Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 234]
[p. 234]

Van de Meeuw, Patrijs, Kemphaentje, en Spreeuw.

DE Meeuwen zijn seer wel bekent ten opsicht van haer ghestalte des lijfs: maer onderscheyden in gedaente van verwe, ende grootheyt; waer van sy haer bysondere benamingen hebben. De Kockmeeuwen worden overvloedig aen de Zeestranden, Poelen en Revieren gesien, en dat voornamentlijck in aenstaende of teghenwoordige ongestuymige onweeren. Buyten de Visschen, eetense oock Mosselen diese in de lucht voeren, en op de klippen te barsten laten vallen, Sprinckhanen, en Spinnekoppen, waer vanse 't landt van Tarante suyveren. In Liguria zijnse de Olijven seer schadelijck. Sy maecken haer nesten in de Zeeklippen, uyt welcke soet water vloeyt, en bortelt. Des Somers leggense 2 a 3 eyeren. Haer vlucht is luchtigh, en snel. Hierom is't dat Mercurius, van Homerus met den Larus vergeleecken wordt. Sy worden gelooft een voorteecken van een overvloedige Visch-vanghst te geven, alsse na de Visschers toe vliegen: en daerom segtmen datse met de Menschen vriendschap houden, om datse geern by de Visch-vanghst zijn, en Visch eeten; sy vliegen hoogh in de lucht, en teghen de windt op als'er windt op handen is. Daer zijn asgrauwe Sterlingen, witte, zwartkoppen, zwarte, Visschers, of Visscher-meeuwen, en meer diergelijcke in verf, en gedaente eenigsins, als kleente, en grootheyt des lijfs onderscheydentlijck. Tot dese behoort oock de Cattaracta, en Cepphus. Den eersten is soo genoemt, om dat hy met gewelt op sijn roof neervalt, is van groote als een kleene Meeuw, maer stercker, wit geverft, en den Duyven-havick gelijck. Den Cepphus heeft een bruynen beck, aen 't eynde krom, kleene bruyne oogen, het hooft, den hals, borst, buyck, en dybeenen zijn uyt den witten, en rossen, met eenige tusschenloopende geele, en bruyne vlecken gesprenckelt, de voeten, en 't vleesch dat de selfde bekleedt zijn doncker; hy is in gestalte des lichaems den Meeuw gelijck. Leeft aen de Zee, wiens schuym hy inslockt, volght de Tonijnen om de Vischjens, die sy met haer tanden verscheuren. Is soo verschrickt van den donder, dat hy dien hoorende uyt de lucht in de Zee stort.

De Patrijsen, of Veldthoenderen haer form, uyterlijcke gedaente, en geveert te beschrijven, achten wy onnodigh: maer haer onderscheyt, en benamingh; gelijck daer zijn, rosse, aschgrauwe, Damaseensche witte Patrijsen, en Hasevoeten. De Velthoenders zijn seer geyl als 't Manneken maer een Wijfken hoort, of siet, ja in een Spiegel sijn eygen gedaente, soo stroyt het sijn zaet, sy leggen dickmael 18, 19 a 20 eyeren in een nest, en die gebroocken wordende steelense de eyeren van andere Vogels, om haer getal vol te maecken, sy leggen die in weecke stof op der aerde neder, haer nest met doornen, en struycken betuynende, om van andere Gedierten niet beschadight te worden. Het Wijfken als het broedt verberght sich van het Manneken, op dat door sijn geylheyt, en begeerte om haer te treeden de eyeren niet souden gebroocken worden. Als de Weyman ontrent 't nest van een Veltbroedthenne komt, soo looptse hem te gemoet, en valt voor sijn voeten, en hout sich ofse zwack, of sieck was, vlieght dan eens op, en valt weder neer, als of'er gebreck aen haer vleugels, of beenen was, loopt dan een weynig na den Vogelaer toe, en als die na haer grijpt sich te rug treckende, tot datse hem besijden van't nest afgeleyt heeft, en de Iongen plaets gemaeckt om te verkruypen, of sich te verbergen. De Iongen hebben oock, wanneer sy bemercken datse gesien worden, een listigheyt over sich; want als dan leggen sy haer op de rugh neder, ende nemen een kluyt aerde tusschen haer voeten, haer daer mede bedeckende (te meer alsoose hier te landt, en in veel plaetsen gemeenlijck aerdtverwigh zijn) dat mense niet wel sien kan. Gesnerus seght, de Patrijsen zijn hier in belacchelijck, datse meenen als haer hooft bedeckt is, het gantsche lichaem bedeckt te zijn. Onder dese konnen oock betrocken worden de Ha-

[pagina 235]
[p. 235]


illustratie

sel- Kor- Berck- en Sneeuw-hoenders, Kramvogels, en Phasanten, dewelcke alle seer heerlijcke leckernyen zijn, en in smaeck de Patrijsen niet behoeven te wijcken. Den Phasant sijn neb in de aerde steeckende, meent dat hy bewaert is; soo men hem een doeck voor houdt daer een Phasant opgeschildert is, staet hy daer soo op te kijcken, dat hy lichtelijck van den Vogelaer met het net overstelpt wordt.

De Kemphaentjens zijn niet wel soo groot als een Duyf, hebben lange dunne beenen, een lange nebbe, met welcke sy in de aerde booren, soeckende de Wormen, Mieren, en Torren, daerse van leven: zijn verscheyden van verwe, meest bont, doch ongelijck, wit, grauw, bruyn, en zwartachtigh, onthouden haer veel op de vlacke Velden, worden Somers veel gesien in Waterlandt, Kermerlandt, en andere plaetsen; alwaer men de Mannekens geduurig siet kempen, en vechten tegen malkander, waer van daen haer naem, Kemphanen. Zijn goet van smaeck, en voor een delicatesse geacht.

De Spreeuwen zijn hier te Lande wel bekent, daer zijnder in geveert, en pluymen van onderscheydelijcke coleur, met witte, zwarte gesprenckelde veeren, &c. de beck zwart, de voeten saffraenverwigh. Worden over al gevonden: maer voornamentlijck op de Haverlanden, en daer beesten weyden; 's Winters houdense haer in Toorens, en daecken: eeten bykans alles wat haer voorkomt, seer graegh druyven, daerse vet af worden; geers, boeckweyt, wormen, en oock somtijdts doode lichamen. Verveelen dickmael met haer geschreeuw op de Huysen, de ooren der Inwoonders. Nestelen op de wijs als de Mosschen, broeden driemael 's Iaers, en leggen 7 a 8 eyeren. Vliegen met schoolen, als een ronde bol in een zwierende. Daer zijnder die de stem van andere Vogelen nabootsen; in Vranckrijck, die gantsche woorden konnen klappen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken