttermaten groot teel-lidt versien. De Eselin draeght gelijck het Merry-paerdt, twaelf maenden, ende brenght een jongh tseffens voort. Tweelingen worden van haer selden gesien. Indien sy niet gebaert heeft, eer sy haer teken-tanden verliest, sal sy daer na noyt ontfangen, maer indiense van te vooren geworpen heeft, kan sy oock den geheelen tijdt van haer leven baren. De Eselin zwanger zijnde, en haer barens tijdt genakende, schuwt het licht, en ʼt gesicht der Menschen, en werpt alsoo haer jongh op een duystere en verborgene plaetse.

Sy bereycken in ʼt gemeen den ouderdom van 30 jaren, ten waer sy door zwaren arbeydt afgeslooft, van de doodt verhaest wierden: evenwel is den Eselin taeyer van leven als den Esel.

Den Esel is een sonderlingh bot en traeg dier, en om dien oorsaeck soo seer veracht, soo dat oock de Menschen van dien aert, hoe wel sy met geen lange Esels ooren versien zijn, met de naem van Esels gekent worden. Datse nochtans onderwesen konnen worden bewijsen eenige voorbeelden by sommige naergelaten. De bekende Schrijver Gesnerus, verhaelt volgende konsten door sekere Eselin vertoont selfs gesien te hebben. Die Eselin, seydt hy, veranderde eerst driemael haer dans na de verscheydentheyt van 't instrumentael geluyt: en sy danste met de voorste voeten opwaerts verheven, en dat met ongemene wackerheyt: daer na haer blijdtschap als in groote droef heyt verandert zijnde, storte sy ter aerde en bleef als doodt leggen, en konde met het schoppen van de voeten niet beweeght werden om haer te roeren. Daer na geboden zijnde de Aenschouwers te groeten, draeyde sy haer hooft en oogen op een menschelijcke wijs na een yeder toe, sich met de voorste knyen sedigh buygende. En dat meest te verwonderen was, sy sprongh op het wincken van haer Meester even als de honden door den hoep: en ten lesten haelde sy op de wijs van een waterhondt een wechgeworpen handtschoen of neusdoeck, en bracht die by haer Meester. Bodinus heeft naergelaten, dat een Esel op seker schouw-toneel gebracht zijnde, gheboden wierdt de schoonste uyt al de Vrouws-persoonen op te soecken, waer in hy niet traegh was, dese gevonden hebbende, belaste sijn Meester hem een maetje haver te brengen, waer over dit beest seer verheught scheen, en indien hem sijn Meester toesprack, gaf hy door tekenen, gebaerden en geluyt te kennen, als of hy sijn woorden seer wel verstondt.

De Eselen dragen een sonderlinge liefde tot haer jonge veulens, de welcke als sy in noot sien met alle bedenckelijcke poginge soecken te hulpe te komen, selfs water noch vuur ontsiende: geen minder toeneygingh bespeurt men onder haer tot die van haer eygen geslacht, soo datse gelijck als bezwijcken, wanneer sy yemandt van het selve sien sterven.

Wanneer de Esels van de scheerlingh of dullenkervel gegeten hebben, vervallen sy

[pagina 101]
[p. 101]


illustratie

al geuwende, en in veel kringen omdraeyende, in soo diepen slaepsucht, datse doodt schijnen te zijn. Haer wordt oock van de Natuurkundige een seer scherp gehoor toegeschreven, soo datse alle andere dieren, behalven de Muysen, daer in overtreffen.

Het kleyn gevogelte, ʼt gene in de doornheggen haer nesten bereydt, kan den Esel niet verdragen, om dat hy gewent zijnde tegen de doornbosschen te wrijven, dickwils haer nesten versteurt, of met sijn loeyende stem haer jongen te seer verschrickt.

De Geneesmeesters hebben de melck, het bloedt, het vleesch, de lever, de nieren, de milt, de huydt, de klauwen, de pis en dreck, tot haer gebruyck getrocken.

De melck wordt als een krachtigh behulpmiddel tegen de teeringh, hoest, bloetspouwen, bloedtgangh en podagra seer gepresen. Uytwendigh gebruyckt men het om de huydt der Vrouwen wit en sacht te maken. Tot dien eynde onderhielt Poppea, Huysvrouw van den Keyser Domitius Nero, over de 500 Eselinnen, om haer in soodanige melck te baden.

Het bloedt en ʼt vleesch wordt nuttelijck tegen de dulligheyt en vallende-sieckte gebruyckt. De lever wordt nuchteren tegen de vallende-sieckte ingenomen.

De milt wordt met soo grooten voordeel tegen de gebreecken der milt en lijf-moeder gegeven, dat men binnen drie dagen verlichtingh gevoelt.

De nieren met wijn gedroncken, genesen de gebreken van de blaes en ʼt opstoppen van ʼt water. De overdeckte huydt belet het schricken der kinderen.

Een ringh uyt een Esels klauw, daer niet zwart aen is, van de gene die de vallende-sieckte hebben, gedragen, belet het nedervallen. De pis met haer slijm opgestreken, verdrijft de lijckdoorns en wratten. De dreck van een Esels veulen, wort tegen de gebreecken van de milt, rode- en grauwe-loop, darm-pijn en ʼt bloeden der neus gepresen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken