Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 178]
[p. 178]

Van de Zy-wormen, en Zy-uylen.

ALsoo van de Zijd-wormen door verscheyden nieuw- en wijs-gierighen wijdtlopigh gheschreven is: namentlijck van haer gestalte, hoedanigheyt, vervellingh ofte verhuydingh, tot 4 a 5 malen, als oock eyndeluck veranderinge in Zy-uylen, dewelcke na haer verwe Necidaly ofte Chrysalides genoemt worden; soo sullen wy alleenlijck daer van de aenmerckelijckste saecken ter loops aenroeren.

Alle de Zijd-wormen hebben ses ringen, of ommekringen om haer lijf, 14 voeten, voor ses die kleender zijn, achter acht, de welcke na de derde ringh beginnen, en de grootste van allen zijn de laetste twee, boven welcke een scherpe en rechte staert is; tusschen yeder ringh vertoont sich een sichtbare zwarte pleck op den rugh, in 't midden der selfder ringen, zijn vier halve kringen, de gedaente van een groote G vertonende, van welcke de voorste sienelijck, de achterste soo kleyn, datse nauwelijcks gesien konnen worden; daer loopt een donckeren streep van het hooft langhs den rugh tot aen den aers toe: de opspalckingh haerder beck is in allen even gelijck, ontrent als van een Varcken, de oogen zijn zwart, en ront de staert vertoont de gedaente van een Vissch-staert.

De teelingh deser Zy-wormen, magh met reden onder de wonderen der nature gestelt worden: want eerst is 't een worm, in een blaes of pop besloten, en sterft 't als of het geen worm geweest was, en daer uyt komt daer naer een Kappel. Den Worm eerst ghekipt zijnde, soeckt overvloedigh voetsel, en hier door opgepropt, valt als met een sluymersucht beladen, het hooft dickwerf opbeurende, of hy daer teghen worstelde, in een slaep van 2 a 3 daghen langh, en ondertusschen van huydt verandert zijnde, 't welck 3 a 4 mael geschiedt: ten laetsten aldus vervelt zijnde, veracht hy alle voetsel, tracht naer de hooghte, klimmende op de teere tacken der bomen, den buyck ontlast zijnde, begint sijn wevery eerst met ruwe streepen over de tacken, en daer na sich in een helderen pop besluytende breydt hy van 't midden na den ommekringh sijn witten, groenen, en gelen draedt, tot een ey-ronde gestalte uyt, hier mede negen dagen met alle vlijt besigh zijnde, en sijn werck voltoyt hebbende sterft hy; uyt dien pop in een plaets onder de aerde geset zijnde, komt naer 10 dagen een gehoornde Kappel, niet eetende noch vliegende, dewelcke op een sacht vel nedergeset, naer dat 't drie, of selden vier daghen met het Wijfken versamelt geweest is, aenstonts sterft, ende daer naer het Wijfken: achterlatende ontrent 100 eyeren door het Manneken gegenereert, en het Wijfken geteelt, die door de stralen der sonne uytgebroedt worden; dese generatie, teelingh en voortkomingh aengaende, sullen wy den Leser senden tot Kootwijck, in sijn Jerusalemsche Reys.

Wat nu de Huys Zy-wormen belangt, de eyerkens worden des winters bewaert, en teghen de somer door de hitte der sonne uytgebroedt, ende in papiere-huyskens geset, in welcke sy haer pop maecken en Zijde spinnen, dewelcke op een klosken, ofte instrumentjen daer toe ghemaeckt, afgehaspelt kan worden. Sy worden ten voornaemste ghespijst, met de bladeren van Moerbesien-bomen, van welcke men in China, Persien, en Indien gantsche Bosschagien gesien heeft, daer de Zijd-wormen de bladeren afgegeten hadden, en by gebreck van dien met Latuw: doch eeten niet meer alsse beginnen Zy te spinnen; sy worden als dan grooter, en haer gantsche lijf klaer, en door schijnende, en daer loopt een vochtigheyt uyt haer mondt, die terstont een wolachtige Zijde wordt.

Wanneer sy op de bomen spinnen, knagen sy de bladeren in kleene stuckskens, en daer maecken sy haer gespinsel uyt, ende hoe sy overvloediger daer van genoten hebben, dies te meer Zijde geven sy. Die selve bladen trecken sy met haer voeten t'samen, en dan weer uyt malkander, hier in soo langh volhardende, tot datse gantsch

[pagina 179]
[p. 179]


illustratie

dun en suyver worden, als ofse geheeckelt waren, sich daer na gelijck in een nest ofte ronde kloot bewindende, beginnen alsoo te spinnen; haer geweef wordt vochtigh, als Wasch, dat dun uytgereckt, en alsoo afgewonden, en gehaspelt wordt.

De meeste Zy-wormen, en teelingh der Zijde, zijn in Persien, en het Rijck van China. In het Iaer na Christi Geboorte 555, zijn de eyeren van de Zy-wormen, als mede de maniere hoe men de selfde in Italien of daer ontrent soude konnen voort-teelen, van twee Monnicken, die in Persien, en Indien neerstigh op dese teeling acht genomen hadden, aen den Keyser Justiniano te Costantinopolen overgebracht; en alsoo eerst in Italien gekomen, wordende aldaer nu seer aerdigh ghehandelt, soo dat van daer nu ter tijdt de frayste en suyverste Zijde overgesonden wordt.

Ten tijde des Keysers Aureliani, zijnde Anno Christi 274. wierdt een pont Zijde, voor een pont Gout verkocht.

Naer dat de Zy-wormen rontom haer pop, of huysken haer Zijde uytgesponnen hebben, besluyten sy haer selven daer in, en leggen als ofse doodt waren, zijnde maer half soo langh, en dicker als te voren, met een harde schors bekleet, dewelcke als men de pop schut, heen en weer hutselt, en wort van de Zijd-worm Aenfockers Nymph genaemt, waer uyt dan den Zy-uyl groeyt, en voortkomt, van gedaente als de Beestjens die men in Hollandt Witjens noemt; maer dicker van lijf en kop, met breder en dicker vleugeltjens versien, soeckende dan sijn portuur, en t'samen komende, teelen eyertjens, welcke de Winter over bewaert zijnde, den volgende Somer Zijd-wormen worden.

In Florida, een Eylandt in West-Indien, (schrijft Jan de Laet) vonden de Fransen by de Revier de May, veel roode en witte Moerbesien-bomen, en op de bladeren menighte van Zy-wormen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken