Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 167]
[p. 167]

Van de Hagedis.



illustratie

DAer zijn veelderleye soorten van Hagedissen; wat de gemeene aengaet, dese hebben vijf kleene klauwtjens, met nageltjens aen de voor- en achter-voeten; onder desen is dat klauwetje, het welck in plaets van de voorste vinger, het langhste is, het korte staet onder, ende dient in plaets van de duym.

Wat de gedaente sijns lichaems, sijn lange staert, en andere hoedanigheden, en sijn maecksel aengaet, deselve wordt ons hier in de plaet vertoont, soodanigh als sy van veele hier te Lande gesien zijn.

Sy worden overvloedigh in Italien gevonden, als mede in het Eylandt Kapraria, dewelcke heel groot zijn. In Indiën zijn sy soo overvloedigh, datse dickmaels op de bedden kruypen; in het selfde Landt aen het Meronische Geberghte, voor de Stadt Nisa, zijn gout-geele, blauwe ende roode Hagedissen van vier-en-twintigh voeten langh.

Daer zijn veel Hagedissen gesien te Genua, op het Slot van den Vorst Doria.

De gemeene zijn genoegh te vinden in Duytslandt, de Nederlanden, en de Contreyen omher.

Linschoten verhaelt, dat in Brasilia Hagedissen zijn, ghesprenckelt als de onse: maer met onderscheyt, datse vier, of vijf voeten langh zijn, en schrickelijck om aen te sien, haer onthoudende in de Moerassen, even gelijck de Kickvorssen, niemant leet doende, en gekoockt zijnde, gaen in smaeck alle de spijse van Brasil te boven.

Iean Lery vertelt, dat hy gaende door een Bosch, een Hagedis ontmoete, soo dick als een Man, zijnde wel vijf of ses voeten langh, geheel met witte blinckende schubben bedeckt, dewelcke de gedaente van Oester-schulpen vertoonde, den eenen voorsten voet opheffende, ende den kop om hoogh steeckende, hem met glinsterende ooghen, en een opgheblasen mont aensiende, 't welck seer verschrickelijck stont; dese Hagedis aldus zich een wey-

[pagina 168]
[p. 168]

nigh tijdts vertoonende, klom met groot gedruys door de boomen, den Bergh wederom op.

Soo daer een Mensch lagh en sliep, en een Slange op hem loerde, om hem op het lijf te vallen, soude de Hagedis den slapenden Mensch soo langh over het aengesicht en de handen loopen, tot dat hy door de koude van dit Dier, (want de Hagedissen zijn uytermaten kout) ontwaeckte, om op sijn hoede te zijn: Het welck een bewijs is, dat de Hagedis een vriendt der Menschen is.

De Hagedissen hier te Lande, zijn fray in het aensien, schoon groen van coleur, met ooghjens gespickelt, de staert ontrent een span langh, zijn fenijnigh, doch niemant quaet doende.

Haer spijse is vleesch, kruyden, Byen en Mieren. Slecken-vleesch eeten sy bysonder geern. Ende als sy van de Slange haer vyandt gewont zijn, nemen sy haer toevlucht tot het kruydt Diptamnum, om daer door genesen te worden.

Sy versamelen op het eynde van de Meert, en haer vermengingh is somtijts soodanigh, datse twee hoofden en een lijf schijnen te hebben; daer na baren sy eyeren, als de Slangen, en begraven die in de aerde, uyt welcke de jongen sonder broeden op haer gesette tijdt te voorschijn komen.

De verscheydenheyt der Hagedissen is menigerley, in groote, plaetse, in welcke sy haer onthouden, en van coleur.

Onder anderen den Stellio, ofte Ster-hagedis, van welcke Theophrastus, seyt dat hy jaerlijcks zijn vel soo wel uytschut als de Slangen; het welck hy dan wederom inslockt, misgunnende alsoo de Menschen het gebruyck des selfs, zijnde een souvereyne remedie voor de vallende siekte. Dit gedierte heeft den rugh vol glinsterende plecken, in gedaente als Sterren, waer van het sijn naem bekomen heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken