Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 216]
[p. 216]

Van de Picus Viridis, Gremspeght, en andere Speghten.

DE Speghten in 't gemeen zijn byna van eenderley gedaente, maer onderscheyden in verwe, en groote des lichaems, in Inlandtsche, en Uytlandtsche.

De gemeene worden in alle Landen, uytgenomen in Nederlandt, ende (gelijck Plinius seght) in 't landt van Tarante gevonden. Sy hebben alle kortachtige schenkels, doch heel sterck, voor, en achter aen de voeten zijn twee klauwen, die dicht by een gevoeght zijn, om de bomen, daerse by opklimmen te vaster aen te grijpen, haer staert is hardtachtigh, wiens pennen in 't eynde bynaest kael zij, op welcke sy in 't klauteren niet anders als op haer beenen steunen. Sy leven van Wormen, Muggen, ende voornamentlijck Mieren, want haer lange tongen steecken sy in de Mierennesten, die daer dan met groote meenighte opsitten, deselfde intreckende soo eet hyse op. Andere seggen dat hyse met het spits van sijn lange tongh steeckt, ende inslockt. Alsse op de bomen lijn recht opklauteren, want sy konnen op de bomen loopen ruggelinghs met de buyck, en voeten opwaerts achter over hellende als de Katten, en met haer neb daer opstooten, wetense seer lichtelijck aen het geluydt, of daer oock Wormen, ofte yets anders tot haer voedtsel dienstigh inschuylt. Als hy aen de bomen pickt, soo siet hy terstont, of het oock een doorgaend' gat is; sy eeten oock appelen, ende eyckelen, maer geen vleesch. Sy nestelen in holle, en dat wel ten voornaemste Olijf-bomen, en bouwen haer nesten met soo groote konst, en hollen die soo uyt, dat het gat niet ronder met een passer door de handt van de beste Landt-meter soude konnen getrocken worden; sy broeden 6 a 7 Iongen, die om de zwaerte van de kop, met de staert eerst uyt het dop komen. Sy setten sich nimmer op steen, of harde klippen, op datse haer klauwen niet stomp soude maecken. Schaliger getuyght, datse mede leeren klappen als den Exter, maer duyster, en bezwarelijck.

Wat nu de Greyn, of Groenspeght belanght, dese noemt Aristoteles Kolios, is soo groot als een Tortelduyf, heeft een zwarten, harden, stercken, ende scherpen beck, twee vingeren langh, het hooft is dickachtigh, en 't opperdeel ten deele met roode, en ten deele met zwarte plecken gesprenckelt; de oogen met zwarte, en roode plecken omringht, de rugh, en vleugels zijn groen, nochtans met eenigh geel vermenght, de onderste neb, borst, buyck, en schenckels zijn bleeckgroen, soo datse uyt groen, en wit vermenght schijnen. In 't vliegen vlieght hy over de alderhooghste Boomen. Noch zijnder groote groene Speghten, die een kromme beck hebben, met verscheyde plecken op de vleugels gepleckt, anders zijnse de andere gelijck. En geele, aschgrauwe, blauwvoeten, ende onder de ghemeene met verscheyden teyckeningen, en verwen des lichaems als groote desselfs onderscheydentlijcke soorten, van welck wy in 't bysonder te schrijven overslaen.

Wat de Muurspeght aengaet is grooter als een Huysmosch, ende dicker als een Spreeuw, de voeten, en klauwen zijn lang, voor drie, en achter een, heeft een langen, dunnen, en zwarten beck, meest aschgrauw van verf; de buyck wit, de vleugels roodt, en zwart, de staert kort. Hangt aen de muuren van Toorens, en ander steene Gebouwen, uyt de reeten desselfs de Wormen uytpickende, nestelt in de gaten van de muren. Zijn stem is soet, en lieflijck.

Den Speght die sijn nest ophanght aen de Bomen, is van groote als een Tortel-duyf, dewelcke jongh zijnde groen, en volwassen, en bejaert geel (uytgenomen de vleugels) over 't gantsche lijf sich vertoont, bysonder 't hooft met zwarte streepen geteeckent, Somers komt hy voor den dagh, en als de Noordtstar opkomt vervlieght hy, hy slaept hangende aen sijn voeten, om sich te veyliger te vertrouwen; eet Wormen met de Exters, en oock Vijgen, waer van daen hy den naem van Vijgen-

[pagina 217]
[p. 217]


illustratie

eeter heeft. Hy sterft als hy van een geelzuchtige wordt aengesien, en de ongesonde wordt daer door genesen. Sijn nest dat hy aen de Bomen hanght, bestaet somtijdts uyt wol, of hoy, stroo, dan uyt kennip, en andere ruyghte, 't selfde met vlasch, stroo, zijde, en paertshaer vast bindende, en heeft de gedaente van een Bye-korf.

Wat de Uytlandtsche belangt; de Oost-Indianen hebben een speght die sy Alcatran noemen, dewelcke in groote van lijf, en beck beroemt is, want sijn beck is twee palmen langh, die aen 't eynde scherp toeloopt, het lijf is met aschgrauwe vederen beset. Noch een ander Picutus genaemt, wiens beck grooter is dan sijn geheele lijf, en daerse aen het hooft vast is heeftse de breedte van drie vingers, en is kromachtigh, met welcke hy de Bomen doorboordt, ende sich tegen de kleene Apen te weer stelt, en beschermt, men seght dat hy een veder in sijn beck, in plaets van een tongh heeft. Den Indische Chlorio is meest geel over 't geheele lijf, uyt gesondert den kroon van sijn top, de blauwe plecken van sijn staert, en vleugels; sijn beck, en voeten die gantsch roodt zijn. In America zijn Speghten die een bysondere kracht hebben om de hooftpijn te genesen, wanneer men die eet, ofte op het hooft bindt, ende worden daerom Hooftvogels aldaer genoemt, zijn van aschgrauwe coleur, hebben roode hoofttoppen, en zwarte vleugels. Noch is'er een soo groot als een Hoppe, donckerverwigh van coleur, hebbende een lange witte beck, van drie vingers langh, met welcke hy de Bomen doorpickt.

In 't Nieuwe Galisse zijn kleene Speghten niet veel grooter dan de Mosschen, en dat soo overvloedigh, datse wanneerse by troepen vliegen, en op een Teel-land nederslaen, aenstonts alle de Koorn-aren en't gezayde van dat gantsche Landt in eenmael verderven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken