Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Deel III: Verklarende aantekeningen]

Inleiding

Doel van deze aantekeningen is een toelichting te brengen, zowel bij het geheel der PW als bij elk vel afzonderlijk. De volgorde der behandeling van de aparte bladen is dan ook die van de definitieve versie als uiteengezet in de Analytische bibliografie en gepubliceerd in deel II. Waar de gelegenheid zich voordoet wordt stelselmatig verwezen naar verwante motieven of parallelle behandelingen in andere vellen. Deze verwijzingen beperken zich niet tot een nasporing binnen de PW, maar eveneens is, in de mate van het mogelijke, met het overige werk van de dichter rekening gehouden. De aldus nagestreefde synchronisatie belet niet dat in deze aantekeningen de aandacht toegespitst wordt op elk vel der PW als afzonderlijk bestaande entiteit. Hierbij komen achtereenvolgens steeds Ontstaan, Inhoud, Bronnen en Verklarende Aantekeningen ter sprake.

 

De rubriek Ontstaan stelt telkens opnieuw de vraag naar het waarom van het vel in kwestie: waren er welbepaalde redenen om deze publikatie op dat tijdstip en in de huidige samenstelling uit te geven (castro)? Heeft dit geheel een welbepaalde functie binnen het geheel der PW (feytens) of blijkt het een eerder toevallige disparate verzameling lofdichten te zijn (maes)? In hoeverre getuigt het bestaande resultaat van haast (deybarra) of bedachtzaamheid (etten) bij de samenstelling ervan? Bepaalt de identiteit der aangezochte mecenen de presentatie van bepaalde vellen (bejar, fuentes)?

 

De Inhoud beoogt een overzicht te geven van de opgenomen gedichten. Het voorkomen van stukken in andere talen dan het Nederlands evenals het uiterst verbrokkeld karakter van sommige vellen PW verantwoorden het voorhanden zijn van deze rubriek. Van Nederlandse en Franse bijdragen wordt enkel de kern overgehouden; stukken in andere talen (vooral Latijn, soms Italiaans of Spaans) vindt men, indien noodzakelijk geoordeeld, uitvoeriger geparafraseerd. Voor deze behandeling komen enkel oorspronkelijke - of ten minste als zodanig voorgestelde - bijdragen in aanmerking, wat in concreto betekent dat citaten en commentaren niet opgenomen zijn in dit overzicht.

 

De Bronnen worden beperkt tot een lijst van titels, en dit in functie van de grootst mogelijke overzichtelijkheid ten aanzien van deze belangrijke materie. Over de mate waarin uit de bronnen in de Verklarende Aantekeningen geciteerd wordt, zie men de desbetreffende paragraaf aldaar. Bij het opstellen van de bronnenlijst is binnen de PW strikt chronologisch te werk gegaan. Aangezien dit zelfde principe niet toegepast is bij het vastleggen van de definitieve versie (zie I, 205), zijn discrepanties met de huidige opeenvolging onvermijdelijk: farneze (1592), dat dienst gedaan heeft als bron voor inkoomste (1594), is uiteindelijk erna geplaatst. In de bronnenlijst van inkoomste wordt de lezer dan ook voor verdere bronnen verwezen naar farneze, een vel dat in de huidige editie pas naderhand verklaard wordt.

 

De Varianten omvatten de wijzigingen in Van der Noots eigen teksten tegenover vroegere versies hiervan. Loutere spellingvarianten worden niet opgenomen, maar wel vindt men de meest relevante gevallen aangestipt en geïnterpreteerd.

 

De Verklarende Aantekeningen brengen in de eerste plaats de eigenlijke tekstverklaring. Voor het Nederlands wordt achtereenvolgens een beroep gedaan op WNT, MNW, RG, Kil., VD en het idioticon van Cornelissen-Vervliet. Onder de anderstalige teksten zijn enkel de Franse en Duitse versies verklaard, en dit aan de hand respectievelijk van Huguet, Littré en Godefroy en van DW. De Italiaanse en Spaanse teksten worden slechts gecommentarieerd bij eventuele afwijkingen tegenover hun Franse voorbeeld.

Wanneer de omschrijvingen in de woordenboeken zeer precies toepasselijk zijn op de thans verklaarde tekst, dan worden die geciteerd tussen aanhalingstekens.

[pagina 2]
[p. 2]

In de regel wordt bij elke verklaring de afkorting van het naslagwerk vermeld, waarin de voorgestelde opheldering gevonden is. Als dit bij sommige realia met betrekking tot de klassieke oudheid en mythologie nagelaten is, dan wordt hierdoor stilzwijgend verwezen naar de desbetreffende lijst in VD.

De behandeling van de bronnen heeft een speciale aanpassing gevergd. Alle opgespoorde teksten integraal citeren zou de omvang van deze aantekeningen ongeveer verdubbeld en de raadpleging ervan niet noodzakelijk vergemakkelijkt hebben. Daarom is uitgegaan van de bereikbaarheid van deze categorie teksten: wanneer moderne edities voorhanden zijn, wordt er volstaan met de verwijzing in de reeds vermelde rubriek Bronnen, zonder dat de betreffende passage thans geciteerd wordt (Ronsard, Du Bellay). Hetzelfde procédé is toegepast met betrekking tot teksten van klassieke auteurs, kerkvaders en bijbelcitaten: voor de eersten wordt de reeds lang vastgelegde indeling gevolgd, voor de oudchristelijke schrijvers is er natuurlijk Migne, en voor de bijbel is er een beroep gedaan op de Vulgaat, waarvan dan ook telling en Latijnse afkortingen overgenomen zijn.

Een tegengestelde houding heeft zich opgedrongen ten aanzien van niet herdrukte of moeilijk bereikbare zestiende-eeuwse literatuur, die in de mate van het mogelijke in extenso geciteerd wordt. De Latijnse teksten van Patricius, Badius en Alciati vindt men dan ook telkens voluit aangehaald, evenals Nederlandse bronnen zoals Coornhert en de spelen van zinne uit 1561.

Of de achterhaalde bronnen nu geciteerd worden of niet, steeds vindt men eventuele betekenisvolle afwijkingen tussen de oorspronkelijke tekst en Van der Noots versie aangestipt (balbi). Dit is ook de regel wanneer de auteur bepaalde teksten citeert: hij kan het immers zelden nalaten de tekst van iemand anders - die moge nu nog Horatius of Ronsard heten - te manipuleren.

Ten slotte zijn in de Verklarende Aantekeningen ook de biografische gegevens aangaande de vermelde personages opgenomen. Te dien aanzien is de normale regel gevolgd: noemt Van der Noot een bekend iemand, dan valt diens biografische noot kort uit; daarentegen noopt relatieve onbekendheid van het betrokken individu tot aanhaling van alle bereikbare wetenswaardigheden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken