Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende

Van den Egel.

BY de Latijnen wordt den Egel Echinus ghenaemt, Plinius noemt hem Herix. Het is een beest van groote als een Konijn, met pennen over al beset zijnde, behalven aen de mont, en voeten, en het anderdeel, dat met weynigh vlocken gedeckt is. Haer darmen zijn van gelijcke dickte, en dunte den Muys in alle manieren gelijck, alsoo oock haer dreck, vuyligheyt en afgangh, haer ballen zijn inwaerts verborgen, en aen de lendenen gehecht; het zaet uytgedruckt zijnde is geelachtigh; eenige beenders zijn ront, andere plat, sommige stomp, andere scherp. Sy worden veeltijts gevonden, uytgesondert in Creta, schrijft Plinius.

Aristoteles verhaelt dat sy een geheel jaer sonder spijs konnen leven.

Haer leef-kost zijn ten voornaemsten appelen en druyven, die hy af-werpende aen zijn pennen hecht, ende nae zijn hol sleept.

Hy voert vyandtschap met den Beer, Wolf, Vos en Adder-slangh. By sommighe wordt dit Swijn-egel tot spijs gebruyckt, maer moet wel van sijn pis of water-blaes ghesuyvert worden, en met een slagh haestelijck doodt geslagen zijn.

Sijn lever is wonderlijck goet tegen de gebreecken van de nieren, met de gal de wratten gheraeckt zijnde, geneest. De milt gebraden en gepoeyert, is byson-

[pagina 151]
[p. 151]


illustratie
Eichhorn


der goet voor de miltzuchtige. Het vlees tegen de droppel-pis en steen. Het bloet tegen de blaes, of nier-steen.

Als de Egels haer haestigh van het Veldt afpacken, en in haer nesten verbergen, is een gewis teecken datter onweer op handen is.

Sijn nest heeft twee gaten, het een tegen het Zuyden, en het ander tegen het Noorden, en daer hy dan merckt dat de windt van daen sal komen, weet hy te stoppen.

Als hy merckt dat men hem soeckt te vangen, soo treckt hy snuyt, buyck en voeten in malkander, en rolt sich soo ront in een als een kloot, soo datmen hem nergens dan aen sijn scherpe pennen kan tasten.

Hy leydt soo stil dat men hem geen aessem siet scheppen, als of hy doot was, ten zy dat hy in warm water geleydt wort, soo rept hy hem, ende doet sich wederom uyt malkander.

En als men hem soeckt om de huydt te vangen, soo bepist hy hem, en wentelt sich daer in, soo dat daer door de huydt verrot, en de pennen uytvallen.

Daerom gevangen zijnde, sal men den Egel terstont in het water leggen, als dan ontwint hy sich, en alsoo in aller haerst by de achterste voeten gegrepen, en aen de self de levendigh opgehangen, latende hem van honger sterven, soo kan hy met sijn pis geen schade doen.

Dese Egels worden verdeelt in twee soorten; van welcke de eene een Varckens- en den ander een Hondts-muyl heeft.

In Brasil loopt een Dier, den Egel in alles gelijck, met onderscheyt, dat sijn borstels heel lang, bleeck van verwe, en aen 't eynde swart, en soo scherp als een elssen zijn; In welckers natuer, een bysondere eygenschap verborgen is, soo dat dese borstels, van het Dier afgescheyden zijnde, van selfs, door huydt, vleesch, leer, en plancken doorboren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken