Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Knokenflip. Een mijnwerker vertelt (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Knokenflip. Een mijnwerker vertelt
Afbeelding van Knokenflip. Een mijnwerker verteltToon afbeelding van titelpagina van Knokenflip. Een mijnwerker vertelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.93 MB)

Scans (19.32 MB)

ebook (5.10 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Illustrator

H.J. Slangen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
limburg


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Knokenflip. Een mijnwerker vertelt

(1947)–G. Nolting–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

III.

BLIJ GESTEMD HAASTTE FLIP zich van de mijn naar huis. Hij zou huizenhoog kunnen springen van blijdschap. Zijn eerste, op de mijn verdiende geld hield hij stevig in zijn hand, die hij voor de veiligheid in zijn jaszak verborg. Zeventien Mark en veertig Pfennig netto voor achttien diensten in de maand April.

‘Moeder’ riep hij ‘een nieuwe japon voor u’ en legde het geld voor haar op tafel,

‘Je bent mijn brave jongen’ zei moeder, ‘maar voorlopig valt er aan een japon niet te denken.’

Na de Paasdagen was Flip 's morgens vroeg voor het eerst naar de mijn gegaan. Welk werk hij daar doen moest wist hij zelf nog niet. Dat was een verrassing.

Toen hij zich op de personeelsafdeling meldde, nam de beambte hem van top tot teen op, streek even over zijn kaal hoofd en vroeg dan: ‘Zeg kun je melken?’

‘Melken?’ herhaalde Flip vol verbazing. Droomde hij nou of was het werkelijkheid wat hij hoorde.

‘Kun je melken?’ mopperde de oude ongeduldig.

‘Neen mijnheer’ stotterde Flip.

‘Dat is jammer. We hebben er een nodig bij de lampenpoetsers die melken kan, de koe van de bedrijfsleider, zie je. De jongen, die haar verzorgd heeft, is nu ondergronds gegaan en nu zoeken wij een opvolger’.

Na enig zoeken in zijn lijsten kwam hij weer aan het loket en zei: ‘dan maar als leerjongen bij de loodgieter’.

Een der bureaujongens kreeg opdracht hem naar de loodgieterswerkplaats te brengen, waar de nieuwe baas hem onmiddellijk aan het werk zette.

Elke morgen om zes uur moest Flip present zijn. Tot 's middags moest hij defecte mijnlampen herstellen. Dan had hij een uur rust.

[pagina 15]
[p. 15]

Na de schafttijd ging hij met de baas in de woningen der arbeiders en beambten waterleidingen en dakgoten repareren en andere kleine karweitjes opknappen.

Op straat moest hij de ijzeren bak met gereedschap en materialen op zijn schouders dragen. Dat was niet prettig, maar: ‘Rothschild is ook klein begonnen’, zei moeder.

Het viel haar op, dat haar jongen steeds blij en opgewekt thuis kwam, dat gaf haar een gelukkig gevoel. Haar gedachten gingen terug naar de tijd, toen zij en haar man plannen maakten over Flips toekomst. Hij kon immers goed leren. Hoe heel anders was het gelopen....

Toch was ze dankbaar, als ze dan zag, dat Flip na zijn werk nog wat met de kleineren ging spelen of de twaalfjarige Frits hielp met de figuurzaag.

Op een avond echter kwam hij stil thuis. Zijn groet, anders vrolijk en luid, was kort.

De dagelijkse beslommeringen en moeilijkheden op het werk, die hij soms zeer gewichtig vertelde, schenen vandaag onbelangrijk te zijn.

Toen de anderen naar bed waren, ging moeder naast hem zitten.

‘Zeg het moeder maar’ drong zij vriendelijk aan.

Na enig aarzelen kwam het eruit.

‘Mijn baas laat mij stelen en ik heb het vandaag pas gemerkt. Hij schrijft bonnen voor benzine, stoffers, blikken, poetslappen en allerlei dingen, die ik dan uit het magazijn moet halen. Hij stuurt me geregeld met gesloten pakjes naar zijn woning. Nooit heb ik er over gedacht, waarom hij dat doet, maar vandaag heb ik toevallig door de openstaande deur gezien, dat het pakje de voorwerpen bevatte, die ik uit het magazijn heb moeten halen, behalve de benzine. Gisteren is de baas dronken geweest en toen heb ik gezien hoe hij vijf en dertig liter benzine aan een particuliere loodgieter verkocht. Ik durf hem niet te zeggen, dat ik de bonnen niet meer naar het magazijn wil brengen en verraden kan ik hem toch ook niet.’.

‘Jij bent mijn brave jongen’ zei moeder ook deze keer.

Die avond had moeder nog even een boodschap, wel

[pagina 16]
[p. 16]

twee uren bleef ze weg. De baas keek Flip de andere dag eigenaardig aan en zei niet veel.

Een week later moest Flip zich bij de bedrijfsleider van het Cokesovenbedrijf melden. Deze bood hem een plaats aan op zijn laboratorium. Flip greep dit aanbod dankbaar met beide handen aan.

Nu had hij weer goede moed. Hij moest monsters van fijnkolen, cokes, teer, gas, ammoniak enz. uit de bedrijven halen en leren deze te analyseren.

Met toewijding deed hij dit werk. Ongaarne liet de chef hem gaan toen hij op zestienjarige leeftijd verzocht ondergronds te mogen gaan, omdat hij op de duur daar meer zou verdienen en zodoende een nog betere steun zou zijn voor moeder, zus en broertjes.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken