Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Van het Hart.

HEt Hart is een snel dier, met geelachtigh hayr bekleedt. De hals is langhachtigh, en de neus een weynigh opwaerts gekromt: de spieren van de hooft-slapen zijn teer en zwack: de kaeckebeenen zijn wederzijds onder en boven met vier tanden om de spijs te malen, versien, en behalven dese noch twee andere groote, die in 't Hart grooter als in de Hinde zijn. De oogen zijn groot, en 't voorhooft onder alle andere beesten met zware getackte hoornen gewapent. Dese hoornen komen in de tweejarige eerst enckelt te voorschijn; in de driejarige wordense in tween geklooft; in de vierjarige in drien, en soo rijst met den ouderdom voorts het getal der tacken tot haer seste jaer. De beenen zijn heel dun, en de klauwen geklooft. Het teel-lidt is zenuachtigh en de staert kleyn.

De Harten worden in veel Landtschappen gevonden, doch in Schotlant siet mense seer groot van gestalte, en in groote menighten weyden. Sy soecken haer kost van het gras en andere kruyden. Sy weyden by na den geheelen dagh, behalven op den middagh, als de Son seer heet schijnt, schuylen sy onder de schaduwe.

De Harten bereycken een hoogen ouderdom, die tot het getal van eenige hondert jaren van de Natuurkundige uytgereckt wordt.

Sy zijn seer vreesachtig, en in't vluchten rusten sy somtijdts, tot dat hy, die haer vervolght, nadert, en dan vluchten sy wederom voort. Sy gebruycken oock een sonderlinge snedigheyt in het bedriegen der jachthonden: want sy zijn gewent, soo Budeus verhaelt, als sy sien datse met heftige en snedige vervolgers te doen hebben, in 't ronde te loopen: daer na heftiger gedrongen zijnde, de stallen van de gemeene Hinden en de verblijf-plaetsen van andere Harten te soecken, en haer onder de gemenen hoop te verbergen, ofte schieten eenige afwegen in. Daer na rusten sy tusschen beyden, wijl de honden de voetstappen nasnuffelende van haer eenighsins afraecken. Als nu de snedige reuck der honden dit bedrogh overwint, begeven sy haer tot andere behulp-middelen: te weten, datse eenighsins in haer eygen voetstappen wederom loopen, daer na verscheyden kringen maken, en die soo verwart als 't mogelijck is, en dan weder heel snel en ver voortloopen.

De hoornen worden van haer somtijdts verwisselt, en op dien tijdt verbergen sy sich op afgelegene plaetsen, en gaen alleen des nachts haer kost en onderhoudt soeken: wanneer nu de hoornen wederom tot een matelijcke groote uytgewassen zijn, laten sy die, om eerder hart te worden, van de Son beschijnen, en als sy met het wrijven en stooten tegen de boomen niet gevoelen, datse haer pijn aendoen, komen sy weder aen den dagh.

Wanneer dat de Harten over een water willen, om andere weyden te soecken, soo doense dat met geheele troepen, en een wonderlijcke ordeningh, want sy zwemmen al te mael achter malkanderen, en de achterste leggen de hoofden op de billen van de voorsten, en wanneer de aldervoorsten, die geen steunsel heeft, moede begint te worden, gaet hy achter aen, dit duurt soo langh met dese afwisselinge tot datse over zijn. Haer hoorns gebruycken sy in plaets van zeylen, maer door de bewegingh der voeten roeyen sy haer selven voort. Sy begeven haer oock niet te water dan als het stil weer en de windt goedt is.

Hoe wel de Harten voor de sachtmoedighste ende schroomachtighste dieren vermaert zijn, soo bespeurtmen nochtans somtijdts aen haer een onvertsaeghden woestheyt, te weten, wanneerse door de honden bedremt zijn, of als sy beginnen tochtigh te worden, 't welck gemeenlijck in 't laetste van de maendt Augustus geschiedt, loopense vry van haer selfs op de menschen toe.

De Harten zijn snel ter loop en uytnement in de sprongh, sulcks getuyght de plaets omtrent Franckfort, die daer noch

[pagina 107]
[p. 107]


illustratie

den naem van draeght. Daer zijn twee steenen opgerecht, soo Gesnerus verhaelt, omtrent 60 voeten van een middelbaer man van malkander, die ruymte heeft een Hart overgesprongen, en dat noch over een geladen wagen, als hem de Iagers benauwden.

Tusschen de Harten en Slangen is een gestadige vyandtschap, sy soecken de holen der Slangen op, en de selve opgespeurt hebbende, wetense door haer stercken aessem ofte reuck de Slangen daer uyt te doen komen, daerom wordt oock gelooft het gebrande Hartshoorn een besondere kracht te hebben om de Slangen te verdrijven.

Het Harten vleesch dient tot lekkerny op de tafelen der Grooten, maer of het een gesont voedsel by brenght wordt van veele getwijffelt.

De Geneesmeesters weten haer voordeel met eenige deelen van 't Hart in de geneeskonst te doen: tot dien eynde gebruyckense een beroockinge van de hayren tot de lijf-moeder, om het misvallen te beletten.

Het mergh uyt de beenderen is een besonder behulp-middel om alle pijn te versachten, en de brandt door heet water of ander nat veroorsaeckt, te genesen. Het wordt oock voor de darm-pijn met water ingedroncken, en met een set-pil ingesteken vermorwt het de verharde lijfmoeder.

Het smeer versoet het podagra en wordt op de sproeten van 't aengesicht gestreken.

De longh in den oven gedrooght en met wijn ingenomen, helpt den teeringhsuchtige en enghborstige.

Het been uyt het hert van een Hart, wort als een sonderling tegengift gepreesen. De tranen drijven geweldigh het zweet.

Het gebrande hartshoorn wordt niet alleen met groot voordeel tegen het vergift, maer oock in quaedtaerdige koortsen, buyckloopen en andere sieckten gebruyckt. Men bereydt oock van 't selve bequame tandt-poeyers, om de vuyle tanden schoon en wit te maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken