Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende
[pagina 247]
[p. 247]

Het Vierde Deel Van 't Schouw-toneel Der Aertsche Schepselen; Begrijpende De Afbeeldinge en Beschrijvinge der gedaente, plaetse, voedtsel, voort-teelingh, en aerdt van de Zee- en Revier-visschen.



illustratie

[pagina 248]
[p. 248]

Afbeeldinge, en Beschrijvinge van de Zee- en Revier-Visschen.
Van de Walvisch, en Walrus.

DEn Walvisch, schoon de Ouden daer niet sekers, maer slechts na gissingh en vermoeden van geschreven hebben, is nu door den overvloedigen Walvis-vanghst in dese Landen en elders vermaert en bekent: zíjnde seer groote en vervaerlijcke Visschen, en mogen met recht de Zee-monsters ghenoemt worden, daer by de onkundige in de voorige Eeuwen, eer de vanghst en eygen bevindingh 't gesicht der selver, of weynigh, of t' eenemael niet getoont hadde, soo veel van verdicht is. Dese zijn onderscheydelijck in groote, als oock in gedaente eenighsints verschillende. Daer is'er een gesien in de Indische Zee, wiens ontworp Nearchus beschout heeft, van vier bunder Landts, of 960 voeten langh. De verscheyden benamingen en geslachten, als onderscheyt in gedaente en forme, voorby gaende, sullen wy den Leser wijsen tot den tegenwoordige Figuur, en alleenlijck spreken van den gewoonlijcken Walvisch, en den Noort-kaper, alsoo onderscheyden van de Groenlandts-vaerders, om dat dese haer aen de Noort-kaep overvloedigh onthouden, en ordinary gevangen worden, daer de andere, die in groote des lichaems en overvloedt van speck, de Noort-kapers verre te boven gaen, omtrent Yslandt, Groen-landt, Spitsbergen, en de Nabuurige Noordtsche plaetsen sich gemeenlijk laten vinden, en van de Biscayers, Engelschen, Françen, en Hollanders gevangen worden, voornamentlijck omtrent des Somers Zonnestandt, op welcke tijdt sy de stille Zee, tusschen de dicke en zware Ys-schotsen, en vreedsame bochten en inhammen soecken, ofte om daer te baren, ofte sich met malkanderen te verlustigen, ende te vermengen. Welcke paring op dese wijse toegaet: dat, wanneer het Wijfken met geylheyt ontsteken wordt, sy het lijf recht op de staert om hoogh verheft, het Manneken insgelijcks tegens haer opgerecht, met haer vinnen, als met armen omhelst, en blijven alsoo met een onderlinge omhelsinge een half of een heel uur t'samen hangen. De Wijfjens baren in de Herfst, tusschen October en Ianuarius, een jongh, van groote, ja grooter als een Stier, na de groote van de Moer, sich houdende onder de bescherminge van des selfs vinnen, en verlaet den Moer niet voor dat het gespeent is; sommige seggen datse die in haer mont bewaren, als sy van haer Vyanden bestreden worden. Dese Walvisschen zijn sommige 120, 130, 140, en 150 voeten langh, en sommige veel langer, van ongelooffelijcke dickte, daer, behoudens den romp en 't vleesch, dickmael een vijf of ses hondert karteelen Speck afgehaelt worden. Dese groote Visschen hebben seer enge keel-gaten, soo dat het niet gelooffelijck is, datse in de Zee van Trapobane op de Tonijnen jagen, gelijck Aelianus schrijft, maer veel eer een seker driftigh wierdt, dat in de Zee omtrent de Noordtpool veel gesien wordt, tot voetsel in slocken: soo dat Plinius hier in niet te gelooven is, dat eender 40 Kabbeljauwen ingeslockt hadde, die, wanneer hy ontweyt of 't speck afgesneden wierdt, noch versch in sijn rob gevonden zijn. 't Is oock valsch datse alleen in 't Indiaensche Meyr, en niet verder sich laten vinden: want op verscheyde tijden, en veel Iaren tusschen beyden lopende, zijnder verscheyden groote Walvisschen, als oock Water-puysters of blasers, door stormen en ongestuymige

[pagina 249]
[p. 249]


illustratie

tempeesten van haer gewoone cours en plaets afgevoert, en tegen de Hollantsche, Vlaemsche, en Vriesche kusten aengeworpen en gestrant, en op diversche tijden en eeuwen, van duysenden van menschen gesien.

De Walrussen hebben een ronden kop en neus, met tamelijcke neus-gaten, bequame, wel gefatsoeneerde, heldere, ronde oogen, en geen ooren, vier pooten, twee achter, ende twee voor aen het onder-lijf ghehecht, die met klauwen, als vingers versien, ende aen het eynde met scherpe nagels gewapent zijn, van welcke de voorste soo krachtigh zijn, datse haer te weer stellende, met behulp harer tanden geheele Sloepen met volck vervult in Zee 't onderste boven konnen rucken; haer mont is groot, de onder- en boven-lippen met uytstekende en lange hayren, als pennen of ysere Varckens borstels beset en bewossen, den Leeuwen muyl gelijck, dewelcke open gespalckt sich seer yselijck en wijdtgapende vertoont, te meer door de groote en vervaerlijcke slagh-tanden, die wederzijdts de neus uyt het gehemelte en bovenste lippen des monts uytsteken, daerse sulcken forse en gewelt mede konnen doen, dat het bykans ongelooffelijck is: de selfstandigheyt van desen is wit, en van 't alderschoonste Yvoor, geensints de Olyphants-tanden wijckende, waer van de Moscoviters en Tartaren al voor lang, en nu de Hollanders en andere genoeghsaem bewust zijn, 't welck de reden is, dat sommige haer de naem van Zee-Olyphanten geven, als oock om de groote hares lichaems: want dese stercke Zee-monsters zijn veel grooter als een van de grootste ossen of stieren, hebben huyden met heel kort hayr beset, den Zee-robben niet ongelijck, doch blarigh, en niet bequaem tot gebruyck, schoonse seer dick en zwaer zijn. Tot Amsterdam is soodanigen huyt geweest, die, op de Waegh gewoogen zijnde, 400 pondt ophaelde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken