Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende

Van den Muyl-Ezel.

DE Muyl-ezel wordt niet alleen van een Merry-paerdt en een Ezel, maer oock van een Hengst en Ezelin voortgebracht. Die haer oorsprongh van een tamme Woudt-ezel en een Merry-paerdt hebben, zijn hard van hoeven en snel ter gangh, maer die van een wilde Woudt-Ezel en Merry-paerdt voortkomen, overtreffen alle d'anderen.

Nademael dit beest een Ezel tot een vaer en een Merry tot een Moer, of een Hengst tot vaer en een Ezelin tot een moer heeft, is het ten deelen den vaer en een deelen den moer gelijck. Sijn lange ooren en stem bewijsen genoeghsaem dat hy van Ezels afkomst is.

De Muyl-ezels worden in verscheyde Landen en Koninckrijcken gevonden: alleen in geluckigh Arabien, Engelant, Schotlandt, Polen en d'aenpalende Rijcken zijnder geen.

De Muyl-ezel wordt gelijck het Paerdt met gras, hoy, haver, &c. gevoedt en onderhouden.

Dat dit geslacht van beesten onvruchtbaer is, wordt voor vast gelooft, en komt met de dagelijcksche ervarentheydt over een, hoe wel sommige met weynige sekerheyt verhalen dat de vrucht van de Muyl-ezelinnen in Africa gemeen genoegh is.

Sy bereycken veel jaren, want ten tijden als de Kerck te Athenen gebouwt wierdt, heeft men'er een gesien die tachtentigh jaren oudt was. De Muyl-ezelinnen zijn evenwel langer van leven en verouden trager als de Muyl-ezels.

De Muyl-ezels hebben haer gedult in ʼt wercken van den Ezel, ende de snelheyt in ʼt loopen van ʼt Paerdt overge-erft.

Sy zijn dickwils soo halstarrigh, datse met slaen of stooten om voort te gaen geensints gedwongen konnen worden.

[pagina 105]
[p. 105]


illustratie

Sy scheppen een sonderlingh vermaeck in ʼt wentelen, om alsoo haer vermoeytheyt eenighsints te ververssen. Men acht dat sy met een stercke reuck begaeft zijn, waer doorse, van den anderen ofte van den rechte wegh afgedwaelt zijnde, de selve wederom vinden.

Verwonderens waerdigh is het gheene by de gedenck-schrijvers van de Muyl-ezel van Athenen naergelaten is, dese door ouderdom afgeslooft en onbequaem om dienst te doen, heeft nochtans door sijn geselschap en poogingh de anderen tot den arbeydt gelijck als aengemaent, waer door die van Athenen bewogen zijnde, geboden aen de Koorn-verkopers datse hem van haer graen-zacken niet wegh drijven souden, maer daer uyt sijn genoeghen eeten laten.

Plutarchus verhaelt, dat ʼer op sekeren tijdt een Muyl-ezel met een zack souts geladen was, dese door een beeckje gaende quam te struyckelen, waer door de sack in ʼt water quam en merckelijck van sout verminderde, de Muyl-ezel wederom opstaende bevont dat sijn last veel gelicht was. Na dien tijdt gingh hy altoos, wanneer men hem geladen door ʼt water drijven wilde, nederleggen, ʼt zy dan dat hy met sout ofte andere waren beladen was. Om hem dese quade gewoonte af te leeren, gaf Thales de volgende raedt: Men soude hem in plaets van sout spongien opladen, en soo door ʼt water drijven; als hy sich nu na sijn oude ghewoonte in ʼt water nedergeleyt hadde, soo trocken de spongien vol waters, en wierden hier door soo zwaer, dat hy sich nauwelijcks daer onder konde oprechten; doen vermerckte de Muyl-ezel, dat sijn doen niet goet was, en gingh daer na heel stil door ʼt water, en wist hem soo nauw te wachten, dat het geen dat hy op ʼt lijf hadde, niet nat en wierde.

Sy hebben groote kracht tegen het vergift.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken